Daarom wijst het pleidooi van Bart Snels (De Volkskrant, Opinie & Debat, 17 september en De Helling, herfst 2011) om GroenLinks en D66 samen het vrijgekomen politieke midden te laten bezetten in de verkeerde richting. Het is teleurstellend dat mijn voorganger als directeur van het wetenschappelijk bureau van GroenLinks vooral machtsstrategische en nauwelijks politiek-inhoudelijke argumenten aanvoert voor zo'n sociaal-liberale coalitie, en het fatalistisch mantra herhaalt dat links nu eenmaal in Nederland geen meerderheid kan behalen.

Snels zwijgt over groene en linkse waarden, is ten onrechte nostalgisch over het mislukte Paarsplus, gooit de PvdA en de SP op één links-conservatieve hoop en negeert bewust het neoliberale sociaal-economische programma van D66 (dat hij blijkbaar onderschrijft). Het lijkt erop dat GroenLinks gewoon moet intrekken bij D66.

Snels is een belangrijke kracht geweest in de vrijzinnige wending die Femke Halsema voor GroenLinks heeft ingezet, onder meer als redacteur van het denkboek Vrijheid als ideaal (2005) en als medeopsteller van het verkiezingsprogramma van 2006. Die wending was interessant en noodzakelijk, maar is teveel blijven steken in een anti-moralistische en anti-paternalistische reflex.

'Vrijheid als ideaal' en 'Vrijheid eerlijk delen' (de titel van het controversiële pamflet over de sociale politiek van Femke Halsema en Ineke van Gent) zijn niet genoeg: het gaat er ook om wat mensen met de gerealiseerde vrijheid en kansengelijkheid gaan doen. Dat kunnen heel verkeerde dingen zijn. Vrijheid en individualisme kunnen ook leiden tot dikke ikkengedrag, brutaliteit, graaizucht, hufterigheid en verbaal geweld. Het moderne populisme kan worden beschouwd als de politieke uitdrukking van deze kortzichtige, hebberige en hufterige vrijheid.

Links moet daarom een nieuw beschavingsideaal formuleren: een normatieve opvatting over wat het goede leven inhoudt, wat van waarde is in de samenleving, en dus wat grenzen stelt aan de doorgeschoten vrijheid. Dat is toevallig niet alleen de inhoud van het nieuwe project van de Wiardi Beckman Stichting, het wetenschappelijk bureau van de PvdA, maar ook van het wetenschappelijk bureau van GroenLinks, dat (met een knipoog) een 'vrijzinnig paternalisme' probeert uit te werken. Dezelfde belangstelling voor morele vraagstukken en 'liberale deugden' bestaat in en rond de Hans van Mierlo Stichting van D66.

Dat zijn interessante convergerende denkbewegingen, die natuurlijk op enige afstand staan van de barse Haagse praktijk en daardoor soms worden gehinderd. Het is bijvoorbeeld niet gelukt om D66 te interesseren voor een brede conferentie over democratische vernieuwing met SP, PvdA en GroenLinks, terwijl democratisering het geboortemerk is van die partij.

Maar D66 wil niet meedoen aan inhoudelijke bijeenkomsten met de SP en de PvdA, bang als zij is om te worden ingedeeld bij een 'links blok'. Wij van GroenLinks zijn minder eenkennig. Dus organiseren we met de Van Mierlo Stichting een conferentie over hun prikkelende stuk 'Ordening op orde', waarin een nieuwe balans wordt uitgewerkt tussen overheids- en marktsturing.

Het is dit electorale machtsdenken dat in alle progressieve partijen overheerst, terwijl ze wat betreft politiek programma vaak dicht bij elkaar staan, zodanig dat ook de kiezer de verschillen soms niet met het blote oog kan waarnemen. Natuurlijk is er verschil tussen de sociaal-vrijzinnige benadering van GroenLinks, D66 en de moderne helft van de PvdA en de sociaal-communitaristische benadering van de SP en de meer traditionele PvdA-helft.

Zo bestaat er ook een tegenstelling tussen de verdediging van de traditionele verzorgingsstaat door de SP en het meritocratisch liberalisme van D66, met GroenLinks (en de moderne helft van de PvdA) ergens tussen beide polen in. Maar laten we die tegenstellingen wat minder zien als 'breekpunten' dan als onvermijdelijke ruziepunten binnen een grotere progressieve familie.

Als dat een brug te ver is, moeten we serieus streven naar coalitie- en zelfs partijvorming langs de oude krijtlijnen van de Vrijzinnig Democratische Bond (1901-1946). Anders dan de inmiddels uit Den Haag vertrokken fractiestrateeg Snels wil, moet GroenLinks zich niet exclusief richten op D66, maar ook aansluiting zoeken bij de sociaal-individualistische helft van de PvdA, en de vrijzinnigheid verbinden met groene matiging, culturele verheffing en hoffelijkheid.

Naast die sociaal-vrijzinnige combinatie zou een sterke sociaal-communitaristische partij kunnen ontstaan. Samen zouden ze naar Deens voorbeeld een programakkoord op hoofdlijnen kunnen sluiten en één premierskandidaat naar voren kunnen schuiven.

GroenLinks moet dus minder machtspolitiek denken en meer investeren in de eigen waarden en het eigen verhaal. Deze 'ideeënpartij op zoek naar macht' moet eerst haar ideeën beter op orde brengen, en andere progressieve partijen opzoeken via de inhoud in plaats van de macht van het getal. GroenLinks moet zijn profiel van groene rechtvaardigheid oppoetsen en links van het midden gaan staan. Dat is de enige manier om samen met andere progressieven ons eigen blauwe blok te verslaan.