Een reactie op August Hans den Boef

Dat geluid komt op het volgende neer: religie moet hoe dan ook bestreden worden en alle geweld berust op religieuze conflicten. Bij Hitler wordt dan geforceerd het katholicisme van stal gehaald, bij Stalin ligt dat wat moeilijker om bij Mao geheel te verstommen. Desondanks blijft het axioma: de religie is de wortel van alle kwaad.

Erica Meijers had daarentegen in haar bespreking van ons boek Van harem tot fitna een origineel geluid: progressieve politiek zal zich minder krampachtig moeten opstellen inzake religie. Het gaat hierbij om twee aspecten die principieel van elkaar onderscheiden moeten worden.

Allereerst zijn nogal wat verrichtingen in de progressieve politiek religieus geïnspireerd geweest: religieus socialisme, Doorbraak, oprichting PPSP, PPR, vredesbeweging, anti-kernwapenbeweging. Het ligt dus nogal voor de hand voor progressieve politici om te zien of er medestanders onder de religies kunnen worden gevonden waarmee tevens een alternatief voor het neoliberale individualisme in beeld kan komen. Den Boef mag hier uiteraard helemaal niets in zien, historisch liggen hier onontgonnen rijkdommen.

Een tweede zaak is eveneens van belang voor de progressieve politiek, maar is van heel andere orde: de politiek dient ruimte te bieden aan religies, ook in orthodoxe gestalte. Nederland laat een toename van intolerantie zien, veroorzaakt door het foutieve uitgangspunt dat religie een plaats verdient voor zover de politiek met de uitgangspunten van die religie kan instemmen. Links is daarom naarstig op zoek naar vrijzinnige en emancipatoire religieuze stromingen: prima, al is orthodoxe religie en progressieve politiek ook een denkbare combinatie.

Dit alles staat evenwel los van de principiële ruimte die religie in orthodoxe gestalte toekomt in het publieke domein. Pas dan kan een zinnig onderscheid gemaakt worden tussen orthodoxie dat van alle tijden is en een waaier van interpretaties koestert, en fundamentalisme dat een modern verschijnsel is en geen interpretaties toelaat, maar slechts de ene waarheid, zoals ons boek Van Harem tot fitna betoogt.

Nederland neigt er steeds meer toe – door gebrek aan kennis en een hang naar laïcité, die twee te identificeren: een heilloze zaak! De paradox waarvoor de Nederlandse politiek staat, met name de progressieve: we worden zo tolerant dat we steeds minder toestaan. Nu verdraagt fundamentalisme zich niet met democratie, maar orthodoxie is daarentegen juist de toetssteen voor werkelijke democratie.

Een sterke democratie is in staat al die meningen een platform te bieden. Scheiding tussen religie en staat loopt daarmee geen gevaar: die is om minderheden tegen staatsinmenging te beschermen, niet de publieke ruimte tegen religie. De islam is hiervoor ongetwijfeld de toetssteen, maar niet de enige. Progressieve politiek zal zich grondig moeten bezinnen op de plaats van religie in de samenleving, wil ze niet afglijden naar het populisme. Ons boek toont aan dat ook progressieven daarvoor bepaald niet immuun zijn. Zelfs Den Boef zal hieraan moeten geloven.

Prof. Dr. Marcel Poorthuis schreef samen met Theo Salemink het boek: Van harem tot fitna. Beeldvorming over de islam in Nederland 1848-2010, Valkhof pers 2011.