Over emancipatie- en diversiteitsbeleid
Een paar jaar geleden had ik je raar aangekeken als je me zou vertellen dat ik nu een stuk zou schrijven over diversiteit. Toen ik rond de twintig was en net over de muren van de politieke arena’s begon te gluren, noemde ik mezelf absoluut geen feminist. Over diversiteit had ik geen uitgesproken mening.
De politieke discussies waar ik mijn vrije avonden mee vulde - over het kraakverbod, (afschaffen van) gevangenisstraffen, legalisering van drugs - vind ik nu niet minder belangrijk. Maar omdat ik de afgelopen jaren veel heb gelezen over voor mij nieuwe begrippen als institutioneel racisme en intersectioneel feminisme ben ik gaan inzien dat racisme en seksisme alive and kicking zijn in onze samenleving.
Hoe vrijzinnig wij ons ook wanen, hoe vaak we ook beweren kleurenblind te zijn en mannen en vrouwen hetzelfde te beoordelen, hoezeer we geneigd zijn feminisme af te schrijven als iets wat onze generatie toch niet meer nodig heeft - ik raak steeds meer overtuigd van het tegendeel. Het duurde jaren voor ik merkte - vaak schrok ik van mezelf - dat ik anders reageer op een zwarte dan een witte man in een donker steegje. Dat ook ik vooroordelen heb over de vrouw die in een nikab door de buurt fietst. Dat vrouwen in mijn omgeving nog steeds gediscrimineerd worden vanwege een aanstaande zwangerschap.
Wel zo overzichtelijk
De oorzaak van veel van deze problemen ligt verscholen in iets onwijs menselijks. Om het leven overzichtelijk te maken, stoppen we iedereen, vaak op basis van uiterlijke kenmerken, in hokjes. Op die hokjes plakken we labels met het te verwachten gedrag. Als we een exemplaar tegenkomen waarvan het gedrag matcht met het betreffende hokje, worden onze vooroordelen bevestigd.
Maar lang niet altijd past het hokje bij de persoon. Dat kan vervelend zijn, beledigend, racistisch, seksistisch, of leiden tot discriminatie. Iemand die zichzelf identificeert als man die houdt van kleding kopen, wordt automatisch in het hokje ‘homo’ gestopt. De vrouw die zwanger is, zal vast minder willen werken nadat het kind is geboren. De Marokkaanse jongen is geen betrouwbare werknemer, dikke mensen zijn ongezond, de Pool is vast bouwvakker, en zo kan ik nog wel even doorgaan.
Ik hoef niet uit te leggen dat dit slecht is en dat het voor mensen die snel in een hokje geplaatst worden ondoenlijk is om altijd het tegendeel maar te blijven bewijzen. Het komt niet vanzelf goed als je maar hard genoeg werkt, hoe graag premier Rutte ons dat ook wil laten geloven. Om deze denkpatronen en structuren in de samenleving aan te pakken, moet je heel veel verschillende maatregelen nemen. Je moet keihard strijden tegen ongelijkheid, racisme, discriminatie en seksisme.
Zo zijn ze nu eenmaal
Laten we beginnen bij de jongsten. Stop kinderen niet in een hokje van jongen of meisje; tot op twaalfjarige leeftijd is er vrijwel geen verschil. Als jongens vervelend doen, zeg dan niet “oh, zo zijn jongens nu eenmaal”. Want dat is niet zo. Motiveer meisjes om technische vakken te volgen. Zorg voor gemengde scholen, met duidelijke pestprotocollen. Geef kinderen een breed beeld van de Nederlandse samenleving, zorg voor diverse rolmodellen en geef geschiedenislessen over de zwarte bladzijden uit onze geschiedenis (en ga toch weg met je Zwarte Piet).
Vergeet dan niet om diversiteit te omarmen. Van culturele verschillen kunnen we juist veel leren. Ik pleit voor zelfreflectie bij ieder individu. Sta eens stil bij alle vooroordelen die door je hoofd schieten als je iemand ontmoet. Ga dan eens na waar die ideeën vandaan komen, en bedenk hoe je zou reageren als de persoon tegenover je van een andere gender, leeftijd, kleur of geaardheid was. Misschien verbaast het je of schrik je ervan. Maar het herkennen en erkennen van de vooroordelen is noodzakelijk om ze te kunnen bestrijden.
Doe daar eens wat aan
Nu kan ik me zomaar voorstellen dat de meeste GroenLinksers hun eigen stokpaardjes hebben, en dat zij allemaal vinden dat de partij zich hier meer mee moet bezighouden. “Waarom doen jullie zo weinig op het gebied van zorg?” of “Klimaatverandering, doe dáár eens wat aan”.
Diversiteit is echter een onderwerp dat niet apart behandeld hoeft te worden, maar bij veel thema’s hoort. Ik pleit daarom niet voor enkel één minister met emancipatie in de portefeuille, maar voor een integraal emancipatie- en diversiteitsbeleid. Want vrouwen worden onevenredig getroffen door de bezuinigingen in de zorg én door klimaatverandering.
Mensen met een Noord-Afrikaans uiterlijk worden vaker staande gehouden door de politie en minder snel uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek - dat vraagt om actie van zowel de minister van Justitie als die van Werkgelegenheid. Discriminatie en racisme vind je overal en moeten dus ook overal bestreden worden.
Als je begint met een proef met anoniem solliciteren, zoals het conceptverkiezingsprogramma van GroenLinks bepleit, dan mag je de overheid ook geen zaken meer laten doen met bedrijven zonder degelijk diversiteitsbeleid. In de strijd tegen hokjesdenken moeten de schotten tussen ministeries, beleidsterreinen, bestuursniveaus, portefeuilles en programmahoofdstukken doorbroken worden.