Nieuw Links

Nieuw Links is een van de meest succesvolle interne vernieuwingsbewegingen geweest in de parlementaire geschiedenis. Midden jaren '60 was de PvdA zowel electoraal als ideologisch in verval geraakt. De partij die nog geen twintig jaar geleden was opgericht om een economie te verwezenlijken zonder klassentegenstellingen was verworden tot gezapige bestuurderspartij die af en toe mocht aanschuiven bij de Christendemocraten om op de winkel te passen.

Tussen 1965 en 1969 nam Nieuw Links geleidelijk het leiderschap van de PvdA over. Dat begon in 1965 met Nieuw Linkser Jan Nagel die tot het partijbestuur van de PvdA toetrad en had zijn hoogtepunt in 1969 toen Nieuw Linkser André Van der Louw verkozen werd tot voorzitter van de PvdA. Nieuw Links had toen een absolute meerderheid in het partijbestuur. In 1971 werd de beweging opgeheven. Een meerderheid van de PvdA-congresgangers bleef zich echter identificeren met Nieuw Links.

Nieuw Links had een heldere eigen agenda. Ze verwoordde dat in Tien over Rood: de vernieuwers wilden dat de PvdA naar links schoof op sociaaleconomisch en internationaalpolitieke vraagstukken. Zo moest inkomen radicaal herverdeeld worden op nationaal en internationaal niveau. De PvdA zou niet deelnemen aan een kabinet als de ontwikkelingshulp lager dan 2% van BBP zou zijn.

Bovendien zette Nieuw Links zich in voor de democratisering van de politiek, de economie en de samenleving. Daar waren ze overigens niet alleen in: studenten eisten medezeggenschappen, jonge Christenen wilden een progressieve koers voor de kerken en de Christelijke partijen. D66 kwam in de Kamer op basis van een verhaal over democratisering.

Autoritaire structuren stonden in de hele samenleving onder druk. Ook voor de organisatie en strategie van de PvdA had Nieuw Links een helder plan: ze was voorstander van de democratisering van de PvdA en van een polarisatiestrategie waarbij de PvdA het conflict koos met de rechtse krachten in de samenleving.

Dat alles culmineerde in 1973 in de vorming van het linkse kabinet Den Uyl. Den Uyl, opvallend genoeg, was een uitgesproken tegenstander van Nieuw Links maar zag zich genoodzaakt om niet alleen de polarisatiestrategie van Nieuw Links over te nemen, de PvdA naar links toe te schuiven maar ook prominente Nieuw Linksers als Marcel van Dam in zijn kabinet te benoemen.

Veel Nieuw Linksers bleven tot midden jaren '90 prominente PvdA'ers en daarmee prominente bestuurders in Nederland: Van der Louw werd burgemeester van Rotterdam. Nieuw Linkser Han Lammers werd wethouder in Amsterdam en daarna Commissaris van de Koningin in Flevoland, Relus ter Beek was PvdA-Kamerlid en daarna Commissaris in Drenthe, Max van den Berg, een andere Nieuw Linkse partijvoorzitter werd Commissaris in Groningen. Nagel was een van de weinige Nieuw Linksers die niet tot het establishment ging behoren. Hij richtte juist de protestpartij Leefbaar Nederland op en later de ouderenpartij 50+.

Niet Nix

Niet Nix had een heel andere achtergrond. In 1992 is Felix Rottenberg tot PvdA-partijvoorzitter verkozen. Hij wil de PvdA hervormen. Dat lukte hem maar mondjesmaat. De PvdA was een bestuurdersclub geworden. Opvallend genoeg waren veel van de Nieuw Linksers uit de jaren '70 de oude regenten van de jaren '90. Toen twee brutale studenten, Lennart Booij en Erik van Bruggen, hem een brief stuurde dat het 'anders' moest in de PvdA en 'opener', werden zij met open armen ontvangen. Ze mochten de PvdA-campagne adviseren en kwamen later in dienst van Rottenberg om hem te helpen vorm te geven aan de partijvernieuwing.

De twee studenten verzamelden een groep van jonge PvdA'ers om zich heen. Ze brachten samen een manifest uit, getiteld Niet Nix. In het manifest formuleerden ze een nieuwe koers van de PvdA: een sociaal-liberaal verhaal waarin milieu en onderwijs centraal stonden, Ook pleitten ze ervoor de PvdA om te vormen tot een democratische beweging. Bovendien moest de partij op zoek gaan naar jong talent uit de kunsten en het bedrijfsleven.

In 1999 stelden Booij en Van Bruggen zich verkiesbaar voor het partijleiderschap. Ze verloren van de kandidaat van het establishment, Marijke van Hees. Het duurde nog bijna een jaar maar toen werd Niet Nix opgeheven. Het breed gedeelde gevoel was dat Niet Nix er niet in geslaagd was om de PvdA te hervormen.

In 2002 kreeg Nieuw Links als nog gelijk: de PvdA, die ook in de ogen van de kiezer een gesloten bestuurdersclub was geworden, werd door het electoraat afgestraft. Ruud Koole (al verkozen in 2001) en Wouter Bos (verkozen in 2002) namen het roer over in de PvdA. Ze zetten in op vernieuwing van het gedachtegoed en de partij.

Sommige Niet Nixers groeiden door: Van Bruggen leidde campagnes bij de PvdA, Frank Heemskerk werd staatssecretaris, Jan Vos Kamerlid, Co Verdaas gedeputeerde en Tino Wallaart persoonlijk assistent van een minister. Partijleiders Wouter Bos en Diederik Samsom waren geen lid van de beweging maar konden wel op sympathie van de club rekenen. Vervolgens accepteerde Samsom dat Nederland een historisch laag percentage van haar BBP besteedde aan ontwikkelingshulp, maar dat terzijde.

Lessen

Volgens mij zijn er uit de voorbeelden van Nieuw Links en Niet Nix vijf belangrijke lessen te trekken:

  • Vorm en inhoud gaan samen: het fundamentele verschil tussen Nieuw Links en Niet Nix is dat Nieuw Links een verhaal had toen ze werd opgericht. De PvdA moest naar links. Tien over rood is een praktisch democratisch-socialistisch programma. Daarbij hoorde een democratische partijorganisatie. Niet Nix vond dat de PvdA 'anders' moest en 'opener', maar hoe anders precies dat ontwikkelden de jongeren gaande weg.
     
  • Vergadertijgers winnen: Nieuw Links was van plan om de partij over te nemen en deed dit stapje voor stapje. In lokale afdelingen kregen ze congresafgevaardigden verkozen. Zo konden ze zich het partijbestuur toe eigenen. Met het congres en het partijbestuur achter zich namen ze ook de fractie in. Een klassieke infiltratietechniek. Niet Nix waren sympathieke jongens met leuke ideeën die al snel door de partij werden ingekapseld. Toen ze het onderste uit de kan wilden, namelijk het partijvoorzitterschap, kregen ze de partijtop op hun neus.
     
  • Begin in tijden van tegenslag: naar Niet Nix werd niet geluisterd. Midden jaren '90 was de PvdA de grootste partij en leverde ze premier. Pas nadat de PvdA de verkiezingen had verloren, werden de lessen van Niet Nix overgenomen. Nieuw Links kon de PvdA overnemen toen de partij electoraal in verval was gekomen.
     
  • En wacht dan 20 jaar: maar als je er dan eenmaal bent gekomen door avonden lang te vergaderen om met een inhoudelijk verhaal te komen voor een partij in verval, en je hebt stap voor stap het congres, het partijbestuur en de fractie overgenomen, dan heb je een bestuurlijke carrière voor je liggen. Campaigner, het partijbestuur, persoonlijk assistent van een bestuurder, Tweede Kamerlid, wethouder, Commissaris van de Koningin, partijleider. De wereld ligt aan je voeten.