Blog

Nog geen veertig jaar geleden was het andersom: toen was het links die met veel enthousiasme begon te zagen aan de poten van traditionele rechtse autoriteiten, zoals de kerk, het koningshuis, het leger. Tot midden jaren ’60 stonden de leraar en de arts  in het dorp op de sokkel. Het land werd bestuurd door staatslieden, geadviseerd door professoren, bisschoppen en vakbondsleiders. De jaren ’70 vormden anti-autoritaire revolutie.

Een nieuwe generatie geloofde niet meer in de autoriteit van de oude instituties. Nu zien we die periode als een van bevrijding en emancipatie: ze vormde het einde van knellende verbanden. Vrouwen hoefden niet meer naar de dominee te luisteren, maar mochten zelf beslissen over hun eigen lichaam.

In de jaren ’00 ontstond een nieuwe anti-autoritaire revolte, in de vorm van het populisme. Veel van de anti-autoritaire progressieven hadden zelf de lange mars door de instituties gemaakt en waren nu autoriteiten in their own right geworden. Rechts-populisten vielen deze nieuwe autoriteiten aan: in de politiek, bij de publieke omroep en in de rechterlijke macht. Maar ook andere maatschappelijke autoriteiten kwamen onder aanval: de wetenschap in het bijzonder.

Het is een wonderlijke ontwikkeling: in de jaren ’50 waren alle autoriteiten nog onbetwijfeld. Links wilde af van de autoriteiten die in de weg stonden van hun visie op een eerlijker en vrijer land. En nu trekt populistisch rechts de laatste linkse autoriteiten van hun sokkel. Welke autoriteit blijft erover?

De prijs voor een vrije samenleving

Het is voor weldenkende linkse mensen schokkend om te zien hoe rechts de autoriteit van onze argumenten in twijfel trekt: het is wetenschappelijk bewezen dat het klimaat verandert omdat we teveel koolstofdioxide produceren. Nederland wordt veiliger en harder straffen heeft geen zin: law & order politiek slaat dus nergens op. Het is frusterend dat zulke feiten er niet meer te doen, omdat rechts steeds minder in feitelijke politiek gelooft.

Maar bedenk eens hoe het is geweest voor een predikant om te zien dat zijn kerk leegliep omdat niemand meer in zijn argumenten geloofde. Abortus en euthanasie zijn overal geaccepteerd, terwijl dat recht tegen het vijfde gebod in gaat. Natuurlijk, ik vind het als linkse atheïst veel minder erg dat mensen niet meer in God geloven, dan dat ze niet in de wetenschap geloven, maar helaas dat is de maatschappelijke realiteit.

Het is onderdeel van de vrije samenleving die in de jaren ’70 werd gevormd, dat er aan autoriteit getwijfeld kan worden. Als links het recht wil om aan rechtse autoriteiten te twijfelen, zal ze moeten accepteren dat rechts aan haar autoriteiten zal twijfelen. Het heeft geen zin om terug te verlangen naar een tijd waar professoren en rechters nog als onbetwijfelbare autoriteiten golden: er zijn eeuwenlang autoriteiten geweest die geloofden dat homoseksualiteit fout was en vrouwen inferieur. Dat linkse autoriteiten niet meer worden vertrouwd is, in mijn ogen, de prijs die we betalen om ervoor te zorgen dat rechtse autoriteiten ook niet meer klakkeloos worden geloofd.