De jaren zestig zijn regelmatig inzet van het publieke debat. Zij worden vaak gebruikt om tegenstanders in de hoek te zetten. Ook Bleich politiseert dit decennium. Zij stelt, met vele anderen, dat rechtspopulisten de culturele openheid van toen om zeep helpen. Zij noemt hen 'botteriken'. Aan de andere kant krijgt links Nederland de schuld van het verkwanselen van haar eigen idealen. In dat verband wordt het cultuurrelativisme ('typisch jaren zestig') van links gehekeld. Migranten die Nederlandse kernwaarden afwijzen zouden door die 'naïeve geitenwollensokken-houding' geen strobreed in de weg worden gelegd.

De kernwaarden die rechtspopulisten op het spel zien staan, zijn echter precies de in de jaren zestig bevochten vrijheden. Zij komen tegenwoordig op voor waarden als: individuele vrijheid, homo- en vrouwenemancipatie, seksuele vrijheid, uitingsvrijheid, geloofsvrijheid en politieke vernieuwing. Denk maar aan Pim Fortuyn, Ayaan Hirsi Ali en Geert Wilders. Het linkse monopolie op de waarden en idealen van de jaren zestig is dus inmiddels voorbij.

Hoewel de jaren zestig volop in discussie zijn, zijn de waarden van toen alleen nog maar meer verankerd in Nederland. Van links tot rechts, van progressief tot conservatief, en van elite tot populisten; iedereen doet mee met de verdediging van de verworvenheden van die tijd. Alleen SGP-voorman Kees van der Staaij vroeg bij de afgelopen Algemene Politieke Beschouwingen letterlijk om een toezegging van de premier 'dat de jaren zestig toch echt voorbij zijn'. De aanleiding voor deze vraag was een overheidscampagne voor condoomgebruik.

Ondanks deze breed gedeelde progressieve consensus bestrijden - wat vroeger doorging voor -links en rechts Nederland elkaar. De verwijten over en weer verhullen een zekere mate van gemeenschappelijkheid. Juist bij inhoudelijke overeenstemming is het leveren van scherpe kritiek op een verklaarde tegenstander een manier om onderscheidend te zijn.

Op deze manier worden tegenstellingen in het leven geroepen en in stand gehouden. De scherpte in toon en stijl overschaduwt het tekort aan inhoudelijke geschilpunten. Het gevolg is dat de mondigheid een hoogtepunt beleeft in het debat en dat de polarisering terug is. Aan welke tijd doet me dat denken? De jaren zestig zijn nog niet voorbij. 

Noortje Thijssen promoveert bij Bureau de Helling op de herinneringen aan de jaren zestig in het publieke debat. 

Verschenen in de Volkskrant, 12 oktober 2011