Twee verkiezingsperiodes, één conclusie

Twee referenda

Laten we beginnen met het lijsttrekkersreferendum. Dat was er in 1994 en 2012. In 1994 werd Ina Brouwer gekozen. Ze vormde een koppel met Mohammed Rabbae. Ze won van het koppel Paul Rosenmöller/Leonie Sipkes. In 2012 betrof het referendum de keuze Sap of Dibi. Sap en Brouwer haalden de slechtste en de een-na-slechtste verkiezingsuitslag in de geschiedenis van GroenLinks en verlieten allebei na deze uitslag de politiek.

Het meest interessante in mijn ogen is de relatie tussen Brouwer en Sap. In 1993 kwam Brouwer in contact met een jonge promovenda, die aan de Universiteit van Amsterdam werkte aan een proefschrift over de beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen: Jolande Sap. Ze ontmoette elkaar op een conferentie die Sap had georganiseerd over feministische economie. Brouwer betrok Sap bij de doorrekening van het verkiezingsprogramma van GroenLinks. In 1994 verliet Brouwer de politiek en kwam te werken als directeur emancipatiezaken bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. In 1996 kwam Jolande Sap ook te werken bij dat ministerie. Onder anderen als projectleider van het meerjarenbeleidsplan Emancipatie.

Op plek twee stond in 1994 Rabbae, de woordvoerder van een generatie Nederlands-Marokkaanse arbeidsmigranten. Hij was de running mate van Brouwer. In 2012 is Dibi de tegenstrever van Sap. Hij is het gezicht van de jonge generatie Nederlandse Marokkanen. Het congres zette hem op plek nummer tien. In beide gevallen deden deze twee Nederlands-Marokkaanse politici onhandige uitspraken die hun partij op achterstand stelden.

Bam! Daar is Bram!

Op plek twee stond in 2012 Bram van Ojik. Van Ojik stond in 1994 ook al op de lijst. Hij was toen nummer zeven en campagneleider. Hij verloor de verkiezingen en kwam zo net niet de Kamer in. Hij was al sinds 1993 lid. Van Ojik was afkomstig uit de groene PPR. In 1989 stond hij bekend als een pleitbezorger van het basisinkomen en werd hij woordvoerder landbouw; in 2012 na een periode als ambassadeur en topambtenaar bij Buitenlandse Zaken, heeft hij ook nog een buitenlandprofiel. Groen, sociaal en internationaal. Een all-round GroenLinkser.

In 2012 stond de campagneleider ook op de lijst, Jesse Klaver. En op het dieptepunt van de verkiezingsnacht zag het ernaar uit dat ook hij niet in de Tweede Kamer zou komen. Een lijstverbinding zorgde echter voor een restzetel voor Klaver.

Vakbond

Als linkse partij, heeft GroenLinks natuurlijk kandidaten met banden met de vakbeweging prominent op de lijst staan. Op nummer drie stond in 1994 de jonge charismatische vakbondsvoorzitter Paul Rosenmöller, die voor zijn tweede termijn ging. In 2012 ging oud-CNV-jongerenvoorzitter Jesse Klaver (#4) op voor een tweede termijn. Op nummer acht stond in 1994 Ineke van Gent, op veel manieren is Linda Voortman (#5) haar opvolger: een Gronings sociaal gezicht met wortels in de FNV, een grote persoonlijke betrokkenheid en wortels in de partij.

Groen

Plek drie is in 2012 was voor Liesbeth van Tongeren, de groene topkandidaat. Ook in 1994 was er een heldere groene kandidaat: op nummer vijf Marijke Vos. Van Tongeren heeft wortels in GreenPeace, Vos in MilieuDefensie (waar Van Ojik ook voorzitter van was). Maar Van Tongeren heeft (afhankelijk van hoe je telt) elf collega's op de lijst met een groen profiel: waaronder vijf in de top tien. Naast Van Tongeren zijn er Grashoff, Van den Berge en De Jonge van Ellemeet. In 1994 waren er misschien twee kandidaten met een groen profiel, terwijl de lijst in 2012 veel groener was.

Eco-liberaal of eco-socialistisch

Voorafgaand aan de verkiezingen van 1994 ontstond binnen GroenLinks een debat tussen zogenaamde eco-liberalen en eco-socialisten. De eco-liberalen waren meer gericht op samenwerking met D66, waren meer marktgeoriënteerd en waren vaak afkomstig uit de PPR. De eco-socialisten waren meer gericht op samenwerking met de SP, waren meer staat georiënteerd en waren vaak afkomstig uit de PSP. De eerste groep noemen we sinds 2005 voorstanders van de middenkoers van Halsema, terwijl de tweede groep zichzelf Kritisch GroenLinks noemt.

Gratis water of geen XTC

De campagne van 1994 stond bekend als de slechtste campagne die GroenLinks heeft gevoerd. Onduidelijkheid over het tweehoofdige leiderschap van de partij droegen hieraan bij, maar zeker ook een aantal incidenten zoals een door GroenLinks georganiseerd housefeest. 3000 jongeren feestten tot diep in de nacht op kosten van GroenLinks. Volgens partijbestuurder Van Poelgeest zou hier geen XTC genomen worden. Natuurlijk vonden journalisten dat wel. Tijdens de campagne van 2012 ontstond er, na enige media-aandacht voor het voorstel voor GroenLinks om gratis kraanwater te schenken, in de media een heksenjacht naar flesjes water bij GroenLinks. In het bijzonder in het campagnecentrum waar net als in 1994 groepen jonge GroenLinksers nachten wakker bleven.

Toekomstbeeld

Na de campagne van 1994 werd er geëvalueerd: de conclusies waren dat de interne strijd binnen GroenLinks over het lijsttrekkerschap grote onduidelijkheid over het leiderschap had geschapen. Daarnaast waren de verschillen met D66 niet voldoende duidelijk geworden.

De commissie-Van Dijk zal haar eigen conclusies trekken uit de uitslag. Maar de uitslag van 1994 laat zien dat een slechte uitslag niet het bestaansrecht van de partij hoeft aan te tasten. In het Paarse kabinet voerden PvdA en VVD een ongekend rechts bezuinigingsbeleid met weinig oog voor groen. GroenLinks voerde daar onder de charismatische Rosenmöller herkenbare oppositie tegen. Dankzij een herkenbaar groen en sociaal profiel haalde GroenLinks vier jaar later de beste uitslagen uit haar geschiedenis: GroenLinks verdubbelde in 1998 het aantal Tweede Kamerzetels, won bij de gemeenteraadsverkiezingen, haalde ongekend goede uitslagen in de Europese en Provinciale Statenverkiezingen.