In plaats van een uitkering ontvangen mensen op de P-markt een salaris ter hoogte van maximaal het minimuminkomen. Fenger zet enkele kanttekeningen bij het concept die mijns inziens niet helemaal recht doen aan het model.
Reactie op Basisbaan en P-markt: sympathiek maar ontoereikend
Het eerste bezwaar dat hij opwerpt betreft de doorstroming naar de reguliere arbeidsmarkt. Daarop zou het perspectief ontbreken omdat - volgens hem - daarvoor de persoonlijke oorzaak van de werkloosheid van het individu weggenomen dient te worden. Ik neem voor het gemak aan dat hij daarmee in de persoon gelegen kenmerken bedoelt (competenties, opleiding en dergelijke) en situationele zoals mogelijke schulden, mantelzorgtaken enzovoorts. Elke professional actief in de arbeidsintegratie weet dat dit belangrijk is en ook wij hebben in ons model aandacht voor groei en ondersteuning. Wellicht hebben we dat te weinig uit de verf laten komen. Onze opvatting is dat we in principe drie groepen willen bedienen: zij die op grond van productiviteitsbeperkingen nimmer terecht kunnen op de reguliere markt; zij die tijdelijk een ‘schuiladres’ nodig hebben om hun vaardigheden op peil te houden en zij die (nog) niet geschikt zijn voor een plek op de reguliere markt. Deze laatste twee groepen zien wij juist als ‘in transitie’ en dus op termijn doorstromen. Zijn verwijzing naar het verleden waarin dat nooit lukte zou ik willen pareren met de beleggingsdisclaimer: in verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.
Verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven
Fengers tweede bezwaar houdt verband met het eerste. We zouden alleen het verkrijgen van werk prioriteren en geen aandacht hebben voor ‘skills first’ en ‘life first’. Los van het gegeven dat uit divers onderzoek blijkt dat werk juist een katalysator is voor de ontplooiing van vaardigheden, een betere gezondheid(sbeleving) en toegenomen geluk, knoopt hij er en passant aan vast dat we hiermee de verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven ontkennen door hen de verantwoordelijkheid in deze te ontnemen. Dat is nu juist het punt dat we proberen te maken. In de ideale wereld is er een totaal absorptievermogen bij bedrijven ongeacht iemands talenten, productieniveau, kwaliteiten enzovoorts.