Recensie
Heeft u altijd al willen snappen hoe klimaatpolitiek in Europa en Nederland werkt en hoe het gelukt is in Parijs een wereldwijd klimaatakkoord te sluiten? Heeft u twijfels of dat akkoord echt iets voorstelt? Lees dan het boek ‘Klimaatmores – radicaal naar een andere norm’ van Bas Eickhout, Europarlementariër voor GroenLinks. De titel van het boek suggereert misschien iets anders - dat zal wel met marketing te maken hebben - maar het is een helder geschreven, goed toegankelijk en makkelijk leesbaar verhaal over de recente ontwikkelingen in de politieke aanpak van klimaatverandering.
Verraad
Eickhout staat bekend als een bevlogen strijder voor een gezond milieu en voor een ambitieuze aanpak van klimaatverandering. Wanneer hij schrijft over de klimaattop van Kopenhagen in 2009, volgens hem en vele anderen een hopeloze mislukking, druipt de woede en de diepe teleurstelling ervan af. Dat was het moment waarop de wereldgemeenschap concrete afspraken had moeten maken voor de periode tot 2020, als vervolgstap op het Kyotoprotocol van 1997, waarvan de afspraken reikten tot 2012.
Eickhout zet Kopenhagen neer als het ‘grote verraad’ van de Amerikanen, de Chinezen en een groot deel van de rest van de wereld, waarbij de Europese Unie als strijdster voor ambitieuze afspraken - en met haar ook de kwetsbare ontwikkelingslanden - volkomen werd gemarginaliseerd.
Iets meer distantie had ik wel verwacht. Europa had namelijk compleet onderschat dat de belangrijkste landen geen zin hadden in verdere afspraken volgens het Kyotomodel – juridisch harde reductiedoelen met sancties bij niet naleven. Dat was eigenlijk al duidelijk tijdens de voorbereidingen van de top: twee jaar onderhandelen op ambtelijk niveau had slechts een brij van honderden pagina’s tekst met duizenden geschilpunten opgeleverd.
Geen wonder dat er slechts een niet-bindend ‘Kopenhagenakkoord’ kon worden afgesproken. Maar terugblikkend was dat wel de omslag van bindende afspraken à la Kyoto naar nationale beloften op vrijwillige basis, het model dat nu ten grondslag ligt aan het Parijsakkoord.
Niet te vergeten: de top in Kopenhagen was ook de eerste keer dat de grens van maximaal twee graden opwarming ten opzichte van tweehonderd jaar geleden werd vastgelegd. Eickhouts kritiek dat hierbij geen vertaalslag naar een reductie van de CO2-uitstoot is gemaakt, miskent het enorme belang van de tweegradenuitspraak. De Kopenhagentop was tevens de eerste keer dat de toezegging werd gedaan door rijke landen om in 2020 honderd miljard dollar per jaar aan publieke en private financiering in te zetten voor klimaatmaatregelen in ontwikkelingslanden. Achteraf gezien was Kopenhagen een belangrijk keerpunt.
Doorbraak
Het boek laat goed zien hoe het bereiken van succes in de klimaatpolitiek afhangt van het zoeken naar politieke medestanders, het ‘neutraliseren’ van de lobby van belangengroepen en een dosis geluk. De goedkeuring van strengere Europese regels voor de beperking en uitbanning van de zogenaamde F-gassen - supersterke broeikasgassen die vaak als vervanging van de ozonafbrekende CFK’s worden toegepast - is een mooi voorbeeld van zo’n succes, waaraan Eickhout persoonlijk een aanzienlijke bijdrage leverde.
Het ‘Volkswagenschandaal’ – ingebouwde software die VW-dieselmotoren in een ‘superschone’ stand zet zodra de auto officieel getest wordt op uitstoot - is een ander treffend voorbeeld, waarbij helaas de autolobby onverslaanbaar blijkt.
Heel persoonlijk, in dagboekvorm, beschrijft Eickhout zijn beleving van de klimaattop in Parijs, eind 2015. Hij volgt het proces op de voet, verdiept zich in de opeenvolgende conceptversies die het Franse voorzitterschap produceert, houdt nauw contact met de Europese en andere delegaties en met de pers. De lezer krijgt daardoor een goede indruk van het verloop van zo’n ingewikkeld proces.
Het blijft een verhaal over de grote lijnen. Als je er, zoals ik, zelf bij bent geweest, mis je soms interessante details en zie je soms kleine onjuistheden, maar dat is inherent aan de journalistieke stijl die Eickhout hanteert. De grote opluchting, het euforisch gevoel van een doorbraak en de blijdschap van de schrijver wanneer de Franse voorzitter, minister Fabius, het akkoord afhamert - de emotie spat er af. Niet alleen maar droge feiten dus.
Heel sterk is de nuchtere analyse van het Parijsakkoord aan het eind. Tegen de achtergrond van een flink aantal negatieve reacties op het akkoord van de milieubeweging en vooraanstaande wetenschappers (“te weinig, te laat, te vrijblijvend”) verdedigt Eickhout het akkoord als een echte doorbraak (“het einde van de fossiele brandstoffen op termijn”) na zoveel jaren van stilstand, als het beste dat mogelijk was. Door de ingebouwde vijfjaarlijkse herziening kan het akkoord tot een aanzienlijke versterking van het mondiale klimaatbeleid leiden.
Eickhout signaleert een duidelijke trend onder bedrijven, steden, provincies en maatschappelijke organisaties, individueel of in samenwerkingsverbanden, om groene initiatieven te nemen. Dat maakt het voor overheden en politici gemakkelijker om meer ambitie te tonen. Bas Eickhout, de realist, ziet de ontwikkeling van de klimaatpolitiek met optimisme tegemoet.
Bas Eickhout, 'Klimaatmores - radicaal naar een andere norm', uitgeverij Lemniscaat, 2016