Door de economische crisis raken op dit moment 800 tot 1000 mensen per dag hun baan kwijt. Een daling van de werkloosheid zit er voorlopig niet in want er gloort amper licht aan het einde van de tunnel. De verhouding tussen het totaal aan publieke en private schulden en het BBP is absurd hoog. Jarenlang hebben we op de pof geleefd en daar moeten 'we', mede door tientallen miljarden waarmee banken zijn gered, stevig voor boeten. Daarnaast zitten we middenin een diepgaande ecologische crisis. Beide crises vragen dringend om een oplossing.

De meeste oplossingen die worden voorgesteld om de economie weer op gang te brengen doen niets aan de oorzaken achter de crisis. Het overgrote deel van de economen en politici denkt bijvoorbeeld dat we ons 'uit de crisis kunnen groeien'. Dit zou de broodnodige nieuwe banen opleveren. Maar onze verslaving aan groei schept juist werkloosheid. Hoe werkt dat?

Om aan de financiële verlangens van aandeelhouders, banken, beleggers en grootverdieners te kunnen voldoen, moeten in korte tijd hoge rendementen worden gemaakt. Dan wordt productie verplaatst naar lagelonenlanden met minder regelgeving en milieueisen. Ook wordt de arbeidsproductiviteit opgedreven door mechanisatie en het vergroten van de werkdruk. En financiële markten belonen reorganisaties waarbij veel mensen op straat komen te staan.

Dit leidt tot het verdwijnen van banen en tot verborgen werkloosheid en uitgeklede arbeidsvoorwaarden onder bijvoorbeeld jongeren, ZZP-ers, flexwerkers, deeltijdwerkers en payrollers. Dit verlies aan werk werd tot de economische crisis gecompenseerd door de gestage economische groei. Die groei moet gemiddeld meer dan 1,5% per jaar zijn om de werkgelegenheid op peil te houden. Voorlopig gaat dat gaat niet lukken en, belangrijker, daar zouden we ook niet naar moeten streven.

Vier aardes

Zoals we nu produceren en leven hebben we namelijk bijna vier aardes nodig. Wanneer breekt eindelijk het inzicht door dat een redelijk stabiel klimaat, voldoende natuur en vruchtbare landbouwgrond, voldoende water, grondstoffen en energie de werkelijke basis van de economie is? En dat we die basis, en dus de toekomst van onze kinderen, door die groeiverslaving aan het vernietigen zijn?

Permanent groeien, valt simpelweg niet vol te houden. Het is mogelijk en wenselijk, bijvoorbeeld door inzet van duurzame technologie, dat een deel van de economie een stuk minder milieubelastend groeit. Maar ook die groenere productie vervuilt het milieu en vergt nog heel wat fossiele energie en schaarse grondstoffen. Om ervoor te zorgen dat productieprocessen binnen de grenzen blijven die het milieu nu eenmaal stelt, zal de economie in zijn geheel moeten vergroenen.

Dat doorgaan op de huidige weg onhoudbaar is, wordt steeds meer erkend. Groene groei en inzetten op een groene economie is daarom de mantra van de politiek geworden. In de alledaagse praktijk valt daar echter weinig van te merken. De wortels van het systeem blijven namelijk onaangetast.

Wie wel met fundamentelere oplossingen komt, wordt al snel weggezet als utopist: blind voor de harde realiteit van een amorele markt gedreven door kostprijsverlaging en winstmaximalisatie ten koste van alles. Bij te veel politici ontbreekt het aan een visie die ons uit de gestapelde economische, bestuurlijke en milieucrisis kan bevrijden. Maar welke visie kan dat dan wel; welk beleid biedt mensen perspectief op houdbare welvaart? Hierbij een poging.

Bestaanszekerheid is baanzekerheid

Misschien wel de diepste menselijke behoefte is die aan bestaanszekerheid. En als iets in onze samenleving bestaanszekerheid ondermijnt dan is dat het verlies van werk, zeker wanneer perspectief om snel weer aan de slag te gaan ontbreekt. Een grote mate van baanzekerheid is dan ook de beste garantie voor bestaanszekerheid.

Er is een manier om die baanzekerheid te verwezenlijken en dat is werk eerlijker te delen. De voordelen daarvan zijn ongekend groot. Mensen zijn niet langer van een uitkering afhankelijk. Zij worden ingesloten in plaats van uitgesloten. Uitgaven aan sociale zekerheid dalen sterk, criminaliteit neemt af en veiligheid toe.

Door de economische onafhankelijkheid van vrouwen wordt de emancipatie sterk bevorderd. Er ontstaat ruimte voor een leven lang leren. Het haalt de druk van de ketel bij al die gezinnen die te weinig tijd overhouden om wat meer ontspannen te leven en wat voor hun omgeving te betekenen, zorgtaken op zich te nemen, etc. Dit zal het welbevinden van mensen èn de staatskas bijzonder goed doen.

Als we het bestaande werk zouden verdelen zou iedereen 21 uur moeten werken. In het verleden zijn we van een 48-urige naar een 38-urige werkweek gegaan. Waar wachten we dan nog op om bijvoorbeeld een 28-urige werkweek in te voeren?

De belangrijkste reden daarvoor is natuurlijk dat door het huidige belastingstelsel en de oneerlijke verdeling van welvaart minder werken minder loon betekent. En mensen zitten niet zelden vast aan hoge uitgaven of aan schulden of zij verdienen simpelweg te weinig als ze beiden 28 uur zouden werken. Ook sluiten het onderwijs en de kwalificaties van mensen te weinig aan op de vraag vanuit de arbeidsmarkt.

Laten we om het verlies aan koopkracht voor een deel te compenseren beginnen met de welvaart eerlijker te verdelen. De verschillen in inkomen en zeker de verschillen in vermogen zijn de afgelopen dertig jaar veel en veel te groot geworden. Maak van hebzucht dus weer de ondeugd die het altijd was. Beteugel die bijvoorbeeld door toegenomen arbeidsproductiviteit om te zetten in meer koopkracht voor de minst vermogende 90% van de bevolking in plaats van de rijken nog rijker te maken.

Vervang daarnaast belasting op arbeid door het belasten van vervuilende emissies en het gebruik van schaarse grondstoffen: een Belasting op Verspilling en Milieuvervuiling, BVM, in plaats van een BTW, met 0% belasting op lokaal of regionaal duurzaam geproduceerde of hergebruikte energie en grondstoffen of biologisch gekweekte groenten en 100% op vliegen, SUV's of geïmporteerd fout vlees of foute vis.

Een eerlijkere verdeling van welvaart en het afschaffen van de loonbelasting brengt per gewerkt uur beduidend meer geld in het loonzakje. Gebruik de belastingopbrengst onder meer om te investeren in onderwijs dat beter aansluit op de arbeidsmarkt. Introduceer hiertoe bijvoorbeeld praktische leer-werk-trajecten. Zorg in overleg met vakbonden en werkgevers voor permanente scholing op het werk en voor omscholing.

Geef mensen tijd en steun om hun schulden af te bouwen en hun leefstijl aan te passen. Geef ook het onderwijs tijd om zich aan de nieuwe eisen aan te passen en (goed opgeleide) leerkrachten centraal te stellen. Neem dus de tijd om van 38 naar 28 uur te gaan. Dit kan in zestien jaar door elke vier jaar de arbeidstijd met twee uur te bekorten.

Te veel koopkracht

Het grootste milieuprobleem is in wezen een teveel aan koopkracht. Ruime inkomens worden besteed aan ruime huizen, aan vliegreizen, auto's, interieur, kleding naar de laatste mode, de nieuwste elektronica, aan kinderen die alles krijgen etc. Door geleidelijk minder uren te werken heeft dit rijkere deel van de bevolking minder te besteden. Bovendien schuurt en wringt die huidige, grotendeels opgedrongen, spilzieke leefstijl steeds meer.

Een groeiend deel van de bevolking is dan ook bereid meer te betalen voor kwaliteit en minder milieubelastende producten die langer meegaan. Dat komt mooi uit want tegelijkertijd zal door de BVM het aanbod aan (relatief) goedkopere duurzamere producten stijgen. En door binnen de ruimere vrij te besteden tijd zorg- en andere taken op ons te nemen, kunnen belastingen verder omlaag en het besteedbare inkomen verder omhoog.

Eerlijker delen van welvaart en werk leidt tot een veel meer ontspannen samenleving. Het geeft mensen de ruimte om samen met anderen de kwaliteit van hun leven te verbeteren. Geen betere ondersteuning van deze opkomende 'eigen-kracht-beweging' dan het bieden van meer vrij te besteden tijd. Ook vanuit Europa dient deze beweging door eerlijkere verdeling van welvaart, arbeidstijdverkorting en BVM ondersteund te worden.

In veel landen is baanloosheid, zeker onder jongeren, een ontwrichtend probleem. Arbeidsmigratie naar landen met meer werkgelegenheid zet in die landen de samenleving onder druk. Een meer kleinschalige economie waar mensen weer meer met elkaar delen, bespaart kosten, schept lokale banen en betrekt burgers bij hun directe omgeving. Dat noemen we democratie.

Bestaanszekerheid is een medaille met twee kanten. De ene kant is bestaanszekerheid op korte termijn vooral door baanzekerheid. De andere is duurzaamheid op de langere termijn door een economie die binnen ecologische grenzen blijft. In de samenleving die zo vorm krijgt, zijn veel meer waarden belangrijk dan materiële.

We krijgen er veel voor terug zoals een stabieler klimaat, een gezonder leven, een betere leefkwaliteit en meer vrij te besteden tijd. Deze visie op wat een goed leven is, biedt een realistisch perspectief omdat het aansluit op bestaande beleidsinstrumenten. Mits goed over het voetlicht gebracht is dit een verhaal dat de harten van steeds meer burgers zal raken.