Jongerenprijs Gaia-essaywedstrijd 2022

Ons huidig economisch systeem, het kapitalisme, is flink gaan knellen. Er lijkt alleen ruimte te zijn voor een strenge rationaliteit waarbij het draait om cijfers, geld en rendement. Zeker bij grote bedrijven wordt het menselijke, het gevoel, vaak vergeten. Veel multinationals zijn hun moraliteit verloren en doen alles zolang het profijt oplevert. Wetten weten dit vaak niet te stoppen. Als de boete te laag is, de controle te laks, of de kinderarbeid te goedkoop, kunnen veel bedrijven de winsten niet weerstaan.

De macht van onze overheden is te beperkt om echt iets aan het handelen van multinationals te doen. Als hier iets niet mag, gaan ze wel ergens anders heen. Ook belasting betalen lijkt te veel gevraagd. Sterker nog, voor al die werkgelegenheid die multinationals ons schenken, zou een beetje dankbaarheid wel op zijn plaats zijn. Als het gaat om wetgeving lijkt alleen een internationaal antwoord op dit soort bedrijven de enige echte oplossing, maar zo’n grootschalige samenwerking lijkt in de nabije toekomst vooralsnog onmogelijk.

De gevolgen van ons kapitalisme zijn ondertussen niet meer te ontkennen. We merken de eerste symptomen en beginnen steeds meer te zien hoe enorm de schaal zal zijn. Denk aan de klimaatcrisis, de alsmaar groeiende vermogensongelijkheid, de verslechtering van de maatschappelijke mentale gezondheid en de tech-aristocratie die de westerse politiek steeds drastischer beïnvloedt. Dit is pas het begin van de lange bon die we zullen moeten betalen als we niet snel het roer omgooien; het puntje van de ijsberg die ons anders tot zinken brengt.

De vraag is simpel: hoe moet dat roer om? Het antwoord ligt wat moeilijker, dus alstublieft, gun me een kwartiertje aandacht (helaas arm aan dopamine, in vergelijking met een meter tweets). Een sterk essay is een logisch essay. Als ik schrijf doe ik dat daarom stapsgewijs. Dan probeer ik mijn alinea’s met een rode draad aan elkaar te weven. De eerste stap van het beantwoorden van een vraagstuk is dan het uiteenrafelen van de vraag zelf. Als we ons afvragen hoe we voorbij het kapitalisme komen, moeten we eerst weten wat het kapitalisme is: hoe steekt het in elkaar, vanwaar al die crises, waar gaat dit mis? Het goede nieuws is dat u de antwoorden op al deze vragen haarfijn uitgelegd zult vinden in de werken van mijn collega-essayisten. Ik heb hier niets aan toe te voegen, sorry.

Stan van Schadewijk en Bram van Ojik
Juryvoorzitter Bram van Ojik feliciteert Stan van Schadewijk tijdens de prijsuitreiking van de Gaia-essaywedstrijd. Foto: Noes Petiet.

Het gaat nu niet om de inhoud

We praten natuurlijk al jaren over een alternatief voor ons huidige systeem (in bubbels; ‘FvD’ers niet welkom!’) en toch houden we gestaag koers op de klippen. Laat het een troost zijn dat dit niet komt door het gebrek aan goede ideeën. Integendeel, er wordt met de dag meer aandacht gegeven aan de problemen van ons systeem, levendig gediscussieerd en gefantaseerd. Het gevolg is een weelde aan oplossingen, waarvan vele niet alleen inspirerend en innovatief zijn, maar ook pragmatisch. Grondig uitgewerkte plannen als het afschaffen van de hypotheekrenteaftrek, basisuitkeringen voor alle volwassen Nederlanders, of zelfs Piketty’s vermogensbelasting tot wel 90 procent, geven mij vertrouwen dat er fantastische alternatieven zijn. Dus iedereen, bespaar me die schijnnuance ‘Kapitalisme is niet perfect, maar alle alternatieven zijn nog slechter’, dank u.

De reden dat ik niet sta te springen zelf het kapitalisme te analyseren, vervolgens uit elkaar te trekken en tot het verbijsterende inzicht te komen dat het kapitalisme [kut] suboptimaal is, is dan ook dat ik deze conclusie al jaren terugvind op Google, in Das Kapital en in de lessen van mijn subtiel linkse (grapje, niet subtiel) docente levensbeschouwing. Menig filosoof, bestuurder en econoom heeft een bijdrage geleverd aan dit decennialange debat. Natuurlijk is het belangrijk goed na te denken voordat we proberen de fundamenten van de westerse samenleving om te gooien, maar dat doen we ook al een tijdje. Ik stel daarom voorzichtig voor dat we concluderen: oké, we begrijpen het.

Daarom heb ik ook geen sterke behoefte om eigen ideeën voor wetten, uitkeringen of andere creatieve maatregelen voor te stellen. Deze hebben enorme waarde, maar ze zetten wat mij betreft onvoldoende zoden aan de dijk. Het blijft al te lang bij voorstellen, bij ideeën. Hier is een logische verklaring voor: Nederland stemt rechts. Het Westen stemt rechts. Hierdoor krijgen we al die goede ideeën er niet doorheen, zeker niet de radicale stappen die steeds dringender nodig zijn.

Voordat we echt verder kunnen, moeten we meer mensen overtuigen dat het kapitalisme klaar is. Dat het klaar moet zijn. Het is noodzakelijk een veel grotere groep mensen aan te spreken als we echte verandering willen. Vraagstukken als ‘Voorbij het kapitalisme’ en mijn ‘Hoe moet dat roer om?’ worden al te lang in bubbels besproken. Waarom stemt het merendeel van onze maatschappij nog steeds overwegend tegen de hervormingen die volgens ons perspectief zo noodzakelijk zijn voor ons allemaal? Omdat dat merendeel zich in een andere bubbel bevindt.

“ De steeds grotere afstand tussen maatschappelijke groepen vormt een nauwe flessenhals die de broodnodige veranderingen remt ”

In het antwoord op de hoofdvraag ‘Hoe komen we voorbij het kapitalisme?’ heeft het sociale aspect van de kwestie dus het meest dringend aandacht nodig. De steeds grotere afstand tussen maatschappelijke groepen vormt een nauwe flessenhals die de broodnodige veranderingen extreem remt. Helaas wordt die flessenhals op het moment alleen maar smaller. Nieuws wordt op smaak gecaterd, terechte angsten en frustraties worden uitgebuit, het wantrouwen en de polarisatie worden gevoed en vervolgens maakt onze oer-Hollandse tolerantie dat we deze groeiende scheidslijnen liever verdragen dan oplossen. Als we ons echt willen inzetten voor een nieuw post-kapitalistisch paradigma, moeten we de flessenhals zien te verbreden.

Voorbij emoties en verstarde meningen

Het slechte nieuws is: de flessenhals verbreden, mensen uit een andere bubbel tot nieuwe inzichten laten komen over het kapitalisme, is al vaak geprobeerd. En wel door te proberen te overtuigen, het nóg een keer uit te leggen, feiten aan te dragen en soms hard of zelfs meesmuilend te roepen dat ‘de ander buiten onze bubbel’ dom is en er niets van begrijpt. Hoe komen we dan wel tot een meer gezamenlijk perspectief? Dat kan alleen met empathie. Alle andere methoden hebben een averechts effect, de polarisatie versterkend. In plaats van te discussiëren moeten we converseren. Een echt gesprek is een doel op zichzelf. De mens is van nature een prater, een samenlevingswezen. We houden ervan om blikken uit te wisselen, te lachen, te troosten en verfrissende perspectieven te horen. Tegenwoordig doen we dit steeds meer in gesloten vriendengroepen, bestaande uit mensen met vergelijkbare denkwijzen. Logisch, maar wel jammer, want het gesprek is juist buiten die groep zo waardevol!

Hoe verder we echter van die vertrouwde sfeer komen, hoe meer gesprekken, zeker over maatschappelijke onderwerpen, in discussies veranderen. Bij een discussie willen we winnen. Het doel is niet het gesprek zelf, maar het overtuigen van de ander, gereduceerd tot de tegenstander. Die focus op het overtuigen zorgt ervoor dat mensen langs en door elkaar heen praten om hun eigen punten te maken. Emoties kunnen hoog oplopen, en vaak eindigt het gesprek met frustratie en verder verstarde meningen. Door de wil om te winnen en de vijandige dynamiek worden de standpunten van de ander vaak niet eens overwogen. Dat is zonde.

“ FvD’ers welkom, neem een mok mee voor de thee ”

Een goede stap om voorbij het kapitalisme te komen zou dus zijn om ook buiten bekende kringen net zo in gesprek te gaan als je dat met vrienden zou doen (‘FvD’ers welkom, neem een mok mee voor de thee.’). Op die manier kun je zorgvuldig gedachten uitwisselen: je legt jouw standpunt en redenatie uit en luistert naar die van de ander. En als je het niet eens bent? Zoek dan eerst iets anders waarover jullie het wel over eens zijn (‘Ik hou ook van bolognese!’).

Het besmettelijke gesprek

Ik hoor u denken: ’Leuk dat je met je politieke vijand over koetjes en kalfjes wilt praten, maar zo overtuig je niemand.’ Als een paradigma-shift ons doel is, lijken dit soort gesprekken op het eerste gezicht misschien weinig toe te voegen. Het punt is echter dat zelfs zonder een inhoudelijk akkoord de positieve effecten van empathische omgang nog steeds doorgang zullen vinden. Door het vriendschappelijke gesprek leren we anderen ook buiten onze verschillen kennen. In plaats van mensen te reduceren tot hun standpunten zien we hen als volwaardig persoon, en worden wijzelf ook zo gezien. Op die manier ontstaat er meer empathie en vervolgens ook meer begrip voor elkaars meningen.

Een goed gesprek is besmettelijk. Als een heterogene groep mensen op een fijne manier in gesprek kan gaan over maatschappelijke thema’s, zullen de mensen binnen die groep hun interesse voor en bekommering over die thema’s verspreiden. Ze gaan het dan ook met mensen buiten de groep bespreken, die worden in de groep getrokken en het proces herhaalt zich. Steeds meer mensen houden zich zo bezig met het maatschappelijk debat en zien in dat de problemen ook hun aangaan.

Het gevoel dat de politiek en onze maatschappelijke inrichting iets is dat ons allemaal aangaat maakt burgers meer politiek geëmancipeerd. Mensen die nu apathisch of wantrouwend tegenover Den Haag staan, worden door hun omgeving uitgedaagd actiever na te denken over hun wereldbeeld. Zo wordt het laagdrempeliger om je met maatschappelijke thema’s bezig te houden en daarover te leren. Een krachtige, zelfbewuste maatschappij en een sterke nadruk op een meer empathische onderlinge omgang kunnen zo een duidelijk alternatief vormen voor het onpersoonlijke en kille kapitalisme.

Luisterbank op station Utrecht Centraal.
Luisterbank op station Utrecht Centraal. Foto: NS/Arno Leblanc.

De overheid kan bijdragen aan het proces van onderling begrip en verbinding. Zij kan de uitwisseling tussen mensen met andere achtergronden en oriëntaties faciliteren en zo de onderlinge nieuwsgierigheid en empathie vergroten. Dit kan op tal van manieren. Organiseer bijvoorbeeld voor scholieren uit welvarende witte wijken meeloopdagen op de boerderij, of laat jongeren van buiten de Randstad de dynamiek van een grote stad ervaren met al z’n voor- en nadelen. Daarnaast kunnen we kansen creëren door mensen in gesprek te laten gaan met iemand van wie ze ver afstaan. Laatst hoorde ik over een initiatief waarbij mensen op het Centraal Station werden uitgenodigd een uur met een vreemde in gesprek te gaan, van bankier tot vluchteling tot scholier. Door middel van soortgelijke initiatieven kan de overheid een krachtige bijdrage leveren.

Het vraagt werk en creativiteit, maar breder verspreide empathie en een krachtig maatschappelijk bewustzijn zijn praktisch haalbaar en uiteindelijk effectief genoeg om ook de grootste mondiale problemen het hoofd te bieden. Onze sociale houding zal onvermijdelijk doordringen in de professionele sfeer. Mensen maken meer morele keuzes op het werk. Bedrijven die nu zelfstandige wezens lijken, aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid vermijdend, zullen weer worden vermenselijkt. Naast winstoogmerken kunnen zo ook maatschappelijke doelen worden nagestreefd; mensen dienen bedrijven dan niet meer, maar bedrijven zullen mensen dienen.

“ Initieer gesprekken buiten uw bubbel, lees die krant die u zo verwerpelijk vindt ”

Als we erin slagen deze empathische maatschappij leven in te blazen, staan we in een fantastische positie om de bedreigingen waarmee we geconfronteerd worden aan te pakken. En dan kunnen we ons gelukkig beroepen op het inhoudelijke oeuvre van de progressieven. Dit vraagt om een gezamenlijke inzet om juist in ons dagelijks leven door de bubbels heen te breken.

Dus bij deze ook mijn oproep aan u, lezer: initieer gesprekken buiten uw bubbel, lees die krant die u zo verwerpelijk vindt, ga een potje bowlen met uw ‘rare’ overbuurman, en moedig vooral anderen aan hetzelfde te doen. Dat maatschappelijke thema’s niet direct worden opgelost maakt minder uit. Door empathische omgang vinden we op organische manier een menselijke balans waarbij iedereen het gedeelde maatschappelijk belang steunt. Hoe moet het roer om? Door ook zelf aan het roer te gaan staan!

Gaia-essaywedstrijd

Met dit essay won Stan van Schadewijk de Kleine Prijs voor jongeren tot 18 jaar van de Gaia-essaywedstrijd 2022.