Recensie van 'De Hongerige Stad'

Het boek van Carolyn Steel laat dingen zien waar je normaal gesproken langs zou zijn gelopen. ‘Kijken met een voedselbril’, noemt zij dat. Steel laat op een heldere manier zien hoe voedsel vorm heeft gegeven aan ons leven. Elke stad is zo gebouwd dat de bewoners optimaal worden voorzien van voedsel. Bijvoorbeeld, tijdens een stadswandeling door het historisch centrum van Utrecht wordt de logische indeling van de stad niet direct duidelijk. De gracht is de beste en snelste manier om het hart van de stad te bereiken.

De Oudegracht slingert door de stad en de winkels staan dicht tegen elkaar. Om de ruimte aan de gracht optimaal te benutten zijn de gebouwen langs de gracht smal en diep. Maar na het lezen van ‘De Hongerige Stad’ wordt ineens de logica achter de opbouw van de stad duidelijk. Straatnamen als ‘Vismarkt’ en ‘Drift’ krijgen meer betekenis als je hun (vroegere) functie weet. Die van Vismarkt ligt redelijk voor de hand. De Drift ontleent haar naam aan het drijven van het vee naar de veemarkt. Achteraf gezien is het logisch dat voedsel de opbouw van de steden bepaalt. Mensen hebben voedsel nodig dat altijd zo snel en goed mogelijk bij de mensen terecht moet komen.

Steel gaat behalve op onze steden ook verder in op ons eetgedrag, onze gewoontes rondom eten en het ontstaan van ons voedselsysteem. Aan de hand van een grote hoeveelheid voorbeelden laat Steel zien dat eten een grote rol in ons leven speelt, maar dat we dat eigenlijk niet meer doorhebben. Het is deel geworden van een routine en geeft structuur aan de indeling van de dag.

Voedsel is een vanzelfsprekendheid geworden, het verschijnt op magische wijze in de winkelschappen en biedt een constante kwaliteit. Sinds de industriële revolutie is de urbanisatie fors toegenomen. Stoomtrein en auto verbonden het agrarische achterland en de stad makkelijker met elkaar. Het voedsel kwam door deze ontwikkeling als vanzelf naar de stad toe. Tegelijkertijd is de productie en verwerking van voedsel steeds meer achter de schermen gaan plaatsvinden. Hierdoor is de stedelijke bevolking langzamerhand losgeweekt van het agrarische achterland. Dit proces van loskoppeling tussen de stedelijke bevolking en haar voedsel heeft zich doorgezet tot de huidige situatie waarin de stedelijke bevolking geen idee meer heeft waar het eten vandaan komt.

World Wide Web

Het huidige voedseldistributienetwerk is het allergrootste systeem dat ooit door de mensheid is opgezet. Elke dag wordt in haventerminals en distributiecentra geracet om zo snel mogelijk voedsel naar de winkel te krijgen. Dit systeem draait op het halen van deadlines tegen elke prijs. En hierin schuilt volgens Steel een probleem. Het maakt een voedselfabrikant weinig uit waar het voedsel vandaan wordt gehaald of hoe het er komt, zolang het maar voor de consument in de schappen ligt.

Voedselfabrikanten proberen de kosten van de productie en het vervoer zo laag mogelijk te houden. Hierdoor worden boeren onder druk gezet om voor een zo laag mogelijke prijs te produceren. Voedsel wordt uit de meest verre uithoeken van de wereld gehaald. Vervoerders worden onder druk gezet om dit voedsel koste wat het kost naar de winkel te krijgen. Dit extra vervoer zorgt voor onnodige uitstoot van broeikasgassen. Onnodig, omdat volgens Steel de lokale voedselvoorziening in de westerse wereld voldoende is om de bevolking daar te voeden.

Ons voedsel is het schoonste en veiligste voedsel in de geschiedenis van de mensheid. De regels voor de productie van voedsel zijn enorm streng. Voedselveiligheid staat voorop, de risicogroepen in de samenleving worden hierdoor goed beschermd. De keerzijde van deze keuze is dat veel voedsel dat nog goed te eten is tijdens het productieproces wordt weggegooid. Dit voedsel wordt volgens Steel grotendeels vernietigd. Eenderde van al ons voedsel wordt verspild. Door producenten, maar ook door consumenten. We gaan uit van de houdbaarheidsdatum en niet meer van ons gezonde verstand.

Voedselafval is organisch, dus het lijkt misschien geen groot bezwaar om het weg te gooien. Dat is niet waar, de voedselkringloop is niet gesloten. Weggegooid afval van de consument komt terecht op de vuilnisbelt of in het riool. Volgens Steel komen de voedingsstoffen die nog in voedselafval zitten niet terecht op de akkers, waar ze weer voor nieuw voedsel kunnen zorgen. Door de uitputting van voedingstoffen in de bodem gaat veel goede landbouwgrond verloren. 

Too big to handle?

Aan het eind van het boek geeft Steel het stadsdeel Dongtan (onderdeel van Sjanghai) als voorbeeld. Dit stadsdeel is vrijwel zelfvoorzienend in voedsel en energie. Het is een geslaagd experiment van de Chinese overheid. Steel laat dus zien dat een stad wel zelfvoorzienend kan zijn. Steel zet ons echter weer snel met beide benen op de grond als ze meldt dat Dongtan een druppel op de gloeiende plaat is; het is maar een klein vissersdorpje dat nooit aangesloten is geweest op het mondiale voedselnetwerk. De vraag of het voedselsysteem van Dongtan kan worden geïmplementeerd in wereldsteden die wel zijn aangesloten op het mondiale voedselsysteem beantwoordt zij niet.

Acht jaar na de eerste druk is het boek van Steel nog steeds relevant omdat ons voedselsysteem nog steeds niet is veranderd. Dit is zorgwekkend omdat de verspilling en vervuiling onverminderd zijn voortgegaan. De prognoses voor de toekomst zien er bijzonder somber uit. Door de voorspelde bevolkingsgroei zullen meer mensen minder voedsel moeten gaan delen.

Het huidige mondiale voedselsysteem is niet duurzaam genoeg om de gigantische productie van voedsel vol te houden. Steel wijst in het slot van haar boek naar de verantwoordelijkheid die iedereen heeft voor ons voedselsysteem. Ze eindigt met een doe-het-zelf tip: eet lokaal, ga je eigen voedsel verbouwen en eet minder vlees. Maar goed dat de Albert Heijn ons van moestuintjes voorziet.

Carolyn Steel, De Hongerige Stad. Hoe voedsel ons leven vormt, NAi Uitgevers, Rotterdam, 2011 (2008)