9 aanbevelingen voor een weerbare samenleving

Zij die denken dat de wereld van voor corona precies zo terugkeert na corona, leven in een illusie.’ Het zijn woorden van Mark Rutte, de premier die aan het hoofd van onze regering het land al weken stevig bij de hand neemt. Ze vielen wat weg in het debat over aantallen ic-bedden en het mogelijk versoepelen van de noodmaatregelen. Maar ze zijn veelzeggend.

Terwijl we van uur tot uur de coronacrisis te lijf gaan, is het denken over de wereld na Covid-19 in volle gang. Een wereld die nu in brand staat en er zodanig beschadigd uitkomt dat herstel van de oude orde niet meer mogelijk zal zijn. Een wereld die hoe dan ook geconfronteerd zal worden met een volgende mondiale crisis.

Veerkracht

Natuurlijk ligt de focus op de korte termijn nog volledig op bestrijding van de gezondheidscrisis. We zitten er middenin, iedere dag worden mensen ziek en overlijden vaders, moeders, oma’s en opa’s, kinderen, geliefden. Maar er is een wereld na deze crisis. En we kunnen het ons niet veroorloven te wachten met nadenken over hoe die wereld eruit zal zien.

In een crisis zoals we die nu meemaken komt het aan op veerkracht. Dat betekent niet alleen: zorgen dat we uit deze crisis komen. Veerkracht is ook: de samenleving zo vormgeven dat ze minder vatbaar is voor volgende crises. We weten dat die gaan komen. Is het niet een volgend virus, dat misschien – God verhoede – nog agressiever en dodelijker om zich heen grijpt, dan is het wel de crisis van het nu even naar de achtergrond gedreven veranderende klimaat.

Dus: hoe gaan we onze veerkracht vergroten? Hoewel het nog te vroeg is om volledig te kunnen zijn, tekent de noodzaak voor verandering én de kans op verbetering op een aantal terreinen zich onmiskenbaar af. Negen lessen waarmee we veerkracht versterken.

Les 1: De overheid doet ertoe

Als wereldwijd één ding duidelijk wordt in de aanpak van de coronacrisis, dan is het wel dat de samenleving een krachtige overheid nodig heeft die met vaste hand het stuur in handen neemt – niet alleen in tijden van crisis, maar ook daarna. We zien een rehabilitatie van de overheid die met behoud van vrijheden en instandhouding van de democratische rechtsstaat, de regie neemt over de richting die de samenleving op moet. Omdat de situatie dat vraagt en de bevolking het aan haar toevertrouwt.

Hiermee laat de overheid de rol los die ze zich sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw zelf toebedeelde: als een partij op de achtergrond, die zoveel mogelijk vrijheid aan vooral het bedrijfsleven geeft. In plaats van een overheid die bureaucratisch, log en behoudend is – het imago dat door de vrije marktdenkers lang als vanzelfsprekend werd gevoed – zien we nu een overheid die krachtdadig, snel en vernieuwend te werk gaat.

“ Opbrengsten van innovaties in publieke instituten zullen deels terugvloeien naar de samenleving ”

Die zelfbewuste rol zal na deze crisis hard nodig blijven. Het zal ertoe leiden dat de overheid nu eindelijk weer meer sturend wordt in de richting waarin de economie zich moet ontwikkelen. Zodat sectoren die we nu allemaal zo belangrijk vinden (zorg, onderwijs, vuilophaal) op meer steun van de overheid mogen rekenen. En de sectoren die onze veerkracht groter maken, zoals groene industrie, versterkt worden.

Het betekent ook dat de assertieve overheid de vele innovaties die in publieke instituten, de universiteiten en kenniscentra worden ontwikkeld niet langer kosteloos aan het bedrijfsleven overdraagt, zonder een redelijk deel van de opbrengsten terug te laten vloeien naar de samenleving.

Daar hoort wel een kritische houding van burgers bij. Controle op de keuzes van die overheid, op de manier waarop ze de economie stuurt, publieke middelen inzet of met onze privacy omgaat, wordt des te belangrijker. De ruimte, financiële steun en fiscale voordelen die grote bedrijven de afgelopen decennia kregen, vaak betaald uit door burgers opgebrachte belastingen, zal er hoe dan ook door ingeperkt worden. Het publieke belang wordt weer belangrijker.

Les 2: Brede welvaart gaat boven economische groei

Onze welvaart meten we af aan economische groei. Wereldwijd drukken we dat uit in het bruto binnenlands product (bbp). Het geloof dat eraan ten grondslag ligt is dat economische groei tot meer welzijn en geluk leidt. De uitbraak van het coronavirus laat zien dat zowel geluk als welzijn door iets anders bepaald worden.

Door de focus op economische groei hadden overheden minder oog voor belangrijke investeringen in publieke diensten. Investeringen in onderwijs tellen in het bbp-systeem als kosten, en leveren dus negatieve cijfers op. Verkoop van vlees van wilde dieren, met het risico dat virussen overspringen op de mens, telt in het bbp als opbrengst en wordt dus gestimuleerd.

“ We zien nu dat voor welvaart publieke diensten nodig zijn die de samenleving leefbaar, veilig en gezond houden ”

Deze crisis laat zien dat we met onze groeimodellen op het verkeerde paard wedden. Voor welvaart en geluk is niet altijd meer productie van goederen nodig, er zijn ook publieke diensten nodig die de samenleving leefbaar, veilig en gezond houden. Zoals: gezondheidszorg, onderwijs, sociale voorzieningen, kennisontwikkeling en onderzoek. Uitgaven die vaak niet in financiële groei zijn uit te drukken.

Deze crisis toont aan dat we juist de diensten die geld kosten hard nodig hebben. Dat we dus naar nieuwe modellen moeten zoeken, die inzicht geven hoe activiteiten voor brede welvaart zorgen, welvaart die naast economische ook ecologische en sociale voorspoed brengt. Als we onze groei voortaan sturen op basis van zulke modellen, vergroten we enerzijds onze veerkracht tijdens gezondheidscrises en worden we anderzijds weerbaarder tegen die andere grote crisis, de klimaatcrisis.

Les 3: De publieke sector levert meer op dan hij kost

Een van de grote misverstanden van de afgelopen decennia is het geloof dat de overheid geen onderdeel van de vrije markt is. Daarbij is uit het oog verloren dat de overheid niet alleen een functie als marktmeester heeft, maar ook onderdeel van de markt is: namelijk als opdrachtgever en werkgever van al die diensten die samen de publieke sector vormen.

We zien nu dat de overheid zich als werkgever in de publieke sector niet als een verantwoordelijke baas heeft gedragen. Jarenlang is er bezuinigd op diensten die van publiek belang zijn. Het business model van het bedrijfsleven gold als lichtend voorbeeld.

Dat het bedrijfsleven, de private partijen, het publieke belang niet altijd goed bedienen zagen we al voor de corona-uitbraak. Maar nu we met een acute gezondheidscrisis zitten is het voor iedereen zonneklaar. De private sector neemt niet de verantwoordelijkheid voor het ‘vitale’ werk.

“ De private sector neemt voor het ‘vitale’ werk niet de verantwoordelijkheid ”

En nu delen van die private sector volledig stilvallen, is de overheid nodig voor een financieel vangnet. De gevolgen zijn duidelijker dan ooit: er zijn te weinig bedden, te weinig medicijnen en een tekort aan ervaren en geschoolde krachten.

Ook de publieke voorzieningen waar mensen elkaar tegenkomen zijn langzaam afgebroken. Buurthuizen, bibliotheken, ontmoetingscentra, plaatsen waar mensen elkaar ontmoeten, waar buurtinitiatieven ontstaan, wijkzorg geleverd wordt. Ze zijn in groten getale wegbezuinigd. Het kostte immers geld. Veel te weinig aandacht was er voor de sociale netwerken die hiermee verdwenen.

Dankzij de corona-crisis erkennen we het belang van sociale betrokkenheid en de publieke sector weer. We leren dat een gezonde, welvarende samenleving geld kost. De hogere uitgaven hiervoor zullen we na deze crisis moeten beoordelen op kwaliteit en toegevoegde waarde, in plaats van alleen op kostenefficiëntie.

Les 4: Vitale functies laten we niet aan de markt over

De farmaceutische industrie, in Nederland met name het Zwitserse Roche, vond bescherming van het eigen verdienmodel belangrijker dan het bijdragen aan de publieke zaak. In dit geval: testen op besmetting met het coronavirus. Tegelijkertijd leerden we dat Nederland de eigen productie van vaccins en testmaterialen al jaren geleden de nek omdraaide. De overheid dacht dat de markt het beter en goedkoper kon. De markt besloot vervolgens dat andere activiteiten lucratiever zijn.

Na decennia van neoliberaal beleid maakt deze crisis duidelijk dat het roer om moet. Overmatige privatisering van vitale functies – zoals zorg, elektriciteit of openbaar vervoer – maakt ons kwetsbaar. In Nederland zien we hoe het zorgsysteem piept en kraakt. De introductie van marktwerking en financiële verwaarlozing eisen nu hun tol.

Grote crises laten zien dat het van levensbelang is dat de overheid zeggenschap heeft over vitale functies.

Les 5: De ketens moeten korter

De econoom Milton Friedman legde ooit beeldend uit hoe een potlood gemaakt wordt. De schakels die tot het eenvoudige tekengerei leiden zijn talrijk en over de hele wereld verdeeld. Dat is geen probleem als de ketens goed functioneren. Maar bij een crisis vallen schakels uit. En als zo’n schakel niet vervangen kan worden – wat nogal eens het geval is in onze geglobaliseerde economie – dan hebben we geen potloden meer. Of mondkapjes. Of vaccins.

Verbaasd zien we de afhankelijkheid die we onszelf oplegden. En verschrikt vragen burgers hoe het kan dat de overheid niet koopt wat nodig is.

“ Het is niet langer houdbaar de productie te concentreren op de plek waar dat het goedkoopste is ”

Modulaire productie, waarbij afzonderlijke schakels vervangen kunnen worden door andere, is een oplossing. Het dichter bij huis produceren helpt ook. Korte ketens zijn immers makkelijker te beïnvloeden. Natuurlijk betekent dit niet dat we voortaan alles lokaal moeten produceren. Dat is een idealistische illusie, de wereld is er te verbonden en te bevolkt voor.

Maar de wereld waar productie exclusief geconcentreerd is op de plek waar dat het goedkoopste is, zullen we moeten verlaten. Voor Nederland geldt dat het stimuleren van lokale en Europese modulaire productie oplossingen biedt. Het verkleint afhankelijkheid en het versterkt de Europese eenheid. Een meer diverse economie maakt ons weerbaarder. Lokale productie is bovendien goed voor de werkgelegenheid.

Les 6: Internationale samenwerking is van levensbelang

Het virus houdt zich niet aan grenzen, net als bij die andere mondiale crises, de bankencrisis van 2008 en de voortsluipende klimaatcrisis. Om ze het hoofd te bieden is internationale samenwerking nodig. Helaas waren de afgelopen jaren niet bepaald de hoogtijdagen van het multilateralisme. Europa wil maar geen eensgezind project worden, grote landen als de VS, China, Brazilië, Turkije, Rusland en India kiezen voor protectionistische politiek en spelen de nationalistische kaart als het ze uitkomt. Een mondiale crisis toont de zwakheid daarvan aan.

Zowel binnen Europa als wereldwijd is samenwerking en solidariteit onmisbaar bij het bestrijden van crises. We kunnen nog zo trots zijn op onze spaarzaamheid, we kunnen eigenwijs ons gelijk willen krijgen in het bekritiseren van uitgaven van andere landen en we kunnen de vinger heffen naar landen die door corrupte leiders niet uit de armoede komen. Maar daarmee lossen we geen mondiale crisis op en maken we onszelf op termijn alleen maar kwetsbaar.

Solidariteit en wederzijdse hulp (ja, wij hebben ook hulp nodig, zie de tekorten aan ic-bedden en mondkapjes) vergroten onze weerbaarheid. Wie die les nu nog niet accepteert, zal hem spoedig leren, als corona een nieuwe vlaag van ziekte en dood over het Afrikaanse continent uitstort.

Les 7: Gezonde natuur is geen hoax

De virussen die de wereld de afgelopen jaren teisterden, zijn aan elkaar verwant en hebben te maken met de manier waarop we met de natuur omgaan. Corona is immers een zoönose, een ziekte die van dier op mens overgaat. Net als SARS, MERS en ebola ontstond corona hoogstwaarschijnlijk door het eten van wilde dieren. De VN waarschuwde in 2016 in een stevig rapport voor dit soort ziektes.

De afname van ecosystemen en biodiversiteit en de toename van de hoeveelheid dieren die mensen houden, zorgen voor veel nieuwe risico’s. De kans op het overspringen van ziekte van dier op mens is groter dan ooit.

“ Wilde dieren moeten weer hun eigen leefgebied hebben, op noodzakelijke afstand van mensen ”

China vaardigde inmiddels een verbod op de handel in wild vlees af. Het zal niet het laatste verbod zijn. Als we ons beter tegen ziektes als corona willen weren, dan is er geen andere weg dan drastische veranderingen in onze verhouding tot land en dieren door te voeren.

We moeten versneld maatregelen tegen klimaatverandering doorvoeren. Natuurgebieden moeten in ere worden hersteld, zodat wilde dieren daar weer hun leefgebieden hebben, op noodzakelijke afstand van mensen.

Het betekent dat eetgewoontes moeten veranderen. En het heeft gevolgen voor de manier waarop we in het westen dieren houden. Overmatig gebruik van antibiotica, uitbraken van varkenspest: deze crisis markeert het einde van de bio-industrie.

Les 8: Werk geeft zekerheid

Voor grote groepen mensen betekent een crisis als de huidige een directe bedreiging van hun bestaanszekerheid. Mensen met flex- of nulurencontracten vliegen er als eerste uit. Zzp’ers met weinig buffers zien hun opdrachten verdampen. Tijdelijke contracten worden ineens heel onzeker. Zelfstandig ondernemers met personeel moeten hun moeizaam opgebouwde buffers aanspreken.

In Nederland, kampioen flex- en tijdelijke contracten, treft die onzekerheid heel veel mensen. Met alle gevolgen van dien: stress waar gezondheidsklachten uit voortkomen, hoge kosten voor bijstandsuitkeringen, onzekerheid die verlammend werkt op de veerkracht en weerbaarheid van mensen.

De huidige verhouding tussen werknemers met een vast contract en mensen die een of andere vorm van een losser contract hebben, is overduidelijk uit de hand gelopen. Ook hier weer heeft de vrije markt de ruimte gekregen en hadden de vakbonden te weinig invloed op de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Het is enorm belangrijk dat er bijgestuurd wordt, om bij een volgende crisis minder mensen aan de huidige onzekerheid bloot te stellen.

Les 9: Zeggenschap is van belang

Het sociale kapitaal in de maatschappij is als de kleefpasta die individuen tot één samenleving maakt. Sociaal kapitaal houdt in dat mensen contacten onderhouden, voor elkaar zorgen, dezelfde dingen als goed ervaren. Hoe meer sociaal kapitaal, hoe meer onderling vertrouwen en hoe minder onzekerheid en onveiligheid. In de coronacrisis zien we hoe het ervoor staat met dat sociale kapitaal, en dat valt in Nederland helemaal niet tegen.

“ We kunnen crises niet blijven oplossen over de hoofden van burgers ”

Een gevolg hiervan is dat we ervaren hoe het is om aan een groot gemeenschappelijk project te werken. Samen bestrijden we dezelfde vijand. Het gedrag van ieder mens doet ertoe, iedereen heeft invloed.

Ineens lijkt de kloof tussen politiek en burger, tussen wetenschap en samenleving, tussen stedelijke en provinciale gebieden verdwenen. We doen het samen en zijn samen verantwoordelijk. Dat maakt dat polarisatie, het venijn dat de samenleving al zo lang verscheurt, ineens uit beeld verdwijnt.

Om dit vast te houden na de crisis moet er iets veranderen. Betrokkenheid van mensen betekent zeggenschap, gehoord worden, ertoe doen. We kunnen niet, net als na de financiële crisis van 2008, crises blijven oplossen over de hoofden van burgers heen. Nu we de kracht van samenwerking zien hebben we een leidraad voor de toekomst. Terug naar het oude - Rutte zei het al - gaat niet meer.

Het nieuwe Nederland zullen we samen - met gebruikmaking van het sociale kapitaal - tot stand moeten brengen. Iedereen is daarbij nodig, iedere stem telt. Zo kunnen we een breed gedragen nieuwe weg in slaan. Een weg die ons weerbaarder en veerkrachtiger dan ooit zal maken.

Reacties

Reacties II

Reacties III

Reacties IV

Reacties V