Martine en Louise hadden ook Henk en Ingrid kunnen heten

Eén van de meest spraakmakende documentaires tijdens het laatste IDFA-festival was OuwehoerenMeet the Fokkens. De hoofdpersonen Martine en Louise Fokkens werken al vijftig jaar op de Wallen en via hun ogen zien we de effecten van globalisering op dat deel van Amsterdam.

De regisseurs van deze publiekslieveling, Rob Schröder en Gabrielle Provaas, mochten zelfs De Kristallen Film in ontvangst nemen; een prijs voor documentaires met hoge bezoekersaantallen. Maar de populariteit mag eigenlijk niet op hun conto worden geschreven. Ze zijn er niet in geslaagd een levendig beeld neer te zetten van het oudste beroep ter wereld. De geënsceneerde scènes staan gelukkig in schril contrast met de eigenzinnige en spontane karakters van de twee hoofdrolspelers.

Het is de olijke tweeling Martine en Louise Fokkens (69) die de vele bioscoopgangers weet te amuseren. De humor en Amsterdamse nuchterheid van de zusjes overschaduwen hun levenslot. Nog maar net getrouwd sloegen hun mannen hen letterlijk achter de ramen. Wat volgde, was armoede, uitsluiting en kinderen die niet meer thuis konden wonen. Toch kwam het goed met deze sterke vrouwen. Op den duur begonnen ze voor zichzelf.

Tijdens de opnames ogen ze gelukkig, al kan Martine wegens geldgebrek nog steeds niet met pensioen. Louise is twee jaar geleden gestopt. 'Ik kon het niet meer opbrengen hoor. Het werd me te zwaar. Alles is veranderd'.

Globalisering en migratie

Martine en Louise hadden ook Henk en Ingrid kunnen heten. Globalisering en migratie zijn voor hen geen abstracte begrippen. Zij concurreren iedere dag met goedkopere collega's uit Oost-Europa. Goedkoop, omdat de werkgevers – pooiers – niet langs legale weg opereren. Samen koffie drinken om de buurtroddels door te nemen zit er niet meer in. Martine kijkt teleurgesteld als de dame naast haar geen 'goede morgen' terugzegt. 'Je moet wel Nederlands leren. Dat is de taal van het vak'.

De gevolgen van globalisering zijn ook zichtbaar aan de veranderende klandizie. Het zijn vooral buitenlandse toeristen die met een schuin oog naar binnen gluren. Groepen Britse jongens die voor een vrijgezellenweekend zijn overgevlogen, slenteren luidruchtig door de straten.

Aziatische meisjes wisselen de Oost-Europese af. Toeristen komen en gaan. Martine en Louise zijn vreemden geworden in de straten waar ze al vijftig jaar rondlopen. Ze blikken met weemoed terug op de ons-kent-ons-sfeer van vroeger. Maar daarmee komen die tijden niet terug. Herkenning en sociale controle zijn schaars op de Wallen. De prostitutiebranche is verhard. Verloedering en criminaliteit domineren het straatbeeld.

Het is daarom goed dat de laatste jaren meer nadruk is komen te liggen op het bestrijden van criminaliteit in deze branche. Maar daarmee raakte de positieverbetering van prostituees ten onrechte op de achtergrond. Dat is zonde: het vergroten van de zelfstandigheid van prostituees is de beste remedie tegen uitbuiting en illegaliteit.

Als Martine en Louise zich niet hadden losgemaakt van hun mannen en niet voor zichzelf waren begonnen, dan hadden ze hun werk waarschijnlijk geen vijftig jaar volgehouden. Al helemaal niet met 'veel plezier en lol', zoals ze zelf zeggen. En zonder de lach van Martine en Louise had de documentaire nooit zoveel bezoekers getrokken.