Een baan met zekerheid voor iedereen

Agaath Arends, Werkgroep Voetafdruk Nederland – www.voetafdruk.eu, pleit voor een eerlijkere verdeling van arbeid.

Het is tijd voor een andere verdeling van arbeid. Wij stellen een aanpak voor die op de lange termijn een stabiel arbeidsklimaat garandeert en ook tijdens periodes van krimp en economische recessie een veel eerlijker verdeling van het beschikbare werk mogelijk maakt.

Wij stellen voor om toekomstige arbeidscontracten voortaan uit twee delen te laten bestaan: een vast en een flexibel deel. Het vaste deel bestaat uit 18-24 uur vaste aanstelling per week. Dit gaat in na een proeftijd van één jaar. Het flexibele deel bestaat uit 12-18 uur. Iedereen met een dergelijk contract heeft dus de zekerheid van minimaal een halve baan. Als de werkgever veel werk heeft zijn de vaste en de flexibele uren beschikbaar.

Tijdens recessies wordt de noodzaak mensen te ontslaan drastisch verkleind, alleen flexibele uren kunnen vervallen. Als de economie weer aantrekt kunnen de flexibele uren worden opgevuld. Hierdoor hebben veel meer werknemers bestaanszekerheid. Het vaste deel van de nieuwe arbeidscontracten moet een grotere zekerheid tegen ontslag geven dan de huidige vaste fulltime contracten.

Op termijn zullen de bestaande fulltime contracten door natuurlijk verloop verdwijnen. Deze oude contracten bieden lang niet altijd bescherming tegen ontslag zoals momenteel blijkt. Mensen met een oud contract kunnen ervoor kiezen hun contract in te ruilen voor een nieuw contract zoals hier voorgesteld, met een grotere bescherming tegen ontslag.

Hoe kunnen de overheid, belastingdienst en pensioenfondsen hierop inspelen? Aangepaste wetgeving zal moeten worden ontwikkeld. Het zal niet moeten worden toegestaan mensen te ontslaan, zolang er anderen die vergelijkbaar werk doen bij de organisatie nog flexibele uren werken. Ook de belastingregels zullen aangepast moeten worden, misschien door de flexibele uren in een andere belastingschijf te laten vallen dan de vaste. Ook zouden flexibele uren wat minder pensioen kunnen opleveren. Op deze manier krijgen meer mensen basiszekerheid voor inkomen en pensioen. Dit systeem zal betaalbaar worden doordat er minder bijstands- en werkloosheidsuitkeringen zullen hoeven te worden betaald. Ook voor de verlening van hypotheken is er tenminste altijd de zekerheid van een vast basisinkomen.

Allereerst zou de opdracht kunnen worden gegeven aan SCP/CBS om de effecten door te rekenen. Ook het ABP kan verzocht worden een uitwerking te maken.

Een open economie kan niet zonder een uitgebreid stelsel van sociale zekerheid

Timor El-Dardiry laat zien dat juist een uitgebreid stelsel van sociale zekerheid een open economie mogelijk maakt en mensen de mogelijkheid geeft om risico's te nemen, om 'hoger te springen'.

Vaak hoor je (vooral van VVD en D66) dat Nederland zich geen uitgebreid stelsel van sociale zekerheid meer kan veroorloven omdat we anders de concurrentiestrijd verliezen met andere landen. Daarom moeten de uitkeringen omlaag, de WW-duur worden verkort, etc.

Die opvatting spant het paard achter de wagen. Uit onderzoek van o.a. Dani Rodrik (.pdf) komt namelijk een opvallend patroon naar voren: juist in de meest open economieën blijkt de overheid een grote rol te spelen. Waarschijnlijk komt dat doordat deze landen, waaronder Nederland, blootstaan aan grote schommelingen op de wereldmarkt, waar ze zelf geen invloed op hebben. De overheid zorgt er voor dat burgers worden beschermd tegen deze schommelingen terwijl de economie open kan blijven.

Met andere woorden: dankzij een uitgebreid systeem van sociale zekerheid plukken we de vruchten van globalisering terwijl we onszelf beschermen tegen de risico's. Omgekeerd zal de afbraak van sociale zekerheid er m.i. voor zorgen dat de steun voor een open economie in Nederland afneemt. De roep om protectionisme zal groter worden, en daar is vrijwel niemand uiteindelijk bij gebaat.

Je kunt dit zelfs breder trekken. Denk bijvoorbeeld aan studiefinanciering (of een verantwoord sociaal leenstelsel). Doordat mensen weten dat ze worden opgevangen als het misgaat, durven ze meer te proberen om alles uit zichzelf te halen. Vergelijk het met een trampoline: juist vanwege de zekerheid van een zachte landing, durven mensen hoger te springen. Dit zou een vrijzinnige partij als GroenLinks moeten aanspreken. Maar zoals ik hierboven heb beschreven, is een dergelijke houding ook goed voor de economie - en uiteindelijk het welzijn van iedereen, ook de mensen die het geluk hebben dat zij zelf géén gebruik hoeven maken van de sociale zekerheid.

De keerzijde van individuele ontplooiing en de noodzaak van een internationaal perspectief

Dick van Lente poneert enkele stellingen n.a.v. de notitie van Bram van Ojik.

1. De notitie van Bram is meer een beperkte wensenlijst plus een aantal vragen dan een aanzet tot analyse, laat staan visie of programma.

2. In wat Bram 'de essentie van GroenLinkse sociaaleconomische politiek' noemt ontbreken milieu en internationale economische verhoudingen, terwijl die essentieel zijn ('kunst', of algemener: 'creativiteit' hoort er eigenlijk ook bij).

3. Bij het ontwikkelen van een GroenLinkse visie moet de centrale vraag zijn wat socialistische en groene politiek kan zijn in een economie die bepaald wordt door winstgericht internationaal ondernemerschap en een wijdvertakt overheidsapparaat dat, behalve regelgeving en beheer, opereert op basis van neoliberale principes.

4. Daarbij moeten ook spanningen en tegenstrijdigheden in onze idealen onder ogen worden gezien, bijvoorbeeld:

● de nadruk op individuele ontplooiing is een van de oorzaken van de wijdverbreide zelfverrijking en corruptie in het bedrijfsleven en de overheid. Die ondermijnen voortdurend het publieke fatsoen en leiden tot massale verspilling van geld en menselijke energie.

● ook de meer beschaafde vormen van ontplooiing leiden tot problemen: een 'ontspannen samenleving' kan er niet een zijn waarin iedereen wil excelleren in werk, ouderschap, hobby's en vriendschappen.

● ontplooiing krijgt meer ruimte bij economische groei, maar onze natuurlijke habitat stelt daar grenzen aan. Als we doorgaan zoals nu, laten we onze kinderen een uitgewoonde planeet na. Wat betekent dit bijvoorbeeld voor innovatie? Welke soorten onderzoek en technische ontwikkeling wil je wel en welke niet en hoe ga je dat sturen?

● hoe verhouden zich onze ontplooiing en welvaart tot die van onze broers en zussen elders in de wereld? onze economie is internationaal en socialisme kan zich niet beperken tot de nationale gemeenschap.

De crisis en GroenLinks

Rob Glass, van GroenLinks-Castricum, vindt dat GroenLinks meer aandacht moet hebben voor de toenemende tegenstellingen in de samenleving en een brede volkspartij moet worden.

Zitten we in een crisis? Als ik om mij heen kijk heb ik niet direct die indruk. Vliegtuigen vol vakantiegangers vliegen nog over mij heen, de restaurants zijn nog aardig gevuld en op straat word ik nog niet aangeklampt door autochtone minimumlijers.

En toch hebben we na het gerommel met de banken en de somberende mediaberichten steeds meer dat nare en onzekere gevoel dat het misgaat. De tegenstellingen in onze maatschappij worden groter. Enerzijds door het in het kapitalistische systeem verder promoten van het individu en de marktwerking en anderszijds door het vanuit de overheid onvoldoende begrenzen van het renpaard in de mens.

Het gevolg is: steeds grotere tegenstellingen tussen de trekkers en de graaiers, tussen de geslaagden en de losers, tussen de gezonden en de ongezonden, tussen de vaste baners en de flexwerkers en tussen de jongeren en de ouderen. Ook de door ons gewenste vergroening van de samenleving komt daardoor maar langzaam van de grond.

Een partij als GroenLinks kan mijns inziens haar idealen alleen verwezenlijken door:

1) Aan de basis het erover eens te worden waar in deze maatschappij de basale oorzaken liggen van het het uit elkaar groeien van de verschillende groepen en de afbrokkeling van de solidariteit. Vervolgens een maatschappijvisie (blijven) ontwikkelen die deze negatieve spiraal zal keren en die als basis van al het verder handelen van de partij zal dienen.

2) Tijdens het proces aan symptoombestrijding doen, bijvoorbeeld in de vorm van het verbeteren van de kinderopvang, verbeteren van de rechten van flexwerkers, publiekelijk duidelijk veroordelen van de graaicultuur in bedrijven en semi-overheden, enz.

3) Hoe verspreiden? Hoewel het niet iets is waar wij in uitblinken zullen wij ons meer moeten bekwamen in het op alle niveaus beter uitventen van onze boodschap, GroenLinks zal meer een brede volkspartij moeten worden waarmee alle lagen van de bevolking zich kunnen identificeren. Erop vertrouwen dat de redelijkheid van de GroenLinks-gedachte vanzelf wel doordringt bij iedereen is mijns inziens een utopie.