De memoires van Femke Halsema
Het is alweer even geleden dat 'Pluche' van Femke Halsema uitkwam. Maar Wim Bot merkte dat hij een cruciaal element miste in de discussie over het boek: de verhouding van Halsema tot haar eigen partij, GroenLinks. Die leidde tot twee grote mislukkingen die voorkomen hadden kunnen worden, schrijft Bot.
'Pluche, het boek met politieke memoires van GroenLinks-politica Femke Halsema, werd vorig jaar enthousiast begroet door lezers en critici. Terecht, want het is een poging om met zelfreflectie en distantie terug te kijken op een carrière onder de Haagse kaasstolp. De harde leerschool van het parlementaire handwerk, de enorme druk van de media, de bedreigingen, spanningen en problemen in het privéleven, vriendschappen en ruzies met andere politici: ze komen allemaal voor in Pluche.
Halsema is veel openhartiger en eerlijker dan ze tijdens haar actieve loopbaan wilde of kon zijn. Het boek heeft daardoor veel meer diepgang dan de meeste andere boeken die we kennen van oud-Kamerleden, inclusief dat van haar voorganger Paul Rosenmöller. Halsema was ook als politica al evenzeer beschouwer als deelnemer en die combinatie leverde niet alleen een markant volksvertegenwoordiger op, maar ook een terugblik die tot nadenken stemt.
Kiezerspartij versus ledenpartij
Eén element is in de besprekingen onvoldoende belicht: de verhouding van Halsema tot haar eigen partij, GroenLinks. Halsema is nooit een partijtijger geweest en werd als lid van de PvdA en medewerkster van de Wiardi Beckmansichting gevraagd voor een hoge positie op de GroenLinks-lijst. Al in de inleiding noemt Halsema zichzelf een relatieve buitenstaander. Het verwijt van te grote distantie ten opzichte van partijpolitiek acht ze gegrond. Aan het einde van het boek citeert ze met instemming Mark Rutte: “Je hebt GroenLinks en je hebt Femke, zij is een partij van zichzelf”.
Halsema koos duidelijk voor een kiezerspartij en niet voor een ledenpartij en in zo’n kiezerspartij zijn personen van doorslaggevend belang. Dat GroenLinks daar als partij niet altijd mee uit de voeten kon, bleek ook wel uit de uitermate kritische rapporten na de verkiezingsnederlagen van 2006 (Van Ojik) en van 2012 (Van Dijk).
Vrijzinnige koers en afhouden regeringsdeelname
Twee belangrijke mislukkingen illustreren haarscherp deze tegenstelling in politieke benadering en stijl. In 2006 had Halsema GroenLinks op een links-liberaal spoor gezet en verloor de partij een zetel bij de verkiezingen. Halsema weigerde samen met haar inner circle om deel te nemen aan de kabinetsonderhandelingen, omdat GroenLinks als verliezer niet nodig was; er zou een sterkere positie kunnen ontstaan na afhaken van de ChristenUnie.
Veel actieve raadsleden en wethouders van GroenLinks snapten niets van dit hogere politieke strategische spel. GroenLinks speelde en speelt een prominente rol in de lokale verhoudingen in veel steden en de vertegenwoordigers zijn gewend om met een duidelijke eigen agenda onderhandelingen in te gaan. Zelf heb ik in Delft driemaal aan collegeonderhandelingen deelgenomen, driemaal met succes en zonder ons ooit afhankelijk te maken van eventuele strategietjes van andere partijen. Halsema zegt nu over haar besluit, in alle onopgesmukte eerlijkheid: “Ik realiseer me terwijl ik als toeschouwer het vierde kabinet Balkenende tot stand zie komen dat ik me heb gedragen als een slechte verliezer. Daarmee heb ik GroenLinks en mezelf beschadigd”.