Over idealen, helden en inspiratiebronnen
Geloven in verandering
"Ik verlies liever, dan dat ik iets halfbakken doe. Ik vind dat politici uitgesproken moeten zijn. Ze moeten zeggen waar ze voor staan, ook al maakt een standpunt kiezers boos. Vertel maar hoe het zit, met de Europese crisis bijvoorbeeld. Leg maar uit waarom we solidair moeten zijn in Europa. Je moet niet gaan schipperen. Oud-senator Wim de Boer zegt altijd: 'als een partij maar waarachtig is'. Soms is daar moed voor nodig.
Ik geloof echt dat het anders kan. Mijn drive komt uit die overtuiging vandaan. Dat is toch de reden om dit werk te doen? Een politicus die niet gelooft in verandering moet wel heel ongelukkig zijn. Het is belangrijk om de lange termijn voor ogen te houden en nu de juiste stappen te zetten om daar te komen. Ik geloof dat GroenLinks duurzaam twintig zetels kan behalen en dat we weleens de eerste vrouwelijke premier van Nederland kunnen leveren.
Pim Fortuyn heeft laten zien dat je de samenleving kunt veranderen. Door slim te agenderen zette hij in een jaar tijd veel in beweging. Hij heeft geen wet gemaakt! Het jaar 2002 was het begin van mijn politieke bewustwording. Fortuyn heeft mij – en ik denk mijn hele generatie – echt gevormd."
Geen 'dikke ikken'
"Als ik om me heen kijk, zie ik een nieuwe politieke generatie opstaan. De kwestie die hen bezighoudt is de vraag of je nog wel kunt zijn wie je bent. De identiteitsvraag is ontzettend belangrijk. Tijdens een interview met Jan Tromp vroeg hij waarom ik als Marokkaan niet opkwam voor andere Marokkanen. Zo van 'jouw groep verdient het toch om verdedigd te worden?' Maar ik ben geen groep, ik ben Jesse Feras Klaver. Ik ben Brabander, GroenLinkser, Randstedeling, Marokkaan, Indo. Ik wil niet in een hoek worden geduwd. Waar het mij om gaat is dat mensen worden gezien zoals ze zijn.
Ik strijd voor de voltooiing van het individualisme, zonder dat het doorschiet in egoïsme en 'dikke ikken'. Iedereen heeft andere mensen nodig. Alles wat ik doe, heb ik niet alleen aan mezelf te danken. Femke Halsema heeft mij bijvoorbeeld een kans gegeven door mij te vertrouwen samen het avontuur in de Kamer aan te gaan. Ik ben er ook heel gelukkig mee dat ik de campagne van GroenLinks mag leiden. Natuurlijk heeft het ook te maken met het feit dat ik niet afwachtend ben. Maar het besef dat ik deze kansen ook krijg, houdt me stevig op de grond. Door alles wat ik mag doen, voel ik me een heel gelukkig persoon.
Weet je wanneer ik me pas echt gelukkig voelde? Het klinkt misschien gek: toen mijn beste vrienden mij laatst bijna ontglipten doordat de boot waarop zij in Tanzania vaarden kapseisde. Twee weken daarvoor was mijn vriendin van een ladder van drie meter hoog gevallen. In drie weken tijd had ik mijn vriendin en mijn beste vrienden kunnen verliezen. Ik voel me zo'n bofkont dat ze er allemaal nog zijn. Eigenlijk wil ik niet teveel nadenken over wat er had kunnen gebeuren. Nu waardeer ik het alleen maar meer om bij elkaar te zijn, ik maak meer tijd voor ze vrij."
De koning te rijk
"Mijn familie is heel belangrijk voor me. Ik ben vooral opgevoed door mijn opa en oma. Mijn moeder was twintig toen ze mij kreeg en koos voor economische zelfstandigheid. Mijn Marokkaanse vader was hem al snel gevlogen. Ik heb me materieel en immaterieel altijd de rijkste jongen van de wereld gevoeld. Ook als we niks hadden, liet mijn familie dat niet aan mij merken. Laatst ging ik terug naar de camping in Luxemburg waar we altijd kampeerden. Het viel me toen pas op hoe klein en armoedig het daar was. Er was maar één veldje met een stuk of vijf tentjes erop. Als klein jongetje was dat veldje wel de plek waar ik me de koning te rijk voelde.
In het woordenboek van mijn oma bestaat de ideologie van 'eigen schuld dikke bult' niet. Als er iets mis gaat, komt dat ook door de omstandigheden waarin iemand verkeert. Daarom vind ik dat mensen altijd herkansingen moeten krijgen. Mijn oma was solidair met Jan en Alleman. Wanneer een klant geld wilde lenen gaf ze dat altijd, of de winkelkas nu vol of leeg was. Ze vertrouwde erop dat het geld wel weer terugkwam – of niet natuurlijk. Mijn liefde voor mooie spullen heb ik meer van mijn moeder. Ik hou van degelijke spullen die duurzaam meegaan, ik heb moeite met verspilling. Ik ben nu bijvoorbeeld op zoek naar een horloge waarvan ik weet dat ik daar mijn hele leven plezier van ga krijgen. Het is zonde dat duurzame consumptie niet voor iedereen is weggelegd.
Maar ik hou ook van hele gewone dingen. Ik heb een voorliefde voor frietjes. Dat komt door mijn opa die me op donderdag altijd mee uit fietsen nam. Daarna aten we altijd friet. Tijdens onze tochten vertelde hij me over de plekken waar we langs fietsten. Over een leegstaand bedrijventerrein zei hij bijvoorbeeld dat daar natuur voor was geofferd. Als ik daar nu langs fiets, valt me op dat die panden nog steeds leegstaan!
Door mijn opa leerde ik de basisprincipes van de economie begrijpen. Hij vertelde dat groei heel normaal is, maar dat dat niet kan door er alleen maar meer geld bij te maken. Dat GroenLinks staat voor een realistische economie, een economie zonder zeepbellen, is één van de redenen waarom ik voor GroenLinks heb gekozen."
Een polsstok bieden
"Naast mijn jeugd en ervaring haal ik ook inspiratie uit de boeken die ik lees. Ik lees veel klassieke werken, zoals Sun Tsu, Machiavelli, Von Clausewitz. De archetypes die daarin worden beschreven fascineren mij. Het zijn wijze lessen over de manier waarop intermenselijke processen verlopen. Een boek dat me ook echt heeft geïnspireerd is 'Portretten van moed' van John F. Kennedy. In 1957 schreef hij dat boek in aanloop van zijn presidentschap. Het zijn portretten van politici die moeilijke beslissingen moesten nemen en daarbij vertrouwden op hun eigen overtuiging.
Laatst heb ik 'Vrijheid' van Jonathan Franzen gelezen. De moraal van het boek is dat er niet zoiets bestaat als een absolute moraal. De verschillen tussen de personages zijn groot. Neem de vader en de zoon die elkaar niet begrijpen. Toch gaat de vader steeds meer lijken op zijn zoon en de zoon op zijn vader. Ik vind dat politici niet teveel moeten moraliseren. Het is niet de juiste manier om te zeggen 'gij zult niet'. Aan de andere kant wordt er in de politiek per definitie gemoraliseerd. Iedere partij heeft een eigen visie op het goede leven.
Er bestaat ook niet zoiets als een absolute maatstaf van succes. Dat idee wil ik bestrijden. Wat iemand verdient, is niet wat iemand waard is. Niet iedereen heeft de ambitie om manager te worden. Ik liep eens stage in een fabriek waar veel mannen al jarenlang hetzelfde zware werk deden. Als ik naar hun verdere ambities vroeg, kreeg ik vaak als antwoord dat ze het prima vonden zo. Daar is niks mis mee. Ik vind dat de politiek er is om mensen een polsstok te bieden, maar iedereen bepaalt voor zichzelf de lat. Uiteindelijk gaat het mij niet om gelijke uitkomsten, het gaat mij om gelijke kansen."