Nederland is een vol land. De geringe oppervlakte wordt heel intensief benut door velen, op heel verschillende manieren. Dat heeft ons veel gebracht: welvaart, kennis, aanzien in de wereld, innovatie. Maar de prijs is navenant hoog geweest: de natuur van Nederland heeft enorme klappen opgelopen en verkeert op veel plekken in deplorabele toestand. Van GroenLinks, nota bene de enige politieke partij die een groen imago via haar naam uitdraagt, mag daarom worden verwacht dat zij ten aanzien van natuur en landschap grote ambities neerzet in het verkiezingsprogramma.

En al is het conceptprogramma van GroenLinks vergeleken bij het huidige beleid en bij de programma's van vrijwel alle andere partijen een zegening voor de natuur, het is flets, hier en daar karig, kent weinig diepgang en is veel te terughoudend waar het gaat om het benutten van de kansen die de natuur ons biedt. Het momentum van het wereldwijde Klimaatakkoord biedt een uitgelezen kans het groene imago ook ambitieus neer te zetten op het gebied van natuur en landschap.

Mondiaal belang

Wat ontbreekt dan? Nederland is een delta met op wereldschaal belangwekkende natuurwaarden en nog altijd indrukwekkende variatie aan natuur. Denk aan de estuaria van Schelde en Eems, aan de getijdenatuur in de Wadden en de Delta, aan de rivieren waar veiligheid en natuur hand in hand gaan, aan de moerassen en grote open wateren en aan de inlandse stuifzanden.

Duurzaam behoud en ontwikkeling van de kwaliteit van deze natuur is ook voor de mondiale biodiversiteit heel belangrijk. Denk alleen maar aan de honderdduizenden doortrekkende vogels in het waddengebied en de vismigratie in de grote rivieren. Inmiddels weten we dat die kwaliteit onder enorme druk staat vanwege versnippering, areaalverkleining, opwarming van het klimaat, de industrie, het intensieve verkeer en vooral vanwege onze dolgedraaide landbouw.

GroenLinks wil veel goede dingen op die gebieden, waarbij vooral de keuze voor een duurzame, niet langer vervuilende landbouw vérstrekkende gevolgen zal hebben. Maar de vele kansen voor het koppelen van natuur aan duurzaam produceren, aan waterbeheer en aan economische activiteiten als duurzame recreatie krijgen nauwelijks aandacht.

Het enorme verlies aan biodiversiteit is vooral in het landelijk gebied zichtbaar. De intensieve landbouw met zijn schaalvergroting, monocultures, bestrijdingsmiddelen, te hoge mestproductie en verlies van arbeidsplaatsen is de grootste veroorzaker van de achteruitgang van de biodiversiteit. Dát zou toch moeten worden genoemd in het verkiezingsprogramma! En dat kan meteen worden gekoppeld aan het unieke mondiale belang van ons land voor weidevogels; nergens anders is deze levensgemeenschap te vinden.

Het is dus goed dat GroenLinks uitdrukkelijk streeft naar grondgebonden landbouw en wil investeren in transitie van de landbouw, onder andere door innovaties. Maar daarboven moeten investeringen komen in bijzondere natuurwaarden in het landelijk gebied. Goed dat GroenLinks in dat kader beloning van boeren voor die diensten noemt en ook wil komen tot een nationaal programma om weidevogels te redden, maar het is jammer dat niet duidelijk wordt aangegeven dat belangrijke weidevogelgebieden en andere waardevolle cultuurlandschappen ruimtelijk goed beschermd moeten worden.

De Europese natuurregels bieden die mogelijkheid en in veel Europese landen hebben voor de natuur waardevolle agrarische landschappen de Natura 2000-status. Bovendien moeten initiatieven voor natuurvriendelijke landbouw zich kenmerken door duurzaamheid, zowel van de kant van de overheid (bestendig beleid) als van de landbouw (niet afhaken als wereldmarkt verandert).

Grootschalige natuurontwikkeling

GroenLinks wil investeren in het afmaken van het Natuurnetwerk, prima, maar daarnaast slechts in twee nieuwe gebieden, Oostvaarderswold en Markerwadden. Dat is wel héél erg mager; er doen zich de komende jaren grote kansen voor om een stevige impuls te geven aan grootschalig natuurherstel, gekoppeld aan de geplande dijkverbeteringen rond het hele IJsselmeergebied.

Daarmee benutten we een kans die zich de komende dertig tot vijftig jaar niet meer zal voordoen. Ook het kierbesluit is een aanleiding tot grootschalige natuurontwikkeling rond het Haringvliet, de rest van de Delta en in de Eems.

Nederland is een mondiale koploper op het gebied van ecosysteemherstel. Samen met onze kennis over waterbeheer kan een gewenst én duurzaam exportbeleid worden gerealiseerd in bijvoorbeeld verdroogde gebieden en laaggelegen delta’s. Met name met het oog op klimaatverandering zal de behoefte aan dergelijke kennis alleen maar toenemen.

Als Nederland serieus genomen wil worden als kennisexporteur voor duurzaam natuur- en landschapsherstel moet het eigen huis wel op orde zijn. De kwaliteit van natuur en landschap in Nederland is echter slecht, hoewel het absolute dieptepunt in veel natuurgebieden wel voorbij is (maar in het landelijk gebied zeker niet!).

De slechte omstandigheden maken dat we fors moeten investeren in herstel van gebieden, waar mogelijk maar niet uitsluitend in combinatie met waterveiligheid, het structureel omvormen van de landbouw en het leefbaarder maken van onze urbane gebieden.

Natuur dichter bij mensen brengen bevordert de gezondheid (gunstig voor de zorgkosten!), werkt positief op het werkplezier (minder arbeidsuitval), trekt bedrijvigheid aan én bevordert de cohesie in de samenleving. Nederlanders moeten meer dan nu het geval is weer trots zijn op het landschap en de natuur die hen omringen; draagvlak daarvoor is er genoeg.

Kortom, het conceptverkiezingsprogramma kent veel goede intenties maar te weinig ambitie. Laat GroenLinks ook op het gebied van natuur en landschap tonen dat de tijd voor verandering echt zal aanbreken!

Theo Verstrael en Kees de Pater schreven deze bijdrage op persoonlijke titel.