U was geheel uit beeld, bij GroenLinks, nadat u vier jaar geleden uit de Kamer moest vertrekken.
Ik miste de politiek niet. Nadat ik weg was uit Den Haag hield ik me weer bezig met mijn oude stiel, de mileubeweging. Ik was onder andere heel druk met de klimaattop in Kopenhagen en schreef een boek over klimaatpolitiek. Tot in juni Jesse Klaver belde, of ik wilde helpen met de verkiezingscampagne van GroenLinks. Meteen toen ik weer in het Kamergebouw rondliep vond ik het weer fascinerend, boeiend. Ik raakte weer zo betrokken dat ik dit boekje schreef.
'Wie wij zijn en wat wij willen', schreef u. Waarom?
Na de verkiezingen hoorde ik een aantal partijprominenten zeggen dat GroenLinks misschien met een andere partij moest fuseren. Joost Lagendijk, Ineke van Gent. Maarten van Poelgeest suggereerde dat het woord 'links' misschien uit de naam moest verdwijnen. 'Hoe kom je daar nu bij?', dacht ik. De partij heeft wel degelijk bestaansrecht. Waarom ik dat vind, heb ik nu opgeschreven.
U trekt dezelfde conclusie als Bram van Ojik deed in een brief aan de leden. U keert zich nu ook tegen versoepeling van het ontslagrecht. Was dat besproken?
Nee. Ik wist wel dat hij een brief ging schrijven, maar we hebben niks afgestemd. Ik ben wel blij dat hij tot dezelfde slotsom komt, dat er blijkbaar geen richtingenstrijd is. Sinds dit pamflet online staat, krijg ik ook vooral bijval uit de partij. 'Eindelijk', schrijven mensen.
Dat ontslagrecht hervormen. U was daar zelf bij, als Kamerlid. Partijleider Halsema en uw collega-Kamerlid Van Gent sloegen dat pad toen in.
Ja, ik heb dat toen ook goed gevonden. Achteraf zeg ik: dat is naïef geweest. We hadden een enorm optimistische kijk op de toekomst. We konden toen deze crisis niet voorzien, we voorzagen deze enorme werkloosheid niet, dat ter relativering. We wilden de buitenstaanders op de arbeidsmarkt meer kansen geven. Wel onder allerlei voorwaarden, maar die raakten snel ondergesneeuwd. Nu zeg ik: het is verschrikkelijk belangrijk om mensen zekerheid te bieden. Dat hebben we onderschat. We gingen ook teveel mee in de Haagse manier van praten, over 'hervormingen'.
En nu? Wie zijn jullie en wat willen jullie?
We zijn een partij van doe-het-zelvers. Steeds vaker zie je initiatieven waar mensen het zelf wel uitzoeken. Zelf met wijk of buurt voor energie zorgen, zelf de school verbeteren. Veel GroenLinksers zijn bijzonder actief, al zijn ze dat nooit met een partijpet op. GroenLinks moet de bondgenoot zijn van die mensen. De partij moet zorgen dat regels waar deze mensen tegenaan lopen veranderen. Of neem zo'n plofkip. Zóveel mensen vinden dat erg. Daar moet GroenLinks tegen op de bres. De partij moet daarvoor durven kiezen. Maar ook tegen de uitwassen van het financieel kapitalisme: de macht van de aandeelhouders, het bestaan van hedgefunds.
Komt het goed met GroenLinks?
In 2014 zijn er gemeenteraadsverkiezingen. Zullen we daar net zo hoog in eindigen als in 2010? Ik denk het niet. Onze kiezers zijn weggelopen omdat ze geen vertrouwen meer hadden in GroenLinks. Er staan nu nieuwe mensen aan het roer. Nieuwe mensen zullen het vertrouwen moeten terugwinnen. Dat gaat stap voor stap. Maar kijk naar de groene partijen in onze buurlanden. Met GroenLinks vertegenwoordigen ze een unieke en krachtige politieke stroming.
Dit interview verscheen op 15 december in Trouw.
Lees het pamflet van 'Wie we zijn en wat we willen' hier.