Kiezen om te delen: kies voor een ontspannen samenleving
Betaald werk is niet zaligmakend, vindt Sjaak Kloppenburg.
Keer op keer benadrukken we het belang van betaald werk en participatie in reguliere banen. Ook in het laatste GroenLinks Magazine (nr. 3, juli 2013) legt arbeidseconoom Ronald Dekker - weliswaar genuanceerd - het accent op betaald werk. 'Work First', schrijft hij.
Werk zien als meer dan alleen een economisch en financieel goed, zet echter meer zoden aan de dijk. Werk is namelijk een rijker begrip omdat het vooral ook maatschappelijke én persoonlijke waarde heeft. Daarom kan de dominante gedachte dat betaald werk dé alleenzaligmakende norm is, beter overboord.
Het verwijt is al snel dat het loslaten van die gedachte niet reëel is. Daartegenover staat dat werk voor mensen belangrijk is voor hun emancipatie, onafhankelijkheid en zekerheid. Werk vormt het toegangsbewijs voor maatschappelijk meedoen; keerzijde is dat niet-werken het voorportaal van uitsluiting, armoede en sociaal isolement betekent.
Door onze focus op betaald werk geven we de arbeidsmarkt het alleenrecht te bepalen wie wel of niet maatschappelijk mag meedoen. Dat is de reden waarom we werk niet exclusief aan de arbeidsmarkt, die zonder scrupules werkenden en werklozen creëert, kunnen overlaten. De bankencrisis en haar gevolgen hebben ons voor de zoveelste keer met de neus op de feiten gedrukt: markten van vraag en aanbod, de arbeidsmarkt incluis, functioneren soms prima, maar vliegen bij tijd en wijlen onbeholpen uit de bocht. Bijsturing is dan dringend gewenst.
Nederland in crisis? De officiële werkloosheid loopt inderdaad op, maar de informele zorg barst van het werk en veel ander nuttig werk blijft liggen; de arbeidsmarkt laat het hier jammerlijk afweten. Willen we op deze wijze door? In Leeuwarden sprak Bram van Ojik over een 'ontspannen samenleving': een aantrekkelijk gedachte, maar dat moeten we die andere gedachte van betaald werk als dé alleenzaligmakende norm loslaten.
Wat moeten we delen?
Ook Leon Segers zet twijfels bij het betaald werk als doelstelling.
De economische crisis baart zorgen. Moeten we inderdaad nog meer bezuinigen? Er zijn nu al zoveel mensen werkloos. Bram van Ojik heeft vragen te over in 'kiezen om te delen'. De regering en ook de meerderheid van politiek en bedrijfsleven zit als het ware te wachten tot 'het over is', tot er 'weer'volledige werkgelegenheid is, tot er weer groei is, tot de economie weer aantrekt.
Toch zijn er steeds meer mensen die vraagtekens zetten bij dit verlangen naar business as usual. Zij realiseren zich dat er grenzen zijn aan de groei. De materiële productiecapaciteit is inmiddels zo groot dat er geen honger meer hoeft te zijn in de wereld. Eerder zuchten wij onder de overvloed. Mensen beseffen dat de 'aarde' langzamerhand aan het einde is. In dit spanningsveld pretendeert ook GroenLinks actief te zijn.
De crisis, het breukvlak (krinoo = scheiden) waarop we nu staan als samenleving, staat dan ook in het licht van 'we kunnen zo niet verder'. Het moet anders. We moeten de samenleving anders gaan organiseren. Het industriële tijdperk, waarin arbeid en kapitaal de organiserende factoren waren evenals het Leitmotiv van toen, de strijd tegen schaarste en gebrek, behoort tot het verleden. De maatschappelijke ordening van toen, langs lijnen van arbeid en arbeidsproces, is in het post-industriële tijdperk, van de schaarste voorbij, dan ook niet meer dwingend. Nu de menselijke soort zich in principe heeft ontworsteld aan de knellende band van de materiële behoefte, kan hij vanuit die nieuwe, nu ook economische vrijheid, de idealen van de Franse revolutie trachten te verwezenlijken.
Het eerste wezenlijke punt van de post-industriële samenleving is dan ook om die vrijheid van het individu ook in economisch, in materieel, opzicht te waarborgen. Dan is economische zelfstandigheid niet meer identiek met betaald werk (Zie Bram van Ojik in Kiezen om te delen) maar behoort zij tot de garanties van het bestaan. Pas dan, door de samenleving uit te rusten met een onvoorwaardelijk basisinkomen, zal dat individu, in volledige vrijheid en verantwoordelijkheid, die samenleving van de toekomst, ook binnen de grenzen van de aarde kunnen vormgeven.
Opdrachtgevers: neem je verantwoordelijkheid!
Siep van der Werf wijst op de realiteit van uitbesteding van werk.
Veel arbeidsorganisaties, waaronder de overheid, besteden werk uit. Er worden offertes gemaakt waarbij – onder voorwaarden – de goedkoopste aanbieder de klus krijgt. Bij die offertes ontbreekt veelal de zorg voor de wijze waarop het werk gedaan moet worden. Mooie voorbeelden zie je in de zorg waar werk anders omschreven of opgedeeld of verzwaard wordt zodat het goedkoper kan. Bij de opdrachtgevers zou de taak moeten rusten dat ze verantwoordelijkheid nemen voor de arbeidsvoorwaarden (zoals veiligheid, beloning, cao's) waaronder het werk gedaan wordt. Wanneer een offerte zo goedkoop is dat het niet te geloven is dan klopt het ook niet.
De flexibilisering van werk geschiedt op zo'n manier dat de kosten en risico's op de werkers wordt afgewenteld. De actie van de pakjesbezorgers bij TNT of de schoonmakers bij de spoorwegen zijn voorbeelden van hoe met vakbondsacties er wat aan gedaan kan worden. Maar deze sectoren zijn doorgaans juist niet goed georganiseerd.
Kortom, ik wil wijzen op de kant van verantwoordelijkheid van opdrachtgevers bij flexibilisering. Dat kost wat en vraagt controle maar dat moet wel. Een bijkomende zaak is dan ook dat er meer aan controle op het werk moet gebeuren en handhaving (op veiligheid en arbeidsomstandigheden en –beloning door o.a. arbeidsinspectie) niet ingeperkt moet worden.