Verbind groen en links
Dat het tijd is voor verandering weet onze GroenLinkse achterban uitstekend. Misschien is het nú tijd dat GroenLinks regeringsverantwoordelijkheid krijgt. Met dat beeld lees ik ook het conceptverkiezingsprogramma. Staccato zinnen, vaak heldere stellingnames, een mooi palet van voorstellen. Hoe kunnen we dát nog sterker maken?
Mijn dagelijks werk richt zich op het verbinden van overheden, bedrijfsleven en burgerorganisaties voor een duurzaam, klimaatneutraal Gelderland. Daarom las ik het eerste hoofdstuk met extra aandacht. ‘Groen investeren’, heet het. Het daaropvolgende hoofdstuk heeft als titel ‘Nieuwe nivellering’ en besteedt veel aandacht aan de rol van banken en inkomensongelijkheid. Ik wou dat we het eerste hoofdstuk ‘Groen nivelleren’ konden noemen. Want de verbinding tussen ‘groen’ en ‘links’ zou het programma een stuk sterker maken.
Elitair
De groene beweging heeft iets elitairs. Salderen met je zonnepanelen kan je pas als je überhaupt het geld hebt om zonnepanelen te kopen. Gebruik maken van een energiebesparingslening werkt als je een eigen huis hebt én kredietwaardig bent. Belastingmaatregelen voor elektrische auto’s zijn vooral prettig voor mensen met een eigen bedrijf en het vermogen te investeren.
Voor mensen met een kleine beurs zijn veel minder voorzieningen beschikbaar. Ja, je kan tochtstrippen plakken, de thermostaat lager zetten of op zoek gaan naar de zeldzame projecten die via slimme leaseconstructies zonnepanelen op huurdaken realiseren. Energielasten drukken stevig op de inkomenspositie van arme mensen, terwijl ze via hun belasting meebetalen aan renderende subsidies voor de rijken.
Tegelijk willen we snel van het aardgas af, labelsprongen maken en stevig investeren in wind en zon. Dat gaat op vele vlakken niet goed. De markt faalt, doordat de investeringen in verduurzaming te klein en verspreid zijn, de kwaliteit te laag is en de samenwerking tussen betrokken partijen onvoldoende vorm krijgt.
Een CO2-heffing en het ontkoppelen van onze woningen van het aardgasnet moeten gepaard gaan met maatregelen die ervoor zorgen dat de lage inkomens niet de rekening krijgen toegeschoven. Of nog beter, die ervoor zorgen dat ze bijdragen aan een economie met meer rendement voor lage inkomensgroepen én versterking van werkgelegenheid en sociale samenhang.
Oproepen is één, maar vertalen in actie is twee. En dat moet een verkiezingsprogramma juist doen! In Gelderland vertalen we bovenstaande analyse in een drieslag: investeer in kwalitatief goede en bereikbare informatie in álle gemeenten, toegankelijk voor iedereen.
Dus zorg dat elke gemeente een sterk energieloket heeft, dat wijkgericht werkt, samenwerking stimuleert en kwaliteit garandeert voor de burger. Zorg vervolgens voor versnelde wijkprocessen om zo snel mogelijk te investeren in de overgang naar aardgasvrije wijken. En versterk bij die processen de positie van de meest kwetsbare groepen, zorg voor versterking van de lokale werkgelegenheid en sociale samenhang.
Energiedienstenbedrijf
De derde slag is het energiedienstenbedrijf. Lever bewoners/eigenaren niet over aan een onsamenhangende markt, maar pak als overheid de regie en zet, samen met het bedrijfsleven en burgerorganisaties, een energiedienstenbedrijf op dat ervoor zorgt dat bewoners/eigenaren geen energie inkopen, maar warmte en licht. Het bedrijf is verantwoordelijk voor de maatregelen om die diensten effectief en efficiënt te leveren.
Alleen dán kunnen we er zeker van zijn de mensen met weinig geld tóch hun huis kunnen verduurzamen. En alleen dán leg je de stimulans voor stevige maatregelen neer in een construct waar geld verdienen, maatregelen nemen, kwaliteit genereren en energiebesparing hand in hand gaan.
Dat bedrijf moet overheidsgedomineerd zijn, want kwaliteit moeten we borgen vanuit het maatschappelijk belang. Het moet een social enterprise zijn, die werkgelegenheid genereert met energiebesparing en duurzame energieopwekking. En de rendementen moeten terugvloeien in een gezamenlijk fonds om de samenleving sociaal, economisch én ecologisch te verduurzamen.
Als je dát doet, en in Gelderland geven we vorm aan deze drieslag, dán is een Groene Investeringsbank (zoals het verkiezingsprogramma voorstelt) zinvol, kunnen de energiecoöperaties hun rol pakken en kan de voorgestelde investeringsplicht voor woningcorporaties uitgevoerd worden op een manier die rendement oplevert voor huurders.
Afwentelen
Een GroenLinks-verkiezingsprogramma dat géén verband legt tussen armoede en duurzaamheid is niet volledig. Dat geldt niet alleen voor het Nederlandse beleid, maar ook voor het internationale beleid. De ‘Rechtvaardige wereld’ (hoofdstuk 8) komt er bekaaid vanaf, met zinnen waar het maakbaarheidsdenken van af lijkt te druipen. De realiteit is, zeker als we naar het klimaatvraagstuk kijken, een heel andere.
Ik mis de emotie én de concrete inzet van maatregelen die de historische effecten van óns handelen enigszins kunnen compenseren. Alsof we de wijze waarop het rijke Westen economische, sociale en ecologische ellende afwentelt op andere delen van de wereld met één gratuite zin kunnen neutraliseren: “We moeten het lef hebben om de wereld te willen veranderen”.
Dat is juist iets waar we de afgelopen decennia druk mee bezig zijn geweest. We hébben de wereld veranderd met onze plundering van aardse hulpbronnen, zodanig dat wetenschappers nu van een nieuw geologisch tijdperk spreken, het Antropoceen. Miljoenen mensen zijn op de vlucht door klimaatverandering. Onze olie-afhankelijkheid en de wens om andere grondstoffen veilig te stellen leidt tot geopolitieke ontwrichting. De VOC-mentaliteit waartoe dit hoofdstuk oproept lijkt misplaatst.
GroenLinks heeft moeite een partij aan de linkervleugel te worden die brede lagen van de bevolking aanspreekt. Dit verkiezingsprogramma doet, vanuit haar inhoud, een poging om dat te corrigeren. Het ‘economisme’ wordt goed benoemd en is herkenbaar in het actuele debat. Maar als de concrete armoede onvoldoende verbonden wordt met een ander concreet thema, duurzaamheid, dan is het verkiezingsprogramma niet ‘af’. Ach, je kan het ook positief verwoorden: we hebben nog wat werk te doen om het Groene écht met het Linkse te verbinden.