In 1621 werd de West-Indische Compagnie (WIC) opgericht. Zij ontving van de Staten-Generaal van de Nederlanden het monopolie op handel en scheepvaart in een groot gebied ten westen van Kaap de Goede Hoop. Nederland heeft veel verdiend aan de WIC: naast de handel in exotische goederen zoals suiker en tabak was ook de handel in Afrikaanse slaven erg lucratief. Onderzoek toont aan dat in het jaar 1770 ruim 5 procent van het bruto binnenlands product was gebaseerd op de trans-Atlantische slavenhandel. De WIC is ruim tweehonderd jaar betrokken geweest bij de slavenhandel.

Deze periode in de geschiedenis heeft grote effecten gehad op de samenstelling van de wereldbevolking. Zo leven in Noord- en Zuid-Amerika meer dan 100 miljoen nazaten van tot slaaf gemaakten, gevolgd door het Caraïbisch gebied met tientallen miljoenen nazaten. In Europa zijn dit er ongeveer 10 miljoen en in Nederland ruim een half miljoen. De onmenselijke omgang met tot slaaf gemaakte Afrikanen heeft nog steeds invloed op deze nazaten in de huidige tijd. Die doorwerking komt aan de oppervlakte, bijvoorbeeld in de vorm van racisme, uitsluiting of kansenongelijkheid, maar niet alle vormen van doorwerking zijn even goed zichtbaar.

 

Geroeste DNA-ketting

Verloren wortels

Alle nazaten van tot slaaf gemaakten hebben iets gemeen: een deel van hun geschiedenis is hen ontnomen: archiefonderzoek voert — in het beste geval — niet verder terug dan naar een plantage. Maar de geschiedenis van hun voorouders begon niet op een plantage, die begon in Afrika. Helaas is die connectie met Afrika verloren gegaan in de tijd. Het was voor de handelaren toentertijd irrelevant waar de tot slaaf gemaakte mensen precies vandaan kwamen: ze waren toch niet meer dan handelswaar. Sterker nog, mensen afkomstig uit verschillende regio’s die verschillende talen spraken werden bewust bij elkaar gezet om het gevoel van een gedeelde identiteit te doorbreken en om zo de kans op verzet te verkleinen.

Het ontbreken van kennis over de regionale herkomst van de Afrikaanse voorouders is een vorm van doorwerking die effect heeft op alle nazaten. Geschreven geschiedenis  is onvoldoende als informatiebron en voor een lange tijd leek het erop dat deze voorouderlijke geschiedenissen voor altijd raadsels zouden blijven.

De technologische revolutie van de laatste decennia heeft daar verandering in gebracht en biedt zicht op een mogelijke oplossing: de sleutel lijkt te zijn gecodeerd in het DNA. Met moderne DNA-technologie is het namelijk mogelijk om enorme hoeveelheden genetische gegevens af te lezen voor relatief weinig geld. De voorouders zelf leven vanzelfsprekend al geruime tijd niet meer, maar kleine fragmenten van hun genetische materiaal leven voort in hun nazaten.

Commerciële DNA-tests

Natuurlijk zijn bedrijven niet te beroerd om te proberen daar een slaatje uit te slaan. Allerlei bedrijven bieden DNA-tests aan en het kost tegenwoordig slechts een paar tientjes om zo’n test uit te laten voeren. Het is een kwestie van een beetje wangslijmvlies afnemen, het buisje afsluiten en terugsturen naar de bedrijven. Een aantal weken tot maanden later volgt dan eindelijk het langverwachte mailtje: Your test results are in. Vervolgens word je naar je persoonlijke pagina geleid en kun je, soms begeleid door een spannend muziekje, eindelijk leren wie je ‘echt’ bent. Je zult dan een wereldkaartje zien waar je genetische herkomst op is gemarkeerd, begeleid door een tabel met percentages. Met een beetje geluk zit daar nog een klein percentage van een onverwachts exotische herkomst bij.

Helaas is de realiteit vaak een stuk complexer dan deze simplistische weergave — die overigens wel een zeer goed verdienmodel is gebleken — doet vermoeden. De achterliggende technologie is namelijk vrij beperkt. Er wordt gekeken naar een kleine miljoen genetische varianten; dat lijkt veel, maar op het totaal van ongeveer drie miljard moleculen die eenieder van ons in elke lichaamscel bij zich draagt, is dat ongeveer 0,03 procent. Het is vergelijkbaar met het lezen van een boek door van elke pagina slechts een woord te lezen. Je zult er vast en zeker iets wijzer van worden, maar het hele verhaal navertellen zal toch een uitdaging blijken. En dan is er ook nog het gebrek aan transparantie en het feit dat deze bedrijven in principe eigenaar worden van de genetische data van hun klanten, die vervolgens geen tot weinig controle hebben over waar die gegevens voor worden gebruikt.

Dat wil niet zeggen dat wat deze bedrijven verkopen compleet op drijfzand is gebaseerd. De zogenaamde microarray-technologie die ze gebruiken heeft tot belangrijke doorbraken geleid in de wetenschappelijke wereld. De technologie leent zich ook erg goed voor stamboomonderzoek gericht op de meer recente familiegeschiedenis; als er een ’match’ voor je wordt gevonden met een andere gebruiker in de genetische databank zal in veel gevallen ook blijken dat jullie inderdaad een voorouder delen.

“ Commerciële tests schieten tekort om het complexe vraagstuk van verloren Afrikaanse wortels op te lossen ”

Zelfs het bepalen van de geografische herkomst slaagt redelijk, maar dan vooral op continentale schaal. Zo zijn Europese, Zuid-Aziatische, Oost-Aziatische, Sub-Sahara-Afrikaanse en inheems-Amerikaanse genetische componenten goed van elkaar te onderscheiden. Maar het wordt lastiger als je onderscheid wilt maken tussen bijvoorbeeld Scandinavische en Noordwest-Europese genetische componenten; dat geldt zeker ook voor variatie binnen Sub-Sahara-Afrika.

Ondanks de grote populariteit van de testen schiet de gebruikte technologie dus simpelweg tekort om het complexe vraagstuk van verloren Afrikaanse wortels op te lossen. Helaas zijn er op dit moment nog geen betrouwbaardere, niet-commerciële alternatieven beschikbaar.

De potentie van nieuwe technologie

Om genetische verschillen binnen continenten goed te kunnen analyseren zijn een miljoen genetische varianten onvoldoende. Het is als zoeken naar spelden in een gigantische hooiberg; om deze spelden te vinden zijn andere technologieën meer geschikt. Sinds een aantal jaar is het mogelijk om bijna alle drie miljard DNA-moleculen uit te lezen voor minder dan duizend euro; deze technologie wordt whole genome sequencing genoemd. De meest gangbare technologieën doen dit door het DNA in kleine stukjes van honderd tot enkele honderden aaneengeschakelde moleculen te knippen en deze vervolgens uit te lezen.

Sinds kort zijn er echter ook technologieën die veel langere kettingen van moleculen (duizenden tot tienduizenden) tegelijk kunnen uitlezen. Deze technologie, long-read sequencing genoemd, is door het gerenommeerde vakblad Nature uitgeroepen tot methode van het jaar 2022. Met deze technologie kunnen ook moeilijker uit te lezen gebieden van het DNA — met veel herhalingen — worden geanalyseerd; dat was met de gangbare technologieën niet mogelijk. Juist deze regio’s van het DNA vertonen veel variaties en zouden van belang kunnen zijn om verschillende populaties binnen continenten te onderscheiden. Bovendien biedt long-read sequencing de mogelijkheid om verschillende genetische variaties aan elkaar te koppelen. Deze gekoppelde variaties (haplotypen) zijn informatiever dan de op zichzelf staande variaties. Als je zoekt naar spelden in hooibergen, dan kun je elke hooiberg maar beter zo nauwkeurig mogelijk in kaart brengen Long-read sequencing biedt die mogelijkheid.

Onvoldoende referentiedata

Het Afrikaanse continent is vaak een ondergeschoven kindje: het is het minst ontwikkelde van alle continenten. De grootmachten op het wereldtoneel zijn meer geïnteresseerd in het verzamelen van de natuurlijke rijkdommen dan in het bestrijden van de armoede of het verhogen van de levensstandaard van de bewoners. Wat dat betreft is de wetenschap geen uitzondering: sinds jaar en dag richt genetisch onderzoek zich vooral op mensen met een westerse achtergrond. Ook in Azië is dit type onderzoek sterk in opkomst, maar kennis over genetische variatie binnen het Afrikaanse continent is nog steeds erg beperkt. En dat terwijl de genetische variatie in Afrika — de bakermat van de menselijke soort — juist groter is dan waar dan ook ter wereld. Afrika herbergt honderden of zelfs duizenden verschillende etnische groepen en er worden meer dan duizend verschillende talen gesproken.

GWAS naar herkomst
Slechts 2 procent van de genetische data in studies naar erfelijke ziekten is afkomstig van Afrikaanse mensen. Data uit Sirugo, Giorgio, Scott M. Williams, and Sarah A. Tishkoff. "The missing diversity in human genetic studies." Cell 177.1 (2019): 26-31

Voor het in kaart brengen van genetische variatie in Afrika moet dus verder worden gekeken dan naar de landsgrenzen (die arbitrair zijn getrokken door Europeanen in 1885). Zonder uitgebreide referentiedata die de diversiteit van de bevolking van het continent reflecteren zal het traceren van de wortels van nazaten van Afrikanen onmogelijk blijven. Tegelijkertijd wekt het verzamelen van biologisch materiaal van de Afrikaanse bevolking voor het verkrijgen van deze referentiedata de schijn van een koloniale mindset als er geen sprake is van een vorm van wederkerigheid. Dit type onderzoek moet door, voor en in samenwerking met de lokale bevolking worden uitgevoerd.

Verbroken ketenen en herstelde verbondenheid

De fysieke ketenen zijn verbroken, maar zowel de nazaten van tot slaaf gemaakten als de moderne Afrikanen zijn nog steeds niet echt vrij; niet vrij van racisme, niet vrij van sociale, educatieve en economische achterstelling. Het herontdekken van de verloren wortels kan niet worden gesimplificeerd in een wereldkaart of in een tabel met procenten. Er is een gedeelde geschiedenis en die moet gekend worden. Niet alleen de koude cijfers, maar juist de verhalen achter de cijfers moeten worden verteld; de mensen die de stippen op de kaart vertegenwoordigen moeten worden gezien. DNA is een geweldig krachtig middel — niet voor niets draagt elk levend organisme het bij zich in de kern van elke cel —, maar uiteindelijk zegt DNA op zich niets. Ik hoop met behulp van DNA de verloren en verborgen verbondenheid weer aan het licht te kunnen brengen. Ik hoop dat dit helpt om de nazaten van Afrikanen die zijn verscheept en de nazaten van Afrikanen die achterbleven weer nader tot elkaar te brengen. Want ondanks dat ik hier vooral heb geschreven over genetische verschillen, delen alle mensen — zwart, wit en alles ertussenin — voor meer dan 99,5% hetzelfde DNA. Ondanks alle diversiteit zijn wij één.

Arwin Ralf in lab

Full disclosure

Ik schrijf dit stuk zeker niet vanuit een onpartijdig standpunt. Ik wil mijn visie namelijk eigenhandig tot realiteit maken. Het belang van meer aandacht voor het Nederlandse slavernijverleden is me met de paplepel ingegeven. Mijn beide ouders hebben zich ingezet om het Zeeuws slavernijmonument te realiseren. Al tijdens mijn studie Chemie aan de Hogeschool Zeeland realiseerde ik me dat DNA dé manier is om te kunnen leren over de verloren identiteit van onze Afrikaanse voorouders. Maar de tijd was er nog niet rijp voor: de politieke wil was er nog niet, de benodigde technologie was er nog niet en ook ikzelf had nog niet de kennis en ervaring die nodig zijn om een dergelijk groot project vorm te geven.

Maar de tijden zijn veranderd; zowel de premier als de koning hebben excuses gemaakt voor het Nederlandse slavernijverleden en er zijn middelen beschikbaar gesteld om de bewustwording te vergroten. Zoals ik hierboven beschreef is er een revolutionaire nieuwe technologie die het DNA met ongekende nauwkeurigheid kan uitlezen.

En ik heb zelf ook niet stil gezeten, ik ben intussen gepromoveerd aan het Erasmus MC in Rotterdam en mag mezelf een expert noemen op het gebied van DNA-analyse. Kortom, alle seinen staan wat mij betreft nu eindelijk op groen.

Op politiek vlak heeft ook BIJ1 een belangrijke bijdrage geleverd door samen met GroenLinks, de PvdA en Denk een motie in te dienen om dit type DNA-onderzoek te faciliteren. Deze motie is door de Tweede Kamer aangenomen. Daarnaast ben ik in samenwerking met BIJ1 ook een petitie gestart om de motie nog wat extra kracht bij te zetten. (Alle steun is van harte welkom.)

Als onderzoeker word ik altijd gedreven door nieuwsgierigheid en ik ben ook zeker nieuwsgierig naar de herkomst van mijn verre Afrikaanse voorouders. Maar het doel hier is veel groter dan het bevredigen van mijn eigen nieuwsgierigheid. Mits goed uitgevoerd kan dit project een grote impact hebben voor vele miljoenen nazaten van tot slaaf gemaakten wereldwijd. Bovendien kan meer kennis over genetische variatie bij mensen met Afrikaanse genen ook leiden tot verbetering in medische zorg voor mensen met deze achtergrond.

“ Ik wil ik een veilig en gedegen alternatief voor de commerciële testbedrijven creëren ”

Om een onderzoek goed uit te voeren moet het fundament goed zijn. Het fundament van dit onderzoek zijn de referentiedata; die moeten voldoende voorhanden zijn en met de goede technologie zijn gegenereerd. Met uitgebreide referentiedata (die in samenwerking met lokale wetenschappers moeten worden verzameld) kan dan een efficiëntere (lees: goedkopere) methode worden ontwikkeld die juist die genetische varianten die van belang zijn voor een zo precies mogelijke vaststelling van Afrikaanse herkomst (de spelden in de hooiberg).

Die methode kan vervolgens worden gebruikt om op grote schaal nazaten te voorzien van betrouwbare en transparante inzichten over de herkomst van hun voorouders. Die inzichten wil ik aanbieden in de vorm van software die op begrijpelijke wijze de resultaten presenteert. Deze software moet de ruwe genetische data zelfstandig kunnen analyseren, waardoor het verzamelen en bewaren van genetische gegevens van nazaten door derden niet langer nodig is. Op die manier wil ik een veilig en gedegen wetenschappelijk alternatief voor de commerciële testbedrijven creëren. Er is nog een lange weg te gaan, maar zoals mijn vader zegt: “Als je niet droomt, dan komt er nooit wat van terecht.”

Reacties

17 augustus 23

Dolf Evenberg

Afrikaans DNA

Beste Arwin,

Ik heb niet echt kritisch je bovenstaande verhaal/pleidooi gelezen. Zo bij een eerste lezing vind ik het een goed en duidelijk verhaal. Maar ik ben bevoordeeld, ik ken je en ik begrijp waar je het over hebt. 
IK neem aan dat je met long-read whole genome sequencing ook onderscheid kunt maken tussen XXY, XYY, XX en XY. 
Genen ?, sekse en gender. Is er sprake van een bepaalde wiskundige/statistische verdeling? Is deze verdeling continentaal invariant of is er sprake van verschillen in de verdeling?

Beste Arwin, ik wens je heel veel succes met dit mooie werk.

Met vriendelijke collegiale groet,

Dolf

 

18 augustus 23

Arwin Ralf

XY

Beste Dolf,

Altijd leuk om van je te horen en dank voor de succeswens. Je vraag over de geslachtschromosomen is interessant, maar niet direct relevant in de context van het onderzoek dat ik graag zou willen doen. XXY (Klinefeltersyndroom) en XYY-syndroom zijn beide vrij zeldzaam (~0.1 procent van de populatie). Dus zelfs als we dit tegen zouden komen, dan zal dat niet vaak genoeg zijn voor een steekhoudende statistische analyse.

Hartelijke groet,

Arwin

Reactie toevoegen