De wereld van water en watersystemen staat op een keerpunt, en daarom zijn de waterschapsverkiezingen van 15 maart belangrijker dan ooit. Tot zeer kort geleden werden waterschappen vooral, of uitsluitend, gezien als een uitvoerend orgaan. Andere overheden en partijen maakten keuzes op het gebied van landbouw, economie of ruimtelijke ordening, en de waterschappen werden geacht die keuzes mogelijk te maken, de troep op te ruimen, technische aanpassingen aan het watersysteem te bedenken. Dat kan niet meer. De rek is er uit. Het is tijd voor fundamenteel andere keuzes, waarbij het watersysteem leidend is en er met het natuurlijke watersysteem wordt samengewerkt. Het zijn de waterschappen die daarbij een belangrijke rol te vervullen hebben. Die rol moeten ze echter wel durven pakken.

Water en bodem sturend

Aan het jarenlange doormodderen op deze manier lijkt recentelijk een eind gekomen. Niet alleen heeft Tweede Kamerlid Laura Bromet met een initiatiefwet paal en perk gesteld aan de oververtegenwoordiging van agrarische belangen in de waterschappen, ook lijken de rijksoverheid en de provincies nu te beseffen dat een kentering noodzakelijk is. Onder verantwoordelijkheid van de minister van Infrastructuur en Waterstaat, Mark Harbers, verscheen op 25 november 2022 de Kamerbrief ‘Water en bodem sturend’. De titel van de brief en veel van de passages klinken veelbelovend. “Door water en bodem sturend te laten zijn in de ruimtelijke ordening, kunnen we in Nederland ook in de toekomst met een ander en grillig klimaat blijven leven, wonen en werken.” En: “Niet afwentelen op toekomstige generaties. […] Niet afwentelen naar andere gebieden of functies. […] Niet afwentelen van privaat naar publiek.” En zelfs: “We reserveren de 5 % tot 10 % van diepe polders voor waterberging, bij voorkeur de diepste delen. […] Hier is geen nieuwe bebouwing toegestaan, tenzij het niet ten koste gaat van het waterbergend vermogen.”

wateroverlast
Foto: Bayke de Vries. CC BY-SA 3.0

Veenoxidatie eindelijk aangepakt?

De brief bevat ook een lange paragraaf over de veenweidegebieden en veenoxidatie. Klip en klaar wordt uitgelegd dat in het landelijke laagveengebied de bodem daalt door zetting, inklinking en veenoxidatie. Deze oxidatie (verbranding) van de veengrond leidt tot uitstoot van broeikasgassen en levert een substantiële bijdrage aan klimaatverandering. Nu al is bodemdaling direct voelbaar in de portemonnee: extra beheerkosten van infrastructuur, rioleringen en openbare ruimte,  schade aan funderingen. De brief becijfert dat de kosten kunnen oplopen tot 2 miljard euro in 2050.

Veenoxidatie en zetting worden veroorzaakt door ontwatering ten bate van de landbouw, en dat gebeurt op basis van de huidige peilbesluiten. Peilbesluiten zijn een bevoegdheid van de waterschappen, die tot voor kort (onder druk van boerenbelangen) het adagium ‘peil volgt functie’ aanhielden. En daar moet nu verandering in komen. De inzet van de Kamerbrief is reductie van de CO2-uitstoot en minimalisatie van bodemdaling. “In de praktijk wordt in grote delen van het veengebied gestreefd naar een zo hoog mogelijke grondwaterstand tussen de 20 tot 40 cm onder maaiveld.” Ook de consequenties daarvan voor de landbouw blijven niet onvermeld: “Wanneer het peil van 40 naar 20 cm onder maaiveld beweegt, zal de huidige landbouwpraktijk steeds meer beïnvloed worden en zullen extensivering en aangepaste teelten onderzocht moeten worden.”

Comply or explain

De heldere duiding van de problematiek is bemoedigend en de onomfloerste manier waarop de noodzakelijke maatregelen worden aangekondigd ook. Maar de brief bevat ook passages die duidelijk maken dat met het helder opschrijven van wat er nodig is, de systeemverandering nog niet bewerkstelligd is. Een principe dat in de brief bij herhaling terugkeert is comply or explain. Neem bijvoorbeeld deze passage: “Dit betekent uiteraard niet dat overal een peil van 20 cm onder maaiveld gehaald moet of kan worden. Hier is lokaal maatwerk nodig. Dit gebeurt in de gebiedsprocessen waar de agrarische sector een belangrijke rol heeft. Indachtig het principe comply or explain kan de uitkomst zijn dat (afwijkende) beredeneerde keuzes worden gemaakt.”

“ Andere bestuurslagen zijn helemaal niet gewend om rekening te houden met de adviezen van een waterschap ”

Klaarblijkelijk is het watersysteem belangrijk, maar worden alle andere belangen ook nog meegewogen. Welke bevoegdheden waterschappen daarbij krijgen is nog onduidelijk. En dan gaat knellen dat enerzijds de waterschappen nog niet gewend zijn een zelfbewuste rol te spelen bij het afdwingen van wat nodig is voor het watersysteem, en dat anderzijds de overige bestuurslagen al helemaal niet gewend zijn om rekening te houden met de adviezen van een waterschap. Dat probleem speelt niet alleen bij veenoxidatie.

Klimaatbestendig

Een voorbeeld van hoe ‘water en bodem sturend’ tot botsingen tussen bestuurslagen kan leiden is de Lutkemeerpolder in Amsterdam. In die diepste kwelpolder binnen de gemeentegrens wil de gemeente een bedrijventerrein aanleggen. Waterschap Amstel, Gooi en Vecht waarschuwt, op basis van de nieuwe beleidslijn, dat dat geen goed idee is: de waterkwaliteit gaat achteruit en dat mag niet; de afvoercapaciteit van het watersysteem wordt ‘overbodig belast’; in de diepere delen van polders mag niet meer worden gebouwd zonder dat er aanvullende waterberging wordt gerealiseerd;  in het bestemmingsplan staan geen maatregelen waardoor eventuele gevolgen van een overstroming beperkt worden. Allemaal zwaarwegende argumenten, maar de waarschuwing van het waterschap heeft slechts de status van ‘zienswijze’. Een advies dus. De gemeente Amsterdam kan zelf beslissen.

“ We moeten voorkomen dat waterschappen zich de rol van Cassandra of Calimero aanmeten terwijl er niets wezenlijks verandert ”

Een mooi voorbeeld van een waterschap dat al wél zijn rol weet te pakken, zelfs met het beperkte juridisch instrumentarium dat het nu heeft, is het waterschap Rijnland, dat als een van de eerste waterschappen verplichte regels inzake klimaatbestendigheid invoert voor nieuwe grote gebiedsontwikkelingen. De initiatiefnemers daarvan moeten straks aantonen dat een gebied extreme neerslag van 90 millimeter in 24 uur aankan, bijvoorbeeld door water op te vangen in de bodem, sloten en open water. Deze regel is opgenomen in de nieuwe Waterschapsverordening. Hoe het zou uitpakken als het waterschap Amstel, Gooi en Vecht iets dergelijks zou proberen is een interessante vraag. In Amsterdam weigert het college van B en W immers om een motie van de GroenLinks-fractie uit te voeren om de bestaande norm van 60 millimeter te verhogen naar 70 millimeter per uur.

Samenwerking vereist

Dit soort voorbeelden onderstreept dat er voor een echte systeemverandering in onze waterhuishouding nog van alles moet gebeuren. We moeten voorkomen dat overheden langs elkaar heen werken of tegenover elkaar komen te staan. We moeten ook voorkomen dat gemeenten en provincies doorgaan met business as usual, en dat waterschappen zich de rol van Cassandra of Calimero aanmeten terwijl er niets wezenlijks verandert. De kaders en bevoegdheden moeten nader worden geduid. Voor volksvertegenwoordigers van GroenLinks in gemeenteraden en Provinciale Staten enerzijds en van Water Natuurlijk in de waterschappen anderzijds betekent dit dat ze elkaar veel meer moeten opzoeken. Ze moeten veel meer gaan samenwerken dan thans gebruikelijk. Er liggen grote risico’s als we dat niet doen, maar navenant grote kansen als we dat wel doen.

Ik sluit dus af met een oproep om niet alleen actief samen campagne te voeren, maar om ook bij het schrijven van coalitieakkoorden en in de periode erna nauw samen op te trekken.

Reacties

22 februari 23

Jelmer Biesma

Kamerbrief 'Water en bodem sturend'

Door een citaat uit de Kamerbrief 'Water en bodem sturend ' in uw bericht zie ik dat een structurele fout in de Kamerbrief al een eigen leven gaat leiden: Die is: “We reserveren de 5 % tot 10 % van diepe polders voor waterberging, bij voorkeur de diepste delen." 
* De noodzaak delen te reserveren voor berging is volledig onafhankelijk van de hoogteligging van een gebied en geldt dus niet alleen voor 'diepe polders', maar net zo goed in Valkenburg (daardoor ging het mis). 
* De delen die vrij moeten blijven, moeten juist wel de laagste delen zijn, omdat die als eerste onderlopen. Je wilt voorkomen dat daar bebouwing staat. 
Ik heb deze fout gemeld bij het ministerie. Ik hoop dat deze wordt hersteld. Ik hoop dat deze misvatting geen beleid gaat worden.

 

 

01 maart 23

Kwafo Acquaah Arhin

Water Natuurlijk de meest logische partij voor een GroenLinkser?

Ik blijf het moeilijk vinden om op voorhand aan te geven dat we als GroenLinks samen campagne moeten voeren. Water Natuurlijk is een brede partij, en voor mij in ieder geval soms net wat te breed. Neem bijvoorbeeld het standpunt bij het waterschap bij mij in de regio. "We maken ons sterk voor iedereen die wil wandelen, fietsen, vissen of op een andere manier op of rond het water recreëren."

Als GroenLinkser vind ik het belang van de vissen boven het belang gaan van de recreant die een vis vangt, haak door de bek en weer teruggooit in het water. En zo zijn er wel meer standpunten. Die begrijpelijk zijn omdat het een brede partij is. 

Het blijft daarnaast maar vaag wat de standpunten zijn van Water Natuurlijk en waarom ik op hen zou moeten stemmen in plaats van bijvoorbeeld op een Partij voor de Dieren. 

Ik heb hier al eerder voor opgeroepen, maar dit krijgt weinig navolging. 

22 maart 23

Voedselpark Am…

WerelWaterDag

Wanneer gaat Groenlinks inzien dat bouwen in de Lutkemeerpolder vernietiging van leven is? Gelukkig heeft een meerderheid bij het waterschap opgeroepen om ‘verharding in de polder te voorkomen en zo de Lutkemeerpolder te redden, waarin we water kunnen vasthouden voor drogere perioden’. Lees de volledige motie ‘Red de Lutkemeer met een verstandige zienswijze’ hier terug, hierop is later in de vergadering nog een amendement gemaakt – de kern van de motie bleef overeind en is met meerderheid van stemmen aangenomen. Hiermee keert het waterschap zich tegen het stadsbestuur van Amsterdam, dat blijft vasthouden aan het bedrijvenpark in de Lutkemeerpolder.

 

Kans op overstromingen
De Lutkemeer ligt 4,5 tot 5 meter beneden NAP: de kans dat hier overstromingen optreden is groter dan vrijwel overal elders binnen de gemeentegrenzen. [Bron: Landelijk Informatiesysteem Water en Overstromingen, 2021]

Het voornemen om, uitgerekend in de Lutkemeer, de grootste gebouwen van de stad neer te zetten is in strijd met alle actuele en urgente uitgangspunten ten aanzien van klimaatadaptatie. Een diep gelegen polder als de Lutkemeer zou juist bij moeten dragen aan de klimaatveiligheid van de hele stad, i.p.v. een nieuw probleem toe te voegen.

 

Kwetsbare bestemmingen
Ook is niet onderzocht wat de ontwikkeling lokaal betekent voor de waterhuishouding van omliggende, kwetsbare bestemmingen, zoals de resterende landbouwkavels. De aangrenzende wijk Osdorp is bovendien één van de wijken in Amsterdam die ‘s zomers het meest lijdt onder het ‘Stedelijk hitte-eiland effect’. [Bron: Amsterdam Institute for Advanced Studies, 2019].

Reactie toevoegen