Technologie is noch een natuurkracht, noch een serviele dienaar van de mens. Technologie is een vorm van macht, die we gedeeltelijk naar onze hand kunnen zetten. Dat hield de techniekfilosoof Tsjalling Swierstra ons voor tijdens een conferentie in de Eerste Kamer in 2018.[1] Die conferentie vormde de opmaat voor het technologieproject van Wetenschappelijk Bureau GroenLinks waar deze bundel het resultaat van is. Politici laten namelijk kansen liggen bij het sturen van technologische innovaties. Te vaak wordt de inzet van steeds meer sensoren, big data, algoritmen, platforms, apps en robots als onvermijdelijk gezien. Te weinig wordt besproken hoe technologie ons leven en ons samenleven beïnvloedt, en of we de gevolgen wel kunnen overzien. Volksvertegenwoordigers dienen zich sterker te bemoeien met de ontwikkeling en inzet van technologie in hun stad, dorp, provincie, land of unie. Als technologie een vorm van macht is, dan is technologie dus politiek.
Steden vormen de proeftuin voor veel nieuwe technologieën. Denk aan de apparaten voor surveillance en gedragsbeïnvloeding die in de uitgaansstraat van Eindhoven zijn geïnstalleerd, de zorgtechnologie die door ouderen wordt uitgetest in Den Haag en de Whim-app die in Helsinki mobiliteit van deur tot deur biedt.[2] Om de voor- en nadelen van technologische innovaties in kaart te brengen, moeten we leren van deze voorbeelden. De lessen in deze bundel – samengevat in het Handvest voor de Slimme Stad – zijn niet alleen voor steden, maar ook voor kleinere gemeenten relevant. En voor de landelijke politiek. In de Tweede Kamer zoekt de tijdelijke commissie Digitale Toekomst, die ik mag voorzitten, antwoord op de vraag hoe de politiek meer grip kan krijgen op de technologie die digitalisering aanjaagt.
Politieke sturing geven aan technologie vereist een visie op het goede leven, leerde ik van Swierstra. Daartoe behoort ook een visie op het goede samenleven. Kunnen we de zorg voor zwakkeren, het toezicht in de openbare ruimte of het nemen van overheidsbesluiten overdragen aan slimme technologie, of komt dat neer op een verarming van ons mens-zijn en een verwaarlozing van onze verantwoordelijkheid tegenover andere mensen? Deze bundel helpt bij de beantwoording van dit soort vragen, door een aantal waarden centraal te zetten die in het geding zijn bij technologische vernieuwingen – van menselijke waardigheid en verbondenheid tot democratie en duurzaamheid. Dit zijn belangrijke waarden voor GroenLinksers. Maar over het goede (samen)leven valt uiteraard te redetwisten en dat zouden we vaker moeten doen.