Daar tussenin zit een groep van zo’n 30 procent waar het wel redelijk mee gaat, maar het zijn wel mensen met veel onzekerheid. Wat als mijn baan eindigt? Wat als mijn ouders ineens zorg nodig hebben en de thuiszorg er niet is en ik op en neer moet rijden. Wat als ik verder weg woon en geen mantelzorg kan leveren? Wat als mijn kinderen bijles nodig hebben en het is niet makkelijk te betalen? Dus in die grote middengroep, die je niet zoveel hoort in het publieke debat, zitten ook veel onzekerheden.
Dat is het plaatje dat we al heel lang zien. Dat structurele verschil in de Nederlandse bevolking.
Gemiddeld genomen gaat het met Nederland goed. Maar het is wel tijd om het gesprek over gemiddelden te verrijken met het verhaal àchter die gemiddelden. Want geen mens is gemiddeld en de verschillen tussen mensen zijn groot.
Daarvoor moet je wel zicht hebben op hoe het echt met mensen gaat. Als SCP constateren wij toch al wel een tijd dat het zicht in de wereld van beleid en ook in de politiek vaak beperkt is.
Ik noem even de evaluaties die we de afgelopen jaren hebben gehad van bijvoorbeeld de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, de Participatiewet, het Leenstelsel of de Inburgeringswet. Eigenlijk zit er steeds een heel duidelijk patroon in: we redeneren te veel vanuit beleid en te weinig vanuit mensen. Hoe het echt met mensen gaat.
In de praktijk zit er namelijk niemand in één beleidskoker. Bij iemand die zorg nodig heeft is er vaak ook sprake van schulden of problemen op de arbeidsmarkt of problemen in de jeugdzorg. In het dagelijks leven van de mensen komt dat allemaal samen. We zien dat het beleid daar nog onvoldoende op inspeelt. En eigenlijk zijn er ook niet realistische aannames over wat mensen wel of niet in zelfredzaamheid zelf kunnen oplossen. Dat is wel belangrijk als je die ongelijkheid wil oppakken, wil oplossen of die kleiner wil maken. Dat je realistisch beleid maakt. Dat geldt lokaal voor de gemeenteraden, maar dat geldt ook voor het nieuwe kabinet.
Ik wil met jullie drie rookgordijnen delen die in mijn ogen het zicht op de echte ongelijkheid in ons land belemmeren en ook het zicht op oplossingen.
Het eerste rookgordijn is:
Dat we veel breder moeten kijken naar wat mensen ècht in hun welzijn nodig hebben. We noemen dat in Haags jargon 'het bredewelvaartdenken'. Iets waar een partij als GroenLinks veel inzet op gepleegd heeft. Ik wil hier toch even de commissie Grashoff noemen, die er een aantal jaren geleden al voor pleitte dat de regering brede welvaart als uitgangspunt neemt. Dat betekent dat je niet alleen kijkt naar economie, inkomen en vermogen, maar ook naar de leefomgeving, het klimaat en hoe beleid uitpakt voor mensen die al of niet mee kunnen komen. Dus dat je ook kijkt naar de sociale omstandigheden, naar sociale ongelijkheid en kansongelijkheid.
Het SCP heeft recent een reflectie gemaakt op het huidige regeerakkoord. Daarin zien we belangrijke aanzetten richting die brede welvaart, maar wel met een hele sterke focus op vooral economie en klimaat. Daar waar het gaat om de sociale omstandigheden, de kansongelijkheid zien we dat er nog wel een flinke stap gezet moet worden.
Dat illustreer ik ook aan de hand van de woonopdracht. Wonen betekent dan niet alleen stenen, locaties en geld, maar ook - zonet zei jullie lijsttrekker van Groningen dat ook al zo mooi - dat het gaat ook om de vraag of de wijk straks leefbaar is, of de school niet gesegregeerd is, of er zorgvoorzieningen in de buurt zijn en of er ‘n beetje sociale samenhang in de gemeenschap overblijft. De woonopgave voor Hugo de Jonge is dus vooral ook een sociale opdracht.
Dat rookgordijn moeten we nu wel optrekken en ook echt gaan doen.
Het tweede rookgordijn is:
Dat we nu wel een heel groot gesprek hebben over het vertrouwen in de politiek en een nieuwe bestuurscultuur, maar waar het over zou moeten gaan - waar ik het rookgordijn zou willen wegtrekken - is dat je niet stuurt op vertrouwen, maar je stuurt op een betrouwbare overheid. Dat is een overheid die er is als mensen bescherming nodig hebben, een overheid die niet discrimineert, een overheid die rechtvaardig is, een overheid die doet wat ze belooft. Daar moeten we op sturen met elkaar. Dat is ongelooflijk belangrijk. Zo zal ’t bijvoorbeeld een uitdaging zijn om bij de energietransitie tot betrouwbaar beleid te komen. Een warmtepomp is niet alleen technologie, het is ook een overheidsregeling waar bewoners op kunnen rekenen. Maar ook waar bedrijven hun bedrijfsmodellen de komende tijd betrouwbaar op kunnen omvormen. Een betrouwbare overheid is cruciaal.
Het derde rookgordijn is:
Hoe de politiek en de media met elkaar omgaan. We hebben het veel over polarisatie, maar ik zou toch mee willen geven dat de samenleving minder snel polariseert dan de politiek. Eigenlijk is publieke en politiek debat steeds meer een voor- of tegendebat. Wij zien in ons onderzoek dat heel veel mensen het gevoel hebben dat we steeds meer in een voor- of tegensamenleving terechtkomen. Voor of tegen klimaat, voor of tegen Europa, voor of tegen het coronabeleid. Terwijl die grote middengroep - vaak stil in het debat - heel genuanceerd kan denken. Ik denk dat voor het zoeken naar oplossingen voor ongelijkheid, je juist het gesprek met het stille midden moet aangaan.
Ik sluit af.
Ik denk dat we monster van de kansongelijkheid in de bek moeten kijken en de rookgordijnen moeten optrekken. Dan is het - terug naar de start van mijn verhaal - komen uit de coronacrisis een momentum. Want iedereen heeft gezien wat het doet met de samenleving.
Maar we zullen één ding in de gaten moeten houden: in iedere crisis overschatten we de kortetermijneffecten en onderschatten we wat de crisis op langere termijn betekent. De kansongelijkheid in ons land is nou typisch zo’n langetermijnvraagstuk. Dat vraagt om een lange adem en forse investeringen over college- en kabinetsperiodes heen.
Dank jullie wel.
Liever luisteren?
Luister en bekijk de speech op YouTube (vanaf 1:38:04).