Mainstream migrantenvijandigheid

Folkert Jensma heeft het weer eens scherp verwoord: 'In de immigratieparagraaf valt het kinderpardon op, als blijk van tolerantie en humaniteit. Maar overigens is de continuïteit met het gedoogakkoord met de PVV opvallend. Indien boerka, dan geen bijstand. Dat soort symboliek'. (1) Na de ineenstorting van de gedoogconstructie was een voorzichtige hoop op meer tolerante politiek onder sommigen voelbaar, maar de migrantenvijandigheid staat in het regeerakkoord van VVD-PvdA als in steen gegrift. Het is daarmee duidelijk geworden dat het niet meer ronddwaalt in de marges van de politiek, maar mainstream is geworden.

Kinderpardon

De discussie over asielkinderen werd afgelopen zomer aangewakkerd door GroenLinks-Kamerlid Tofik Dibi die een kinderpardon voorstelde. Later diende de ChristenUnie en de PvdA een initiatiefwetsvoorstel in om 'gewortelde' asielkinderen na acht jaar een verblijfsvergunning te verschaffen. In de oude Tweede Kamer was hiervoor geen meerderheid en zowel de Raad van State als voormalig integratieminister Gerd Leers waren bang voor een aanzuigende werking van de voorgestelde wet.

Er kan geen twijfel bestaan over het levensbelang van een dergelijke wet, maar tegelijkertijd moeten we deze discussie beoordelen met inachtneming van de langdurige ontwikkelingen in de migrantenpolitiek. In 2007 hadden we ook te maken met een pardonregeling – de regeling afwikkeling nalatenschap oude vreemdelingenwet (eveneens aangejaagd door de ChristenUnie en de PvdA) – waarmee het kabinet Balkenende IV schoon schip wilde maken. Maar het generaal pardon werd overspoeld door een golf van migrantonvriendelijke politiek en kwam daarmee vooral over als een kalmeringsmiddel. Ik zet een aantal beleidsontwikkelingen en -consequenties op een rij.

Migrantenvijandige politiek rond de eeuwwisseling

In navolging van de Vreemdelingenwet van 2000, ingediend door toenmalig staatssecretaris Job Cohen, is het aantal asielverzoeken significant teruglopen van 52.600 in 1997 tot rond de 10.000 per jaar sinds 2003, zo laat het Centraal Bureau voor de Statistiek zien. (2) Ook in 2007 waren tegenstanders van een generaal pardon bang voor een aanzuigende werking, maar dit bleek ongegrond. Sinds de invoering van de Vreemdelingenwet zien we een drastische afname van asielverzoeken.

Internationale organisaties als Human Rights Watch, de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa en het Europese Hof voor de Rechten van de Mens hebben de Nederlandse regering regelmatig veroordeeld voor het stelselmatig schenden van mensenrechten. We leven namelijk tegenwoordig in een land waarin in 2010 6.100 vreemdelingen 'in bewaring' gingen voor een periode van gemiddeld 76 dagen en soms voor meerdere periodes van 18 maanden (de maximale tijd per aaneengesloten periode). (3) Het gaat hier om een preventieve hechtenis zonder enige vorm van aanklacht of proces, waardoor mensen in een geestdodende situatie geraken doordat zij 16 uur per etmaal in tweetallen opgesloten zitten in een ruimte van minder dan tien vierkante meter, twee uur per week bezoek mogen ontvangen, niet mogen werken en geen idee hebben hoelang deze onmenselijke omstandigheden hen nog blijven kwellen. In termen van gezondheidsomstandigheden zijn 'vreemdelingen in bewaring' er vaak slechter aan toe dan reguliere gevangenen. (4)

Ondanks alle aanklachten tegen dit soort schrijnende situaties werd er in het regeerakkoord van 2010 (VVD-CDA) voorgesteld om prioriteit te geven aan de uitzetting van gezinnen met kinderen (is het een kwestie van efficiëntie?), om de bewijslast nog meer te laten rusten op asielaanvragers, om allerlei EU-richtlijnen en internationale verdragen inzake migratiewetgeving te wijzigen of op te zeggen en om mensen de uitspraak van vervolgprocedures niet in Nederland te laten afwachten. Met dat laatste voorstel zou het hoger beroep een nabeschouwing na de wedstrijd worden, zoals nu ook deinst te gebeuren bij strafrechtelijke procedures (zie het artikel van Jensma op 10 november).

Meer nog, men stelde voor om grote delen van het ontwikkelingshulpbudget te gebruiken om opvangcentra te bouwen voorbij de grenzen van Europa, zodat asielzoekers ver weg kunnen worden opgeborgen. Al in 2003 toonde Nederland zich bereid mee te denken en te werken aan zogeheten transit processing centres, voorgesteld door Tony Blair om asielzoekers het besluit over hun asielaanvraag buiten de EU (extraterritoriaal, is het woord dat gebruikt wordt) te laten afwachten. (5)

In 1998 werd de Wet Inburgering Nieuwkomers (Win) geïntroduceerd, welke nieuwe migranten verplichtte integratiecursussen te volgen. De Win werd al snel opgevolgd door de Wet Inburgering (Wi) en aangevuld met de Wet Inburgering Buitenland (Wib). De Wi maakte het mogelijk ook reeds toegelaten migranten (die soms al jaren in Nederland wonen) te verplichten tot integratiecursussen. Met de Wib ging men echter nog een stap verder. Het maakte Nederland op slag tot één van de weinige landen in de wereld die migranten een toelatingstest (inzake de Nederlandse samenleving, taal en cultuur) oplegt, alvorens naar Nederland te komen.

Enkel GroenLinks maakte op principiële grond bezwaar tegen de wet en vond het onacceptabel dat de hereniging van vaders, moeders en kinderen (familiemigranten) moest gaan afhangen van kennis van de Nederlandse taal en samenleving, temeer omdat de Nederlandse taal het beste in Nederland kan worden geleerd, vooral wanneer cursuspakketten in eigen land bijna onbetaalbaar zijn voor veel mensen. (6) Dergelijke pre-departure strategies, zoals ze door wetenschappers worden genoemd, maken een fusie mogelijk tussen integratie- en migratiepolitiek; twee domeinen die voorheen om goede redenen gescheiden werden.

Culturele integratie – het gaat namelijk steeds meer om integratie als cultureel wezen, niet als staatsrechtelijk wezen – wordt daarmee bepalend voor het recht van mensen om te komen en te blijven. En de eisen worden steeds strenger. Zo lezen we in het regeerakkoord van 2010 – en ook grotendeels van 2012 – dat de exameneisen in de Wib omhoog moeten; bij gezinsmigranten moet worden getoetst of de band met Nederland groter is dan met andere landen; mensen die zakken voor hun inburgeringsexamen het land uitmoeten; tijdelijke verblijfsvergunningen worden ingetrokken en permanente vergunningen niet verleend, wanneer vergunninghouders niet voldoen aan de gestelde inkomenseisen.

Tegelijkertijd zijn er wetsvoorstellen ontwikkeld door minister Kamp (voorheen Sociale Zaken) die migranten in de bijstand kunnen drijven, omdat bij onvoldoende taalbeheersing de uitkering zal worden afgenomen. Tegemoetkomen aan inkomenseisen zal dus steeds moeilijker worden en daarmee worden mensen in de illegaliteit gedreven. De volgende stap is om illegaliteit strafbaar te stellen (zie regeerakkoord van 2010 en 2012) en daarmee is de cirkel rond. Het gaat dus niet meer om illegaliteit – als gefixeerd gegeven – maar om een constructie van illegaliteit die door de overheid wordt gevoed.(7)

Het deportatie regime

In Nederland lijkt het haast taboe om er over te spreken. Toen de PvdA'er Pronk in 2004 in zijn rol als voorzitter van Vluchtelingen-Organisaties Nederland het asielbeleid van VVD-minister Verdonk als een deportatie regime bestempelde, kon hij niet bepaald rekenen op steun van de Tweede Kamer. (8) Alleen zijn eigen PvdA en GroenLinks vonden dat Verdonk, die furieus was, weer moest bijdraaien. Kijken we echter naar de internationale literatuur dan zien we dat een tegengeluid à la Pronk veel sterker klinkt. Zo stelt de Canadese politicoloog/antropoloog William Walters met een referentie naar het werk van Hannah Arendt:

While the concentration camp was the specific outcome of the Nazi's genocidal dream of racial purity, its horrors [can] not obscure the fact that camps of one kind or another became the routine solution for the domicile of the "displaced persons" by the time of World War II in a large number of European countries. (9)

Ook nu nog worden er in Europa elk jaar ongeveer 100.000 mensen vastgezet in detentiecentra en deportatiekampen (10) en Nederland loopt daarin voorop, volgens Liz Fekete, deputy director van the Institute of Race Relations in Londen. (11)  Als we dit alles in acht nemen en we horen politici praten over het buitenhouden van kansarme – en dus ongewenste – migranten, dan moeten we ons zo langzamerhand afvragen of we in Nederland niet bezig zijn met zuiveringspraktijken. In een toonaangevend handboek over etnisch conflict staat het volgende:

Ethnic cleansing refers to the expulsion of an "undesirable" population from a given territory due to religious or ethnic discrimination, political, strategic or ideological considerations, or a combination of these. On the most basic level, it is the deliberate policy of homogenizing the ethnic make-up of a territory. As this definition suggests, ethnic cleansing comprises not only ethnic expulsions and extermination during war, but also policies of ethnic homogenization undertaken during times of relative peace. (12)

In een publicatie op de working paper site van ons departement aan Tilburg University doen mijn collega Hans Siebers en ik één stap terug en spreken van low intensity ethnic cleansing.(13) Het aantal verdrevenen is historisch gezien nog altijd laag, de instrumenten die gebruikt worden zijn relatief vreedzaam (al zullen de asielzoekers, die eind april tijdens hun protest in Ter Apel door de ME werden weggesleept en opgesloten alvorens de rechter had gesproken, daar anders over denken) (14) en er kan in Nederland allang geen sprake meer zijn van etnische homogeniteit. Maar het principe blijft hetzelfde. De tijd is nú rijp om serieuzer na te denken over waar men in dit land mee bezig is.

Voetnoten 

  1. Jensma, Folkert (2012). Kabinet geeft liever klap te veel dan te weinig. NRC Handelsblad 10 november 2012.
     
  2. CBS (2012). Minder asielzoekers in 2011. Centraal Bureau voor de Statistieken, verkregen van http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/veiligheid-recht/publicaties/artikelen/archief/2012/2012-3571-wm.htm op 16 november 2012.
     
  3. De Nationale Ombudsman (2012). Vreemdelingenbewaring: Strafregime of maatregel om uit te zetten. Over respect voor mensenrechten bij vreemdelingenbewaring. Verkregen van http://www.nationaleombudsman.nl/sites/default/files/2012-105_-_vreemdelingenbewaring.pdf op 16 november 2012.
     
  4. Zembla (2012). De gevangen van gebouw 4. Uitzending te zien op http://zembla.vara.nl/Nieuws-detail.2624.0.html?tx_ttnews%5Btt_news%5D=54963&tx_ttnews%5BbackPid%5D=1974&cHash=9529d8ff3ea073b5e8674be68b0a03aa
     
  5. Human Rights Watch (2006). Libya. 'Stemming the flow. Abuses against migrants, asylum seekers and refugees'. Verkregen van http://www.hrw.org/sites/default/files/reports/libya0906webwcover.pdf op 16 november 2012. Zie ook Noll, Gregor (2003). Visions of the exceptional. Legal and theoretical issues raised by transit processing centres and protection zones. European Journal of Migration and Law, 5 303 – 341.
     
  6. Bonjour, Saskia (2010). Between integration provision and selection mechanism. Party politics, judicial constraints, and the making of French and Dutch policies of civic integration abroad. European Journal of Migration and Law, 12: 299 – 318.
     
  7. Engbersen, Godfried en Leun, Joanne van der (2001). The social construction of illegality and criminality. European Journal on Criminal Policy and Research, 9: 51 – 70.
     
  8. Peeperkorn, Marc (2004). Kamer laat Pronk vallen in ruzie met Verdonk. Volkskrant 15 maart 2004.
     
  9. Walters, William (2002). Deportation, expulsion and the international police of aliens. Citizenship Studies, 6(3): 265-292.
     
  10. De Giorgi, Alessandro (2010). Immigration control, post-Fordism, and less eligibility: A materialist critique on the criminalization of immigration across Europe. Punishment & Society, 12(2): 147 – 167.
     
  11. Fekete, Liz (2005). The deportation machine: Europe, asylum and human rights. Race & Class, 47(1): 64 – 91.
     
  12. Jenne, Erin K. (2011). 'The causes and consequences of ethnic cleansing'. In Cordell, Karl and Wolff, Stefan (Reds.), Routledge Handbook of Ethnic Conflict (pp. 112-121). London and New York: Routledge.
     
  13. Mutsaers, P. en Siebers, H. (2012). The migrant-hostile politics of ethno-territorial homogeneity in the Netherlands. Tilburg Papers in Culture Studies
     
  14. Jensma, Folkert (2012). Opruiming van 'Ter Apel' is aanfluiting rechtsstaat. NRC Handelsblad 23 juni 2012.