?️ Podcast Groene gasten #6
Goede leerkrachten zijn de sleutel tot goed onderwijs én het tegengaan van kansenongelijkheid. Het aanpakken van het lerarentekort moet dan ook prioriteit nummer één zijn van de nieuwe minister van onderwijs, zeggen leerkracht Thijs Roovers en onderwijsdeskundige Tijana Prokic-Breuer in deze aflevering van Groene Gasten.
Beluister de aflevering via je favoriete podcast-app of via onderstaande link.
Reacties
25 mei 21
Mariska van Heijster
Lang leve de leraar!
te gaan. Ik kom uit een heel gemiddeld blank gezin, toch werd het niet zo gewoon gevonden dat ik kon
leren of zou studeren. MBO is toch goed genoeg en ik was toch niet meer waard dan een ander. Het
werd vooral oneerlijk gevonden voor anderen die niet zo goed konen leren. Mijn ouders zijn erg links;
alles eerlijk delen. Maar talenten en mensen kun je niet nivelleren. Het heeft mij een dubbel gevoel
gegeven over mijn talenten, maar ook bewust gemaakt van verschillen.
Wat mij betreft staat de deur open voor alle kinderen, krijgen ze op school gelijke mogelijkheden, hulp
waar nodig en wordt er niet gekeken naar wie hun ouders zijn. Mijn kinderen en alle andere kinderen
verdienen eenzelfde openheid: geen hokjes, beide kanten op! Met name op gemengde scholen
vraagt dit specifieke inzet, daar worden de verschillen zichtbaar en leerlingen sturen dit niet uit
zichzelf (goed) bij.
Ik vraag me af of we hierin verbetering bereiken met docenten die nu overwegend blank en vrouw zijn.
Ik schrik van het hoge percentage blank en vrouw dat voor de klas staat in het (basis)onderwijs en dat
zij vooral kiezen voor scholen met ook overwegend blanke kinderen van hoogopgeleide ouders, dat
een docententekort daar niet zo speelt.
Gebrek aan ruimte voor investering in kader, duidelijkheid en structuur worden als een oorzaak
genoemd. Daar heb ik begrip voor, maar ik vraag me ook af in hoeverre herkenning en
identificatie een rol spelen en wat het nog meer voor gevolgen heeft dat docenten zo'n homogene
groep zijn.
Ik ben het dan ook met Tijana eens dat een diverser docentenpopulatie; meer andere docenten prioriteit
moet krijgen. Pabo's zouden hun opleiding hierop in moeten richten en hun oor vooral ook te luisteren
leggen bij groepen die ze voor het vak willen interesseren.
Goed en juist hier ook divers! management en bestuur op de scholen horen daarbij. Dit om te voldoen
aan de behoefte aan kader en structuur en om dit uit te voeren, na te leven en een goede open
cultuur te bewaken. Juist docenten die wel kiezen voor scholen waar de tekorten groter zijn, moeten
hierover meepraten.
Kleinere klassen (3) om de werklast te verminderen en omdat alle kinderen baat hebben bij meer
aandacht. Dit lijkt me belangrijker dan een hoger salaris, waar al veel over is gezegd. Hoe hoog is dit
salaris en hoe verhoudt zich dit tot andere HBO-functies in de publieke sector? Dit lijkt me een
betere referentie dan een vergelijk met bankiers, marktconforme topsalarissen of het feit dat de
huizenprijzen nu schandalig hoog zijn. Niemand kan nog een woning betalen, starters zeker niet en de
meeste mensen zijn geen bankier.
Ik vind het ook een ergerlijke vergelijking: van status, marktdenken en grote inkomensverschillen willen
we toch juist af. Veel werk in de publieke sector is lastig en wordt al maar zwaarder, mensen zijn meer
geëmancipeerd en mondiger, de nadelen hiervan worden overal gevoeld en tekorten in personeel zijn
er in de hele publieke sector.
Wat ik zie is dat de inkomens in de publieke sector redelijk overeenkomen. Reden waarom veel mensen
parttime werken in de publieke sector is juist dat je met minder dagen ook vooruitkomt en tegelijk een
redelijk en zeker inkomen hebt. Een startersinkomen voor iemand begin 20 is niet hoog, maar stijgt
gestaag. Gecorrigeerd voor het aantal vrije dagen, lijken docenten, ook in het basisonderwijs er zeker
niet slecht uit te springen. Anders dan in sommige andere sectoren denk ik dat zeker basisschooldocenten
na hun opleiding ook kunnen rekenen op een baan die past bij hun niveau.
Enig verschil (oa. opleiding, ervaring, risico's, verantwoordelijkheden, werklast en omvang) vind ik
te rechtvaardigen, maar vooral vind ik het een groot goed dat die verschillen bij de overheid
beperkt blijven. Beroepsgroepen meer status geven dan andere vind ik geen goed idee,
middeninkomens optrekken ook niet: de verschillen met de onderkant worden nog groter en alles
wordt duurder en juist voor die groepen nog minder te betalen. Dat zou ik vooral willen voorkomen.