Dierenmishandeling door onverdoofd ritueel slachten, priesters die kinderen misbruiken, een dominee die oproept om kinderen te kastijden, en de Bijbel als inspiratiebron om te weigeren mensen in de echt te verbinden. Godsdienst is de bron van achterlijkheid en veel ellende. Of kunnen we het anders aanvliegen?

Ik constateer dat godsdienst volgens de heersende opinie in ons land 'uit' is. Kerken hebben dat voor een groot deel aan zichzelf te danken. Toch zijn er ook kerkelijke en andere religieuze gemeenschappen die open staan voor de zoekende mens en de hedendaagse cultuur. Kerken die zich inzetten voor de 'arme kant van Nederland' en voor vluchtelingen. Met deze benadering vallen ze alleen wat minder vaak op.

Godsdienst als bron van religiekritiek 

Het Humanistisch Verbond – dat ondanks de ontkerkelijking nauwelijks groeit – maakt reclame met de slogan 'Gelooft u ook meer in het leven vóór de dood?'. Die slogan bevestigt het beeld dat religieus geïnspireerde mensen zich zouden fixeren op het hiernamaals. Dat vind ik onterecht. 'Zonder uw steun is het humanisme aan de goden overgeleverd' was een eerdere slogan die de georganiseerde humanisten gebruikten om hun ledental te vergroten. Die slogan vind ik leuker. Ik bespeur er een bijbelse grondtoon in.

Ook Abram – de aartsvader van zowel joden, christenen als moslims – wilde niet aan de goden van zijn tijd overgeleverd zijn, zo luidt het eeuwenoude verhaal. Abram trok vanuit Oer naar een onbekend land. Hij luisterde naar een stem die zijn fixaties en oude wereldbeeld openbrak. Om over dat latere verhaal van een pasgeboren kind in een voederbak maar te zwijgen. Schaapsherders en allochtone wijsneuzen stelden dat dit vluchtelingenkind de Zoon van God was. Absurd natuurlijk. Pure blasfemie jegens de heersende goden en machthebbers in die tijd. Het deed hen sidderen. Toch staat dit verhaal aan de basis van wat in de christelijke traditie de 'incarnatie' wordt genoemd: de menswording van God. Oftewel: godsdienst als gekwalificeerde humaniteit.

Godsdienst als bron van religiekritiek. Dat is een merkwaardige paradox. Het kan ons op een ander been zetten. Religie an sich staat niet haaks op humaniteit, wel wat mensen vaak van religie maken. Het positieve en het negatieve van religie zijn daarom allebei aan de orde in de wereld. Religie kan onderdrukken, maar ook bevrijden. Religie kan behoudend zijn, maar ook vernieuwend en opbouwend. Denk aan scholen, ziekenhuizen en zorginstellingen in Nederland die vanuit religieuze inspiratie zijn opgezet. Of aan diaconaal werk en ontwikkelingswerk.

De antithese

Veel links en liberaal georiënteerde mensen beschouwen religie als de bron van alle kwaad. Berichten in de media over autoritaire bisschoppen, seksueel geweld in de Rooms Katholieke Kerk en de ouderwetse moraal van de SGP, bevestigen mensen in hun secularistische wereldbeeld. De stellingen en posities die we in Nederland relatief snel betrekken vóór of tegen godsdienst heeft een historische achtergrond. Die ligt bij de verzuiling en bij de 'antithese' die Abraham Kuyper in de negentiende eeuw aanbracht: de kunstmatige scheiding tussen 'gelovigen' en 'ongelovigen'. Dat legde de basis voor de verzuiling. Het inspireerde ook katholieken om zich in een eigen zuil te organiseren waarop socialisten en humanisten volgden.

CDA, ChristenUnie en SGP zijn de belangenbehartigers van religie geworden en de andere niet-confessionele partijen staan daar – zo lijkt het althans – vaak lijnrecht tegenover. Je ziet dat bij de recente discussies in de Tweede Kamer over onverdoofd ritueel slachten en de zogeheten weigerambtenaren. De confessionele partijen fixeren zich op het verdedigen van religie en de andere partijen lijken hun best te doen elkaar te overtreffen in het aan de kaak stellen van verderfelijke religieuze praktijken.

Nuance

Als politiek links georiënteerde protestant voel ik me bij geen van beide kampen thuis. Voor mij tellen godsdienstvrijheid, de rechten van minderheden en ook het positieve aspect van religie. Maar evenzeer juich ik godsdienstkritiek toe en een respectvolle omgang met dieren. Ook vind ik dat overheidsdienaren de wet moeten uitvoeren en geen onderscheid mogen maken tussen mensen op basis van hun seksuele voorkeur.

Oplossingen vragen om nuance. Progressieve kritiek moet gepaard gaan met oog voor alles wat historisch en cultureel gegroeid is – en ook blijft groeien. Dat leidt tot mildheid en mededogen zonder de eigen vrijzinnige principes en idealen te hoeven verloochenen. Dan gaan we het onverdoofd ritueel slachten niet zomaar verbieden, maar een convenant opzetten waarbij religieuze groepen, slachthuizen en dierenbeschermers met elkaar in gesprek gaan en met voorstellen komen, eventueel gevolgd door wetgeving. Dan stoppen we met het aannemen van nieuwe weigerambtenaren, en gaan we tegelijk coulant om met trouwambtenaren die al jaren gewetensvol hun werk doen en moeite hebben met de ontstane veranderingen.

Kerstfeest is vaak een familiair consumptiefestijn. Of in sommige kringen een christelijke exercitie van religieuze zelfbevrediging. Maar het kan ook een grensoverschrijdend feest van welbehagen worden, dat onder meer inspiratie biedt tot fundamentele godsdienstkritiek. Die kritiek blijft immers noodzakelijk zolang er mensen zijn – en daarmee goden. 

Dit artikel verscheen in langere vorm op de website van Theo Brand.