Het verkiezingsprogramma van de VVD

In The Rolling Stone van 19 juli schrijft journalist en oprichter van 350.org Bill McKibben over de hittegolf in de VS:

"June broke or tied 3,215 high-temperature records across the United States. That followed the warmest May on record for the Northern Hemisphere – the 327th consecutive month in which the temperature of the entire globe exceeded the 20th-century average, the odds of which occurring by simple chance were 3.7 x 10-99, a number considerably larger than the number of stars in the universe."

Best belangrijk, klimaatverandering.

Eens zien wat het VVD-programma over de opwarming van de aarde te vertellen heeft. "Wij mogen onze problemen hoe dan ook niet doorschuiven naar toekomstige generaties. Dat vergt nu maatregelen, ook impopulaire," staat er te lezen in het verkiezingsprogramma. Maar de problemen bij VVD zijn uitsluitend van financiële aard. Bezuinigen, bezuinigen, bezuinigen! Overheidsfinanciën op orde! Ferme taal, maar over klimaatverandering, of een zeespiegelstijging die de duurste Deltawerken nog niet kunnen tegenhouden, geen woord.

Neem even de tijd om dit op u in te laten werken: geen woord over het grootste probleem van deze tijd. Waarom?

Omdat het een impopulair onderwerp is.

Het is emblematisch voor de politisering van het milieu in Nederland. Ben je voor kerncentrales? Geloof je niet dat de opwarming van de aarde door mensen wordt veroorzaakt? Dan ben je rechts. En die politisering wordt nu bevestigd in het verkiezingsprogramma van de VVD. Toch zijn er genoeg VVD'ers die wel degelijk begrijpen dat klimaatverandering een ramp is, en dat de huidige economische groei het recept is voor de ontmanteling van dieren en planten op aarde.

Dit werd onderstreept door een recente oproep van een clubje 'groene liberalen', waaronder Ed Nijpels en Pieter Winsemius om 'tien duurzame geboden' op te nemen in het verkiezingsprogramma. Kilometerheffing voor automobilisten, meer investeringen in duurzame innovaties binnen het bedrijfsleven, Europese CO2-belasting, een grotere rol van Europa in het milieubeleid, een einde aan de bezuinigingen op het natuurbeleid: de tien duurzame geboden hadden net zo goed 'de tien taboes van rechts' kunnen heten.

Of: de visie van GroenLinks.

Maar de prominente groene liberalen die in de jaren negentig klimaatverandering als een van de eersten serieus namen, hebben steeds minder in de melk te brokkelen binnen de VVD. De oproep van Nijpels en Winsemius was 'een schreeuw in de nacht' die niet gehoord werd. Als uit onderzoek blijkt dat klimaatverandering laag op het politieke verlanglijstje van potentiële rechtse kiezers staat - dan doen we toch gewoon alsof het niet bestaat, moet de VVD gedacht hebben.

Ondertussen ruimen de liberalen wel ruimte in om de burger te doordringen van de noodzaak van overheidsingrijpen in de kledingkeuze van een handjevol Nederlanders, of immigranten de kosten op te laten hoesten van een denigrerende inburgeringscursus:

"De VVD wil een verbod op gezichtsbedekkende kleding zoals boerka's. Mensen moeten zelf voor hun inburgering betalen. Er komt een sociaal leenstelsel voor mensen die hun inburgering niet zelf kunnen betalen. Wie voor het examen zakt, moet Nederland verlaten."

Vier zinnen over twee non-problemen, maar geen woord over het grootste reëele probleem van de 21ste eeuw.

Dit is zonde. Het programma van de rechts-liberale VVD lezend, constateer ik dat er economisch gezien opvallend veel overeenkomsten met de links-liberale koers van GroenLinks zijn: betere en bredere kinderopvang, lagere belasting op arbeid (hoewel GroenLinks juist een sterk progressieve inkomstenbelasting bepleit, waar lage inkomens nauwelijks, en hoge inkomens meer belasting betalen); de verhoging en verkorting van de WW-uitkering; het snel verhogen van de AOW-leeftijd (hoewel GroenLinks hier nadrukkelijk de zware beroepen wil compenseren). Geen wonder dat GroenLinks en de VVD bij de onderhandelingen voor het Lenteakkoord binnen twee dagen door één deur pasten.

Ook deelt de VVD met GroenLinks de opvatting dat er geïnvesteerd moet worden in onderwijs: "Dat moet ook, als Nederland wil bijblijven in kleiner wordende wereld waar de concurrentie om kennis steeds groter wordt. Onderwijs is niet alleen in het belang van leerlingen en studenten zelf; van een goed en hoog opgeleide beroepsbevolking profiteren we allemaal," lezen we. Toch is de opvatting dat meer onderwijs beter is niet evident. Een kort uitstapje naar de 19de eeuw is hier op zijn plaats.

Dat we uiteindelijk allemaal beter worden van investeringen in goed en verplicht onderwijs was namelijk het punt dat progressieve politici als Arnold Kerdijk en Samuel van Houten in de 19de eeuw al maakten. Toen woedde er een strijd tussen de progressieve en de conservatieve liberalen over kinderarbeid en de leerplicht. De conservatieve liberalen waren fel tegen een verbod op kinderarbeid - de markt en de ouders wisten immers wat het beste was voor kinderen. Ook de leerplicht was voor de conservatieve liberalen een paternalistische gruwel.

De overheid die kinderen dwong naar school te gaan betekende onnodige inmenging van de staat in het privéleven van mensen. (Dat ging gepaard met andere, materiële belangen: de conservatief stemmende kapitalisten kwamen de jonge arbeidskrachten goed van pas.) Toch wisten de progressieve liberalen uiteindelijk een meerderheid in het parlement te verwerven. Vandaag de dag zal geen enkele Nederlandse politicus het belang van de leerplicht of het verbod op kinderarbeid betwisten. De progressieve liberalen bleken visionair te zijn geweest.

Hetzelfde geldt nu voor het progressieve GroenLinks en de conservatiever wordende VVD: de leerplichtstrijd vindt haar evenknie in de huidige klimaatstrijd. Klimaatverandering - en een waaier aan andere milieuproblemen - kan alleen worden beperkt door het snel implementeren van schone technologieën en een prijs te zetten op de uitstoot van CO2.

De conservatieve liberalen vinden willen dat niet. Ze zeggen: laat de markt zijn werk doen, ingrijpen is duur en kost ons banen, en een CO2-prijs raakt de burger en het bedrijfsleven. (De materiële lobbybelangen die hier achter schuilgaan zijn die van Shell, Schiphol en Saoudie-Arabië.)

GroenLinks vertegenwoordigt de progressieve liberale vleugel, die net als eind 19de eeuw strijdt voor een verandering van de status quo en opkomt voor de kwetsbare belangen van het web van leven waar we allemaal van afhankelijk zijn. GroenLinks gelooft dat 'rijkdom' een breder begrip is dan geld alleen, en dat het ook natuur, klimaat en oceaan omvat. GroenLinks steunt het nieuwe type onderneming dat op de lange termijn gericht is en daardoor gebaat is bij een ambitieuzer milieubeleid - bedrijven als DSM, Triodos, Unilever, Philips.

Als de VVD op 12 september de grootste wordt, dan is het niet denkbeeldig dat GroenLinks nodig is voor een meerderheid. Sociaal-economisch lijken beide partijen het redelijk te kunnen vinden. De inzet van de komende campagne van GroenLinks zou dan ook moeten zijn: stem op ons zodat niet de grote gedoger, maar de grote vergroener in het kabinet-Rutte komt.

De progressieve liberalen zullen de conservatieve liberalen moeten overtuigen van de noodzaak tot een groener belastingstelsel. GroenLinks was en is haar tijd ver vooruit. Over honderd jaar kijken onze kleinkinderen in ongeloof terug op de huidige politisering van het klimaatdebat, zoals wij nu niet kunnen bevatten dat iemand in gezond verstand voor kinderarbeid heeft kunnen zijn.