GroenLinks staat op een kruispunt in haar bestaan. Na de dramatische verkiezingsuitslag moet de partij gaan nadenken over haar koers, haar plaats in het politieke landschap en daarmee over haar zelfstandige bestaansrecht. Christian Jongeneel schetst drie toekomstscenario's. Ik wil deze in hun historische en electorale context plaatsen. In eerder artikel behandelde ik de linkse, rode koers en de blauwe koers gericht op het progressieve midden. (1) Hier zal ik verder in gaan op de groene koers.

In het vorige artikel beschreef ik hoe GroenLinks is opgericht als een samenwerkingsverband links van de PvdA. Dit is echter maar een deel van het verhaal. Dit samenwerkingsverband had namelijk ook een groene agenda. Groen is echter geen eenduidige politieke stroming, maar omvat verschillende richtingen.

Van de oprichters van GroenLinks hadden met name de EVP, PPR en de PSP een groen profiel. Ze zijn niet opgericht als groene partijen, maar hun verzet tegen kernenergie en kernbewapening plaatsten hen wel in het groene kamp. Met name de PPR wilde niet dat de nieuwe formatie alleen een links karakter kreeg, maar streefde naar een vernieuwend groen profiel. Zo zou GroenLinks aansluiten bij de Europese groene familie. Is GroenLinks in deze opzet geslaagd?

Bright green of dark green

In de groene politiek zijn er grofweg twee stromingen: dark green en bright green. Dark green politiek heeft vier kenmerken: zij constateert een door de mens veroorzaakte ecologische crisis; die is niet alleen een probleem omdat de crisis het voortbestaan van de mensheid in gevaar brengt, maar ook dat van dieren, de natuur en de aarde zelf; de oplossing voor onze problemen is een verandering van onze moraal; en economische groei moet worden afgezworen.

Bright green politiek onderschrijft alleen de eerste positie: er is sprake van een ecologische crisis, maar de oplossing hiervoor is te vinden in economische groei die voortkomt uit groene innovatie.

  • GroenLinks en haar voorgangers hebben sinds het midden van de jaren ‘60 gerept van een ecologische crisis. De aard van de crisis veranderde met het milieu: de eindigheid van grondstoffen (jaren ’70), de gevaren van kernenergie (jaren ’80), het gat in de ozonlaag (eind jaren ’80) en nu steeds meer klimaatverandering (sinds de jaren ’90).
  • In de ogen van GroenLinks zijn dit verdelingsvraagstukken: een eerlijke verdeling van grondstoffen binnen de huidige generatie en tussen huidige en toekomstige generaties. Groene politiek is eerder een voortzetting van sociale politiek dan een eigenstandige stroming.
  • GroenLinks heeft altijd één oplossing gehad: de verschuiving van de belasting van arbeid naar vervuiling. GroenLinks gelooft in het stimuleren van de markt om groene innovaties te ontwikkelen. Soms moet de overheid zelf vervuilende producten en processen verbieden of juist groene initiatieven ondersteunen. Dit leidt tot groene werkgelegenheid.
  • Dit heeft ook implicaties voor de houding tegenover groei: een groene belastingverschuiving zal in elk geval op korte termijn leiden tot nieuwe banen en groene groei.

Het profiel van GroenLinks is nooit donkergroen maar altijd bright green geweest: een enigszins technocratische benadering die de nadruk legt op slimme en innovatieve oplossingen. De intrinsieke waarde van niet-menselijk leven, een nieuwe moraal en het afzweren van economische groei zijn in de partij nooit mainstream geweest .

In electoraal opzicht is de groene koers succesvol: in de ogen van de kiezers is GroenLinks inderdaad dé groene partij . Een zeer groot deel van de kiezers denkt dat GroenLinks de beste oplossingen heeft voor natuurbescherming en klimaat. En voor een groot deel van de GroenLinks-kiezers is milieu het doorslaggevende onderwerp.

Dit is de kern van een groene koers. Wil GroenLinks haar groene karakter uitbuiten dan moet zij hier sterker de nadruk op leggen. Ecologie moet in politieke zin de kernwaarde zijn die alle onderwerpen verbindt: GroenLinks biedt groene oplossingen, niet alleen voor natuur, klimaat en dierenwelzijn maar ook voor gezondheid (gezond leven) en werk (groene banen).

Groen is geen technocratisch verhaal van innovatie, maar een verhaal dat mensen direct in hun leefomgeving raakt. Geduld is gepast: onze tijd komt. We werken aan een consistent groen verhaal, zelfs als het niet het belangrijkste onderwerp voor de kiezer is.

De Partij voor de Dieren

Er zitten twee groene partijen in de Tweede Kamer: GroenLinks en de Partij voor de Dieren. In hoeverre zijn zij concurrenten?

In programmatisch opzicht heeft de Partij voor de Dieren een opmerkelijke ontwikkeling doorgemaakt. In de eerste zes jaar legde de partij in haar programma, haar parlementaire activiteiten (speeches en moties) en haar buitenparlementaire activiteiten (zoals de films Meat the Truth en Sea the Truth) een grote nadruk op dieren.

Het programma van 2012 sprak echter eerst over duurzame energie, gezond voedsel en natuur en pas daarna over dierenwelzijn. De beprijzing van vervuiling is nu een kernpunt geworden. Het programma komt zo steeds dichterbij het GroenLinks-programma.

Electoraal gezien is dit (nog) niet zichtbaar. De Partij voor de Dieren krijgt niet zozeer groene stemmen, maar krijgt met name stemmen van mensen die geen vertrouwen hebben in andere partijen. PvdD-kiezers hebben het gevoel dat hun stem weinig uitmaakt. Het is geen groene partij, eerder een anti-partijenpartij.(2) De electorale uitwisseling tussen GroenLinks en de Partij voor de Dieren is beperkt.

Er bestaat bij de Partij voor de Dieren een grote discrepantie tussen haar programma en haar electorale aantrekkingskracht. In programmatisch opzicht is de Partij voor de Dieren een concurrent van GroenLinks, maar in electoraal opzicht is dat niet het geval.

Groen!

De keuze voor groen is niet een eenduidige. Dat betekent namelijk een keuze tussen een dark green verhaal dat kritisch is over onze huidige levensstijl en onze economie gericht op groei en een bright green verhaal dat stelt dat we kunnen blijven werken en consumeren als we deden. Bovendien is GroenLinks niet meer de enige groene partij van Nederland. De Partij voor de Dieren is een beperkte electorale concurrent van GroenLinks, maar zij is wel een geduchte ideologische concurrent.

    Voetnoten 

    1. Ook de PPR stond begin jaren '80 op een cruciaal punt in haar geschiedenis. De keuzes die zij toen voor stond werden ook in termen van kleuren gezien (Waltmans, 1983:196).
    2. Dit is overigens dezelfde aantrekkingskracht die de Duitse Groenen door hun hele geschiedenis hebben gehad. De Groenen zijn opgericht als anti-partijenpartij. En hun recente renaissance is gebaseerd op hun profiel als betrouwbare, integere partij in een landschap van onbetrouwbare partijen.