“In de zorg gaat het om mensen, niet om de cijfers”, staat op de homepage van GroenLinks. Daarom stelt de partij in het conceptverkiezingsprogramma voor om de toegang tot zorg te verbeteren en “de solidariteit tussen ziek en gezond en tussen oud en jong in de zorg te herstellen”. Daarmee wordt gesuggereerd dat deze solidariteit de afgelopen jaren verdwenen is. Maar klopt dat wel?
Koekoeksjong
We geven een steeds groter deel van onze welvaart uit aan de zorg: ruim veertien procent van het bnp in 2014. Dat zorgbudget, door econoom Flip de Kam het ‘koekoeksjong in het begrotingsnest’ genoemd, kunnen we dus niet besteden aan onderwijs, duurzaamheid of ontwikkelingssamenwerking.
In de afgelopen is stevig bezuinigd op de zorg. Ouderen blijven verplicht langer thuis wonen, veel thuiszorgmedewerkers zijn ontslagen en het eigen risico is meer dan verdubbeld. Dit heeft veel zorgkosten geprivatiseerd: ziek zijn heeft dus steeds meer en steeds sneller gevolgen voor je financiën.
Ondanks de privatisering van kosten wordt de komende jaren een steeds zwaarder beroep gedaan op de solidariteit van jong met oud en van hoge met lage inkomens, zo rekent het CPB ons voor. De solidariteit is dus zeker nog niet uit het zorgstelsel verdwenen. Hooguit staat zij onder toenemende druk.
Hoe het ook zij: individueel en collectief zijn we meer gaan betalen, en het einde van de stijging lijkt voorlopig nog niet in zicht. Voor de Tweede Kamerverkiezingen in maart is dus de vraag hoe we de zorg voor ons allemaal betaalbaar kunnen houden, zonder dat dit ten koste gaat van andere belangrijke overheidsuitgaven.
Zorgkosten beperken
Als eerste een disclaimer voor wat in ieder geval niet werkt: meer marktwerking. Na tien jaar van marktwerking is het duidelijk dat de tucht van de markt in de zorg de kosten niet drukt en de kwaliteit niet bevordert. Integendeel: de bureaucratie is duur en draagt meestal te weinig bij aan betere zorg. Aan de andere kant is een geheel nieuw stelsel (denk: het Nationaal Zorgfonds) onwenselijk vanwege de frictiekosten en de onzekerheid over de gevolgen.
Niet meer van hetzelfde dus, maar wat werkt dan wel? Hieronder schets ik drie mogelijke oplossingen om de kosten te beperken en de solidariteit in het systeem te behouden.
1. Ander eigen risico
Het volledig schrappen van het eigen risico is duur en onnodig. Veel burgers zijn goed in staat om dit bedrag te betalen. Toch zorgt het eigen risico wel degelijk voor problemen bij een groep mensen. Als alternatief kunnen we het Belgische systeem van ‘remgeld’ overnemen. Hierbij betaalt de patiënt een kleine eigen bijdrage per behandeling (met een jaarlijks maximum). Zo krijgt niemand in één keer een hoge rekening en wordt de financiële prikkel om een onnodig beroep op zorg te voorkomen beter gespreid over de tijd. Want een eenmaal volledig betaald eigen risico geeft het gevoel dat ook voor verdere zorg betaald is, zoals gezondheidseconoom Marcel Canoy benadrukt.
2. Nationale of Europese aanbestedingen voor medicijnen
Medicijnkosten vormen een steeds groter deel van het zorgbudget. Een alternatief is het Nieuw-Zeelandse systeem. Hierbij beslist een overheidsinstelling, op basis van een openbare aanbesteding, welk bedrijf voor drie jaar een bepaald medicijn mag leveren. Zeker als dit ‘Kiwi-model’ op Europees niveau georganiseerd wordt, kan de overheid veel slagkracht winnen tegenover de farmaceutische industrie. Ook de financiering van dure medicijnen die nauwelijks extra gezondheidswinst opleveren ten opzichte van bestaande medicijnen kan met dit model worden tegengegaan.
3. Minder bureaucratie
Tot slot een open deur: minder papierwerk. Bureaucratie is nuttig, maar teveel papierwerk kost meer dan het oplevert en werkt demotiverend. Zo deden recent in de Groene Amsterdammer artsen, kwaliteitsmedewerkers en onderzoekers hun beklag over kwaliteitssystemen: deze kosten veel tijd en geld, zonder de kwaliteit te verhogen.
De bijl aan de wortel van de bureaucratie is een zorgstelsel dat meer uitgaat van vertrouwen in patiënten en professionals, zoals ook de Tweede Kamerfractie van GroenLinks in 2015 bepleitte. Minder (papieren) verantwoordingsverplichtingen leiden ertoe dat zorgwerkers een groter deel van hun tijd kunnen besteden aan het daadwerkelijk verlenen van zorg.
Daarbij kunnen we leren van Denemarken, waar de accreditaties voor ziekenhuizen sinds 2015 zijn afgeschaft, ten gunste van de eigen kwaliteitsverbeterings-programma’s van de ziekenhuizen. Deze programma’s passen binnen het nationale kwaliteitsprogramma, maar richten zich op metingen die daadwerkelijk relevant zijn voor het verbeteren van de zorg in het betreffende ziekenhuis. Zo worden zorgverleners meer ‘eigenaar’ van de kwaliteitsmetingen en de daaruit voortvloeiende innovaties.
Men leeft niet van zorg alleen
Deze drie voorstellen zijn niet zo populair als de afschaffing van het eigen risico. Wel dragen ze bij aan beter beheersbare zorgkosten, minder concentratie van macht en grotere solidariteit. Zo houden we geld over voor andere overheidsuitgaven die nodig zijn om de wereld leefbaar te houden voor jong en oud. Verduurzaming van onze economie, beter onderwijs, meer ontwikkelingssamenwerking, daar zouden de financiële prioriteiten van GroenLinks moeten liggen.