Het verkiezingsprogramma van de Partij voor de Dieren
Focus
Ik heb een grote bewondering voor de Partij voor de Dieren. Ze hebben iets wat bijna alle Nederlandse partijen missen: focus. Een scherpe, inhoudelijke focus. Er is geen partij geweest in de geschiedenis van de Nederlandse politiek die zich zo sterk richt op één onderwerp, in haar verkiezingsprogramma's én in haar parlementaire werk.
Met die strategie heeft de partij heel wat bereikt. Niet door haar eigen moties, amendementen of wetsvoorstellen. Die zijn bijna allemaal verworpen. Maar door aandacht te vragen voor dierenrechten dwingt ze de andere partijen meer te doen op dit onderwerp. Er was geen convenant geweest over rituele slacht als Thieme de wet tegen de rituele slacht niet had ingediend.
De partij noemt zichzelf graag een haas in de marathon: door haar aanwezigheid in de race moeten de andere partijen harder lopen voor dierenrechten. De Partij voor de Dieren is, zeker gezien haar beperkte grootte, de meest succesvolle nieuwe partij in de Nederlandse geschiedenis. Door haar exceptionele focus heeft zij het onderwerp dierenrechten bovenaan op de agenda van het Nederlandse parlement gekregen.
En dat is lovenswaardig, want de manier waarop mensen dieren behandelen is misselijkmakend. Dieren hebben intrinsieke waarde: hun leven moet niet ten dienste staan van ons leven. Dieren hebben rechten omdat ze net als wij levende wezens zijn die pijn, angst en honger kunnen voelen. De Partij voor de Dieren en GroenLinks zijn groene bondgenoten, waarbij de eerste wat meer focust op dieren en de tweede op een groene economie die niet stilstaat op kolen en olie, maar draait op zon en wind.
Dierproductierechten
Wie schetst mijn verbazing toen ik het programma van de partij doorlas: het woord 'dierenrechten' is in het programma niet meer terug te vinden. Wel het woord 'dierproductierechten'. Een dierproductierecht is het recht van een boer om een bepaald aantal dieren te houden. De enige diergerelateerde rechten die het programma van de Partij voor de Dieren beschrijft zijn rechten van mensen, niet van dieren. De Partij voor de Dieren heeft deze kafkaësque beleidstaal overgenomen: ze verzet zich niet tegen de term, maar wil dat het systeem van dierproductierechten wordt uitgebreid.
Dieren nemen überhaupt een ondergeschikte positie in - en dan bedoel ik niet alleen in de samenleving maar ook in het programma van de Partij voor de Dieren: de eerste drie hoofdstukken gaan over voedsel, natuur en energie. Dan pas is er een hoofdstuk dat alleen maar over dieren gaat. Landbouwdieren komen aan de orde in het hoofdstuk over voedsel. Het eerste voorstel in dat hoofdstuk is om de BTW op vlees, vis, zuivel en eieren te verhogen. Ik vind dit een curieuze keuze van een partij die zich profileerde als dierenrechtenpartij: ze lijkt hiermee de abjecte situatie te accepteren dat wij mensen op een beestachtige manier dieren houden voor ons eten.
Het programma biedt een beter uitgewerkte agenda voor Nederland dan voorgaande programma's. De Partij voor de Dieren wil dus de BTW verhogen op vlees en vis; natuurgebieden verbinden in een Ecologische Hoofdstructuur; een klimaatwet die de uitstoot van broeikasgassen aanzienlijk reduceert; een positieflijst voor dieren die als gezelschapsdieren gehouden mogen worden; meer geld voor ontwikkelingssamenwerking; een door de raad gekozen burgemeester; en een flexibelere arbeidsmarkt.
Deze agenda is herkenbaar - maar al te herkenbaar: al deze punten zijn ook terug te vinden in het GroenLinks-programma Groene kansen voor Nederland. Programmatische verschillen tussen GroenLinks en de Partij voor de Dieren zijn er nauwelijks. En als ze er zijn, gaat het om de intensiteit van de standpunten: kies je voor 40% of voor 30% reductie van CO2 in 2020?
Dieren instrumenteel of intrinsiek?
GroenLinks (maar ook de PvdA, D66, de ChristenUnie en de SP) delen in grote mate de groene en sociale agenda van de Partij voor de Dieren. Het unique selling point van de partij, haar focus op dierenrechten, lijkt naar de achtergrond te zijn geschoven. De vraag rijst: wat is er aan de hand met de dierenpartij?
Om te begrijpen wat er speelt, kunnen we het best teruggaan naar de oprichting van de partij. Thieme, wiens naam op de oprichtingsstatuten staat, en Koffeman, die het idee voor een dierenpartij al vroeg in de jaren '90 had bedacht, hebben een andere verklaring voor de oprichting van een specifieke dierenpartij. Volgens Thieme zijn de bestaande partijen one-issue partijen, omdat zij zich slechts richten op de financiële belangen van mensen.(1) De Partij voor de Dieren heeft een radicaal niet-antropocentrisch programma. De bestaande partijen negeren dieren. Het is de rol van de Partij voor de Dieren om de bestaande partijen uit te dagen zich meer in te inspannen voor dieren.(2)
Thieme heeft de Partij voor de Dieren misschien opgericht, maar Koffeman heeft het idee bedacht, bijna een decennium eerder. Hij geeft een heel andere reden om een specifieke dierenpartij op te richten: journalisten zijn niet geïnteresseerd in nog een partij met een breed programma voor duurzaamheid en welzijn. Door in te zoomen op het specifieke vraagstuk van dierenrechten trekt de partij de aandacht van journalisten. Op deze manier kunnen ze hun bredere groene en sociale boodschap naar het publiek brengen. Zelfs de keuze voor de naam 'Partij voor de Dieren' was strategisch, volgens Koffeman. De partij zou zich ook 'partij voor het milieu' of 'partij voor dieren en kinderen' kunnen noemen, maar dat beklijft niet.(3)
Deze argumenten zijn deels tegengesteld: aan de ene kant zou de partij een breed groen en links programma nastreven en het onderwerp dieren gebruiken om media-aandacht te krijgen (de lijn-Koffeman). Aan de andere kant lijkt het een partij te zijn die zich profileert op het onderwerp dieren om -indirect- dierenlevens te redden (de lijn-Thieme). Zijn dieren dus intrinsiek waardevol voor de partij of slechts een instrument om aandacht te krijgen?
Dieren als middel
Als we kijken naar het nieuwe verkiezingsprogramma lijken de dieren geïnstrumentaliseerd. De verhouding tussen dieren- en mensenonderwerpen is nadrukkelijk verschoven in de richting van mensen. Het programma stelt: "Mensenrechten zijn er om te worden nagestreefd" en het zwijgt vervolgens in alle talen over dierenrechten. Het eerste hoofdstuk richt zich op gezonde landbouw en duurzaam voedsel, niet op het afschaffen van de veehouderij. Let wel: van een radicale verandering in de posities van de Partij voor de Dieren is geen sprake. Zij onderschrijft de intrinsieke waarde van dieren nog wel, maar dat is weggestopt op pagina 14, paragraaf 5.
Het is tekenend voor de veranderende focus. Het radicale dierenrechtenprogramma dat de intrinsieke waarde van dieren centraal stelde, is ingeruild voor een breed groen en sociaal programma met oog voor mens, milieu en dier.
De partij volgt de lijn-Koffeman. De dieren hebben hun nut gehad om de aandacht van journalisten te trekken. Maar nu is het blijkbaar tijd voor andere onderwerpen: voedsel, energie en natuur. Het lijkt toch een beetje op mijn buurmeisje van twaalf dat een konijn wilde omdat alle populaire meisjes dat hadden. Nu ze mee mag doen met de populaire meisjes, heeft ze geen aandacht meer voor het konijn. Dat hupst nu vereenzaamd rond in zijn kooi.
Het programma van de Partij voor de Dieren heet Hou vast aan je idealen. Of die titel de lading dekt is maar zeer de vraag: de Partij voor de Dieren heeft haar wilde, ideologische veren afgeschud. Ze lijkt haar unieke karakter op te geven. En dat vind ik een groot gemis voor de Nederlandse politiek.