Het komt erop neer dat de Chileense export van lithium, koper en waterstof de extreem verspillende, materiaal- en energie-intensieve levensstijl van rijkere huishoudens in Europa in stand zal houden. Chili zal op zijn beurt afhankelijk blijven van fossiele brandstoffen. Er zullen nieuwe sacrifice zones ontstaan waar ecosystemen worden opgeofferd aan mijnbouw en grootschalige energieproductie – terwijl het urgente vraagstuk van energiearmoede niet wordt aangepakt.
Dezelfde scheve verhoudingen zien we elders. In India bijvoorbeeld komen veel van de regeringsmaatregelen ten goede aan een kleine elite die ongelooflijk rijk is geworden. De koloniale dynamiek van extractie en onteigening wordt gereproduceerd, nu binnen de nationale grenzen. Er wordt gezegd: ‘We zijn een arm land, we moeten groeien.’ Maar de investeringen pakken de armoede niet aan.”
Hoe zou een land als Chili kunnen breken met het narratief van voortdurende economische groei, en welke invloed zou dat kunnen hebben op de geopolitiek?
“De huidige geopolitieke verhoudingen leggen financiële beperkingen op aan het nationale economische beleid. Financiële ongelijkheid leidt ertoe dat ontwikkelingslanden afhankelijk zijn van de valuta van ontwikkelde landen, onder meer om oneerlijke schulden terug te betalen. Dat brengt sommige landen ertoe om te stellen dat ze het recht hebben om fossiele brandstoffen te winnen voor hun ontwikkeling.
Andere landen hebben dit immers ook gedaan en zijn er rijk mee geworden. Argentinië bijvoorbeeld wil de exploitatie van fossiele brandstoffen uitbreiden om zijn schulden af te betalen. Het alternatief zou zijn dat we economieën opnieuw vormgeven. Dat zou kunnen beginnen met herstelbetalingen, als een manier om schulden te schrappen, zoals de beweging ‘schulden voor klimaat’ verlangt. Ook moeten rijke landen een deel van hun macht opgeven om gelijkere internationale verhoudingen tot stand te brengen.
Regeringen oefenen op meer of minder subtiele wijze druk uit op andere landen. Ook dat is geopolitiek. Zo werd de Chileense regering gewezen op de noodzaak om mee te draaien in de wereldhandel. Dat bracht de nieuwe progressieve linkse regering ertoe om opzichtig te tonen dat zij heus niet zo radicaal was, dat ze de economie nog steeds open wilde stellen voor directe buitenlandse investeringen en dat ze de bestaande energieplannen wilde handhaven, omwille van de economische groei. De regering wenst dat de mensen het beter krijgen, maar het verdubbelen of verdrievoudigen van de energieproductie voor export naar Europa zal de levensomstandigheden van de meeste Chilenen waarschijnlijk niet verbeteren.
Verandering wordt onderdrukt met geweld. Zowel binnen als tussen landen zie je militarisering. De formule is altijd dat privébezit en winningsactiviteiten worden beschermd door de politie of zelfs het leger. Een voorbeeld is de 'uitzonderingstoestand' die werd uitgeroepen in de zuidelijke gebieden van Chili, zogenaamd om de 'ernstige verstoring van de openbare orde' daar onder controle te krijgen.
De regering zette het leger in om het verzet van de inheemse bevolking tegen extractieve private bedrijven te onderdrukken. Dit is een integraal onderdeel van hoe de structuren van onteigening in stand worden gehouden. Het gaat hand in hand met eigendomsstrategieën en institutionele arrangementen die economische democratie uitsluiten. Deze structuren maken het nog moeilijker om van koers te veranderen, bijvoorbeeld in de richting van degrowth. In plaats daarvan wordt de noodzaak van ontwikkeling en materiële welvaart gepresenteerd als het 'inhalen' van het Westen.