Geef je mening over mijnbouw

De Europese industrie betrekt veel van haar grondstoffen uit andere werelddelen. Die importafhankelijkheid vormt een risico: bij onderbreking van de aanvoer, of sterke prijsstijgingen, kunnen bedrijven in problemen komen. Daarom heeft de Europese Commissie, het dagelijks bestuur van de Europese Unie, de afgelopen tien jaar een grondstoffenbeleid opgetuigd. Dat is gericht op vrije handel in grondstoffen, op een zuiniger gebruik van grondstoffen en meer recycling, maar ook op het bevorderen van mijnbouw binnen de EU. We moet weer meer mineralen – vooral metaalertsen – gaan delven uit de eigen ondergrond, vindt de Commissie.

De Commissie kan zelf niet zomaar mijnen openen, of anderen daartoe opdracht geven. Daarom werkt zij samen met nationale regeringen, (mijnbouw)bedrijven, onderzoeksinstellingen en een handjevol NGO’s, in het European Innovation Partnership on Raw Materials. Een van de doelen van dat platform is het stimuleren van Europese mijnbouw. Zo worden binnen het platform voorstellen ontwikkeld die de mijnbouwsector een sterkere positie geven in de ruimtelijke ordening. Voor mijnbouw is immers land nodig. Er kan niet meer gegraven worden als er gebouwen staan op dat land, of unieke natuur. De EU zou ‘mineraalafzettingen van openbaar belang’ moeten aanwijzen, zo stelt het platform, op vergelijkbare wijze als zij nu natuurgebieden van Europees belang aanwijst.

Aantasting van natuurgebieden

Zweden heeft al een wet die mijnbouwers een claim geeft op de ruimte. Zelfs in dit dunbevolkte land leidt dat tot problemen, zo constateren de Zweedse Groenen: oneigenlijke beïnvloeding van planologische besluiten, willekeur en onvoorspelbare rechterlijke uitspraken. Daarom heeft Miljöpartiet de Gröna, de Zweedse groene (regerings)partij, een ontwerpresolutie voorgelegd aan de andere groene partijen in Europa. Die zullen hierover eind november in het Zweedse Karlstad discussiëren en stemmen, tijdens een bijeenkomst van de Europese Groene Partij.

De ontwerpresolutie verwerpt het concept ‘mineraalafzettingen van openbaar belang’, onder meer omdat het Europese netwerk van beschermde natuurgebieden, Natura 2000, erdoor kan worden aangetast. De ontwerpresolutie waarschuwt ook dat de investeerdersbescherming in handelsverdragen zoals CETA en TTIP door buitenlandse mijnbouwbedrijven kan worden aangegrepen om regeringen in Europa onder druk te zetten. In plaats van de mijnbouwsector ruim baan te geven, moeten we inzetten op vermindering van grondstoffengebruik, aldus de Zweedse Groenen.

Outsourcen van milieuschade

De ontwerpresolutie van onze Zweedse zusterpartij sluit naadloos aan op het groene gedachtengoed. Ook voor GroenLinks en andere groene partijen gaan natuur en veilig wonen – denk aan Groningen – boven mijnbouw. Groene partijen zien in dat er een grens zit aan onze materiële consumptie. Ze streven naar een circulaire economie, waarin grondstoffen in omloop blijven, zodat we ze niet of nauwelijks meer hoeven op te graven.

Maar zo’n kringloopeconomie hebben we niet van vandaag op morgen. De meest ambitieuze plannen mikken op 2050. Ondertussen vergt de overgang van fossiele naar schone energie, waarvan de Groenen de grootste voorvechters zijn, juist extra materialen. De energie in zon, wind, water en aardkorst is nu eenmaal minder geconcentreerd dan die in fossiele brandstoffen. Er is een heel park aan windmolens nodig om één kolencentrale te vervangen.

De ontwerpresolutie van de Zweedse Groenen roept dan ook de vraag op waar we in de komende decennia, tijdens de overgang naar een circulaire economie die op schone energie draait, onze primaire grondstoffen vandaan halen. Blijven we ze importeren uit armere landen, van China tot de Democratische Republiek Congo, waar milieu en mensenrechten ernstig te lijden hebben onder de mijnbouw?

Europa heeft dan zelf geen last van de mijnbouw. In plaats van onze eigen leefomgeving te vernielen, outsourcen we de schade van ons grondstoffenverbruik. De aantasting van natuur en zoetwatervoorraden kieperen we over de schutting bij andere landen. Is dat aanvaardbaar?

Grondstoffenvloek

Misschien wel, als arme landen dankzij de inkomsten uit mijnbouw hun economie tot ontwikkeling kunnen brengen. Maar in veel ontwikkelingslanden zet grondstoffenwinning juist een rem op ontwikkeling. Nergens tieren corruptie en geweld zo welig als in de mijnbouwsector. De ontginning van bodemschatten is voor ontwikkelingslanden eerder een vloek dan een zegen.

Dat neemt niet weg dat ambachtelijke en kleinschalige mijnbouw de schamele bestaansbron is voor circa 100 miljoen mensen in ontwikkelingslanden. Als we ons dilemma aan hen zouden voorleggen, zouden ze erop aandringen dat we hun goud en kobalt blijven kopen…

Misschien wordt de door de Zweedse Groenen ingediende resolutie er sterker op, als deze ook iets zegt over de grondstoffen die we importeren. Bedrijven in de grondstoffenketen, van mijnbouwmultinationals tot elektronicafabrikanten, mogen zich niet schuldig of medeplichtig maken aan milieumisdrijven en mensenrechtenschendingen, aan corruptie en belastingontwijking. De Europese Unie kan daar steviger beleid op voeren. Zo dragen we bij aan het bezweren van de grondstoffenvloek.

Voor we met de GroenLinks-delegatie naar de Europese Groene Partij amendementen gaan schrijven op de ontwerpresolutie, horen we graag jullie suggesties. Zet ze in de reactiekolommen hieronder.

Update

GroenLinks heeft twee amendementen ingediend op de ontwerpresolutie van de Zweedse Groenen, mede naar aanleiding van de webdiscussie. Deze amendementen zijn eind november goedgekeurd door de in Karlstad verzamelde Europese groene partijen en opgenomen in de definitieve resolutie. De amendementen luiden:
“We recognise that our current sourcing of raw materials – especially fossil fuels and metals – from beyond the EU’s borders comes down to the outsourcing of environmental degradation and social problems. This adds to the urgency of transiting to a renewable energy system and a circular economy. In the meantime, the EU and its Member States should do more to prevent multinational companies from being involved in environmental crimes, human rights abuses, corruption and tax evasion in countries that supply raw materials. The obligation of ‘due diligence’ must be extended to all imported raw materials and to all companies in their value chain. The European Commission and the Council should follow the call of the European Parliament to support a binding UN treaty on business and human rights.”
“During the transition to a circular economy, the EU must make greater efforts to reduce the ecological footprint and to improve the human rights footprint of its imports of raw materials.”

Op de website van de Europese Groene Partij staat de definitieve resolutie.

Reacties

Reacties II