Hein Albeda was onder meer directeur van Stichting Rekenschap en adviseert gemeenten als zelfstandig adviseur. Hij vertelt dat hij De Tweede Mening heeft opgezet als antwoord op de rechtszaken die speelden bij de WMO. Albeda: ‘Wij zagen dat er veel beroepen waren tegen uitspraken van de gemeente rondom de WMO. Vóór deze wet had je een vast recht op bepaalde zorg en kon je dat zelf toetsen. Bij de WMO kijkt de gemeente eerst wat je zelf kan en vervolgens of de gemeente daar iets aan kan toevoegen. Het is voor zorgvragers daardoor moeilijk te zien waar ze recht op hebben.’
De Tweede Mening helpt mensen die ontevreden zijn over de uitspraken van de gemeente bij de WMO, om aan de samenleving om een second opinion te vragen. Albeda: ‘Wij als samenleving betalen deze zorg en wij als samenleving willen dat ook graag. Als het erop aankomt, blijken mensen geneigd te zijn hulp te geven als deze echt nodig is, maar er bestaat ook de ergernis dat er soms bijvoorbeeld hulpmiddelen worden toegekend als deze helemaal niet nodig zijn.‘
Bij het WMO-experiment in Utrecht en Zoetermeer worden meerdere casussen aan het burgerpanel voorgelegd. Een onafhankelijk onderzoeksbureau moet garanderen dat deze casussen op een neutrale en genuanceerde manier aan het online forum worden voorgelegd. Daarnaast zou een WMO-raad volgens Albeda kunnen controleren of De Tweede Mening eerlijk wordt uitgevoerd.
Argumenteren als burgerplicht
Een voordeel van zo’n deliberatief initiatief is dat ambtenaren van de discussies en uitspraken zouden kunnen leren. Uit gesprekken met ambtenaren heeft Albeda gemerkt dat er vaak meerdere kwesties zijn die zij zouden willen voorleggen en dat ze benieuwd zijn naar de afwegingen die burgers vervolgens maken.
Ook zou volgens Albeda de lokale politiek aan de hand van de online discussies kunnen besluiten haar beleid aan te passen. ‘Het is een verrijking van de democratie als argumenteren niet alleen gebeurt bij politici in de gemeenteraad, maar als burgers als het ware een burgerplicht hebben om over besluiten mee te praten.’
Hij wijst erop dat besluiten van de gemeente nu vaak eenzijdig op sociale media worden afgebrand. ‘Als je met mensen praat, komt vanzelf de nuance weer terug. Het zou goed zijn als een gemeente een gevoelige zaak voorlegt aan een groep representatieve burgers die er dan over kunnen meepraten en erover kunnen beschikken.’
Knellend kader
Een beperking van een initiatief als De Tweede Mening is dat de uiteindelijke uitspraak van het online burgerpanel nooit bindend is. Dat zou namelijk tegen de Nederlandse wetgeving ingaan. Het gevaar bestaat dus dat De Tweede Mening een wassen neus is. Albeda: ‘Een gemeente kan bij De Tweede Mening hoogstens signaleren dat het politiek kader knellend is en dat hier nieuwe maatregelen voor moeten worden genomen. Daarom hebben we wel als voorbehoud ingebouwd dat als een meerderheid van het forum het oneens is met een beslissing, de gemeente deze in ieder geval moet heroverwegen.’
Albeda vindt het vreemd dat het werk van schrijvers en filmmakers op het internet uitvoerig wordt besproken, maar dat er geen vaste plek is voor burgers om bijvoorbeeld over het beleid van de burgemeester te oordelen. Dit zou je volgens hem juist kunnen gebruiken om op tijd beleid aan te passen. ‘Als je als bestuurder pas na vier jaar hoort wat je verkeerd doet, is dat heel vervelend. Als je dat eerder hoort, kun je je beleid nog op tijd bijstellen.’
Meer over de deliberatieve democratie
Het laatste partijcongres van GroenLinks wees op voorstel van Lot van Hooijdonk het correctieve referendum af om in plaats daarvan meer ruimte te geven voor experimenten met deliberatieve democratie: volksraadpleging door middel van dialoog. In het voorjaar van 2016 werd binnen GroenLinks bovendien een partijbrede discussie over nieuwe democratie en zeggenschap gevoerd. Op basis van deze discussie is in november van dit jaar een slotpublicatie verschenen waarin ook de rol van de deliberatieve democratie voor GroenLinks wordt besproken. Lees hier verder.
Van Hooijdonk organiseerde als wethouder in Utrecht het ‘Stadsgesprek Energie’ waarbij burgers meepraatten over het energieplan van de gemeente. Zie 'Het referendum is fastfood; deliberatie is slow politics'.
Een ander innovatief voorbeeld van deliberatieve democratie is ‘Samen Wageningen’ van GroenLinks-wethouder Lara de Brito. In dit project werd het beleidsplan van het sociale domein vormgegeven op basis van bijeenkomsten met en enquêtes onder de inwoners van Wageningen.
Het begrip deliberatieve democratie bestaat al sinds de jaren 80, maar werd opnieuw populair vanwege het boek 'Tegen verkiezingen' (2013) van David Van Reybrouck. Het past in het brede scala aan bestuurskundige begrippen, zoals ‘burgerparticipatie’, ‘co-creatie’ en ‘doe-democratie’, die als uitgangspunt hebben de burger de macht weer in eigen handen te laten nemen. Op http://democraticchallenge.nl is een overzicht te vinden van de verschillende manieren waarop aan de hand van deze begrippen op lokaal niveau met de democratie wordt geëxperimenteerd.