De eerste keer dook de Green New Deal op in de herfst van 2008. De financiële crisis is dan net in de zomer in volle omvang losgebarsten. We verkeren op dat moment nog in de nadagen van de grote Tweede Klimaatgolf, die de wereld in 2005 tot 2007 overspoeld heeft. De aandacht voor het milieu is groot. Door de hoge temperaturen, sombere wetenschappers, en met Al Gore als verteller van het verhaal is de aandacht voor het klimaat - na een Eerste Klimaatgolf rond 1990 - tot grote hoogte opgestuwd.

Maar het slechte financiële nieuws verdringt het klimaat al ras van de voorpagina's. Er volgt wel iets opmerkelijks: terwijl eerder in vergelijkbare situaties het milieu volkomen het onderspit delft te midden van een economische crisis, lukt het nu via het idee van een Green New Deal het klimaat op de politieke agenda te houden. De Green New Deal beoogt de economie met een slim groen investeringsprogramma op Keynesiaanse wijze te behoeden voor een al te forse recessie.

De Green New Deal maakt enige tijd deel uit van het debat, in Nederland en andere landen, maar tot een concrete uitvoering komt het nergens. De jaren erna ebt de belangstelling voor de Green New Deal langzaam weg, totdat GroenLinks het idee in 2012 weer agendeert op het congres. Het wetenschappelijk bureau van GroenLinks laat ook een (vertaald) boekje over dit onderwerp verschijnen.

Een boekje overigens, dat zich eerder laat lezen als een prettige en heldere samenvatting van ongeveer de helft van het GroenLinks-programma, dan als een concreet recept om de crisis te bestrijden.

Dubbele crisis

Hoe verhouden de Green New Deal, de klimaatcrisis en de financiële crisis zich nu toe elkaar? Dat blijkt nog een hele puzzel.

Half januari verschijnt er een 'plan' van SP, PvdA en GroenLinks om de crisis te lijf te gaan, dat wordt gepresenteerd op de manifestatie 'Een ander Nederland'. Hierin, en in de toespraak van Jolande Sap op deze bijeenkomst wordt niet gerept van een New Green Deal als oplossing voor de crisis. De crisis wordt hierin geanalyseerd als een falen van de financiële markten, die veel te veel de vrije hand is gegeven. De financiële sector zou door de politiek beteugeld moeten worden.

Hoe dit zich allemaal tot de milieu- en klimaatpolitiek verhoudt wordt niet erg duidelijk. Over de klimaatcrisis ook geen woord. Een zwakke echo van de Green New Deal-gedachte is nog te bespeuren in het idee om mensen aan het werk te helpen via isolatie van woningen.

Laten we eerst erkennen dat er twee crises zijn: een financiële crisis (met grote economisch gevolgen) en een milieucrisis (waarvan het klimaatprobleem het meest urgent is). Er is waarlijk sprake van een dubbele crisis. Op een hoog abstractieniveau hebben beide crises wel een relatie (geen grenzen stellen, op te grote voet leven, etc) maar er is alle reden om ze apart te benoemen en apart te beschouwen.

De oorzaken zijn voor een belangrijk deel verschillend, de gevolgen zeker, en het ligt niet voor de hand dat de oplossing voor de ene crisis ook direct de oplossing voor de andere is. Zat de wereld maar zo mooi in elkaar!

De congresagenda spreekt overigens niet van een financiële crisis maar van 'de Eurocrisis'. Of dat bewust zo is opgeschreven weet ik niet, maar daar zit een verschil tussen. Is de financiële crisis primair het gevolg van deregulering op de financiële markten, de Eurocrisis is het resultaat van een gebrekkige institutionele architectuur rondom de Euro (ongelijkheid in ontwikkeling noord-zuid en wel muntunie maar geen politieke unie).

En waar de oorzaken van elkaar verschillen, zijn ook de oplossingen anders van aard. In weerwil van wat de congresagenda suggereert zijn de oplossingen voor de Eurocrisis het minst op het terrein van een Green New Deal te vinden. Daarvoor moet de politieke, financiële, en economische context waarbinnen de nieuwe munt moet functioneren drastisch worden aangepast. Iets waar GroenLinks in Brussel overigens op andere momenten goede voorstellen voor heeft gedaan.

Zoals gezegd, voor een groene partij met een groene agenda zou het moeten gaan over de dubbele crisis. Dit zou ook voortdurend zo benoemd dienen te worden, anders krijg je geen greep op het debat. Wie niet permanent ook de groene crisis agendeert, huppelt nog slechts mee in de kudde en wekt de indruk dat de financiële crisis de enige grote crisis is.

De Green New Deal suggereert dat we de financiële crisis kunnen overwinnen en het pad naar economische groei weer terug kunnen vinden door fors te investeren in plannen waar het milieu baat bij heeft. Het is een knappe omdraaiing van het helaas vaak dominante discours dat juist stelt dat prioriteit voor het milieu ten koste gaat de economie.

De gedachte van de Green New Deal sluit aan bij een stroming in het bedrijfsleven die het milieu heeft omarmt. Hun filosofie luidt dat bedrijven die duurzaamheid serieus nemen ook economisch het meeste perspectief hebben. Vaak wordt verwezen naar Duitsland: daar heeft een politiek die consequent heeft ingezet op hernieuwbare energie honderdduizenden banen geschapen.

Het is een zinnige gedachte een conjuncturele crisis te lijf te gaan met extra investeringen, en als je dit doet is het zeer verstandig het geld zo uit te geven dat er iets maatschappelijks nuttigs mee gebeurt. Dan staan terecht groene investeringen bovenaan de lijstjes: in isolatie, in duurzame energie. In zoverre is de Green New Deal uitermate verstandig.

Grenzen van de Green New Deal

Maar, let wel, met een dergelijk investeringsprogramma is noch de financiële crisis, noch de klimaatcrisis opgelost. Wat betreft de financiële crisis zijn de gevolgen verzacht maar is aan de oorzaken niets gedaan. En voor een effectieve aanpak van de klimaatcrisis is primair strengere regelgeving en een hogere CO2-prijs nodig. Daarvan kunnen extra investeringen slechts het sluitstuk zijn.

Omdat er sprake is van een dubbele crisis hebben we een dubbele aanpak nodig. Een Green New Deal legt niet meer dan een noodverband. Nuttig, want het bloeden wordt gestopt, maar de structurele oorzaken worden er onvoldoende mee weggenomen.

Natuurlijk, het aanpakken van de opwarming van de aarde is ook in economische opzicht verstandig. Maar niet omdat het de economische groei aanjaagt, zoals soms wel gesuggereerd wordt, maar omdat bij niet ingrijpen veel grotere kosten gemaakt moeten worden. De gerenommeerde Britse econoom Stern heeft het mooi voorgerekend. De kosten van aanpassing zijn op termijn veel hoger dan van het beperken van de uitstoot.

Tegelijkertijd moeten er voor de aanpak van de uitstoot van broeikasgassen per saldo wel kosten gemaakt worden. Niet veel, de economische groei zou per jaar met enkele tienden van procenten lager uitvallen. Maar het zijn kosten, en de economische groei wordt met een effectieve aanpak dus niet extra gestimuleerd.

Voor individuele bedrijven, en ook voor enkele landen, zou dit anders kunnen uitpakken. Er zullen winnaars en verliezers zijn. Zeer forse energiebesparing, minder verbruik van fossiele brandstoffen, en groei van het verstoken van hernieuwbare brandstoffen zal leiden tot een forse verschuiving van economische activiteiten. In Duitsland staan de winnaars nu letterlijk en figuurlijk in het zonnetje. Bedrijven die de nieuwe marktkansen niet zien, dreigen de boot te missen.

Sommige landen als geheel, waar dan veel bedrijven op tijd de steven wenden, zouden van de nieuwe oriëntatie kunnen profiteren. Maar omdat de koek per saldo niet groter wordt, zullen er dan altijd andere landen zijn die er extra nadeel van ondervinden.

Breek de macht van de markten

De financiële crisis kan alleen beteugeld worden wanneer de macht van de markten gebroken wordt. Dit klinkt wellicht radicaal, maar is het helemaal niet. Want de financiële markten zijn door de politiek gecreëerd en vormgegeven en dezelfde politiek kan deze markten dus ook herscheppen en reguleren. De afgelopen decennia is het kapitaal door de politiek vrijgemaakt, barrières die er bestonden voor vele typen kapitaalverkeer geslecht.

Dit vrijgemaakte geld kon vervolgens zich met één muisklik over de aarde bewegen door de nieuwe informatietechnologie. Het neoliberale idee achter de deregulering was dat meer markt ook meer welvaart zou betekenen. Na drie jaar economische stagnatie, en nog meer jaren in het verschiet, weten we wel beter.

Premier Rutte hamert op strengere regels voor de financiële huishouding voor de lidstaten van de Europese Unie. Dit kan zijn betekenis hebben (al kan een land zich ook heel goed verder de put in bezuinigen), maar mist de kern van de financiële crisis waar we in zitten: Rutte zou er goed aan doen zijn energie te richten op een krachtige regulering van de financiële markten.

Dan gaat het om scheiding van spaar- en zakenbanken, en forse heffing op financiële transacties, veel grotere buffers voor financiële instellingen, bevoegdheid tot aankoop van staatsobligaties door de ECB, etc.

Het voor de korte termijn interessante pleidooi voor een Green New Deal zou er niet in moeten ontaarden dat de aandacht afgeleid wordt van maatregelen die nodig zijn in de financiële sfeer. Zoals ze ook ten onrechte de indruk kan wekken dat aanpakken van milieuproblemen leidt tot meer economische groei.

Een riskant idee, want als dat verder postvat, ligt ontgoocheling bij velen over groene politiek op de loer als ze ontdekken dat aandacht van grote problemen ook onvermijdelijk een prijs heeft.