Wat te doen?

Obama worstelt met de vraag wat te doen inzake 'Syrië', waarbij hij zich er van bewust is dat zijn natie na Irak en Afghanistan nogal oorlogsmoe is. Hij zou meerdere opties bestuderen, waarvan ook die van een Internationale Conferentie eind mei samen met Rusland, waarbij de oorlogspartijen zullen worden uitgenodigd.

Inmiddels komen er ook van Nederlandse bodem voorstellen om toch maar militair iets te gaan doen in het geplaagde Syrië. In Trouw van 26-4 pleit Jan Jaap Oosterzee namens IKV-Pax Christi in het artikel 'Tijd voor militair ingrijpen is aangebroken' voor bommen op Syrische vliegvelden om vliegtuigen onklaar te maken.

En in De Volkskrant van 8 mei dringt Amerikadeskundige Willem Post er op aan dat 'Obama zo snel mogelijk overgaat tot echte wapensteun waardoor de val van Bashar al-Assad wordt bespoedigd'. Voor die steun denkt hij aan 'Het Vrije Syrische Leger' en 'hun leider generaal Salim Idriss'. Maar in een oorlog moet je je, met alle respect, nooit afhankelijk stellen van één persoon, ook niet een generaal. De volgende dag kan deze immers zijn omgekomen, waardoor een deal in de lucht komt te hangen.

Hetzelfde geldt een factie als het Free Syrian Army (FSA), waarvan het zeer de vraag is of die wel echt bestaat, zeker als het gaat om het zijn van een samenbindende factor met een (duidelijke) commandostructuur. Er komen steeds meer berichten dat het bij deze FSA gaat om een 'groep mensen met geweren' en dat het enige wat hen verbindt, is weten op wie ze hun kogels moeten afvuren. Echt politiek en militair leiderschap is er niet. Tel uit je winst, als er daarnaast ook zowel met Al-Qaida verwante jihadisten als criminele bendes opereren.

Je met hen verbinden, hetzij via wapenleveranties hetzij via het bombarderen van vliegvelden, is des te meer een illusie, omdat ook de rebellen nietsontziend opereren en het hier een groot en diep sektarisch conflict betreft met mogelijk grote gevolgen voor de regio. Dit omdat bijv. de soennitische Saoedi's het sjiitische Iran haten en daarom alles zullen doen om via (wapen)steun aan de Syrische rebellen Iran te verzwakken.

De Syrische burgeroorlog begon als vrijheidsstrijd, zeer kort zelfs geweldloos, maar is nu helaas al vrij lang een bloedige religie-oorlog. Daar wapens inbrengen is het vuur extra aanstoken. Bovendien komen die wapens er al vanuit Qatar en Saoedi-Arabië.

Geen partij kiezen

Waar zouden anders de raketten vandaan komen die zo nu en dan op Damascus vallen? Zowel Post als het IKV beroepen zich op het principe van 'the responsibility to protect' (R2P). Maar ze vergeten daarbij dat dit principe nimmer partij kiezen mag impliceren, laat staan bezetting. Gebeurt dit wel, dan wordt de grens overschreden van meedoen aan de oorlog, wat polemologisch een doodzonde is.

Ook omdat het geweld haar eigen dynamiek heeft en interventie de strijd juist doet verhevigen. Een vredesorganisatie en ook Willem Post behoren dat te weten. Alleen al wapens leveren betekent dat je 'partij wordt' in het conflict. Na een akkoord en met 'peacekeeping' kan zoiets worden vermeden, omdat het bestand dan door beide partijen is gewild, evenals het bewaken daarvan door 'blauwhelmen.'

Averechts effect

Obama staat enigszins in de Martin Luther King traditie en weet ook dat bij grote mogendheden (geopolitieke of economische) machtsoverwegingen een rol spelen bij een keus voor militaire interventie, zonder dat ze daar openlijk voor uitkomen. Het humanitaire is dan vaak een schaamlap. Zeker voor vredesactivisten is het dus zaak hier niet op in te spelen en te beseffen dat militaire interventies meestal averechts werken. Ook 'Libië' bleek een ondoordachte 'humanitaire' actie die in de praktijk partij kiezen betekende. Logisch dat China en Rusland dit niet een tweede keer willen.

In 2003 steunden velen het volkenrechtelijk onrechtmatige en qua rechtvaardiging op leugens gestoelde geweld van de Bush- en Blair-invasie in Irak, nu is eenieder het erover eens dat die bezetting op een drama uitliep. Het middel bleek erger dan de kwaal. Democratie exporteren, zoals Bush oreerde?

Ook de Amerikaanse oorlogsanalist Christopher Harmen geeft in een interview met Guus Valk van de NRC toe dat 'Irak en Afghanistan voor de VS een les in bescheidenheid is' en dat 'vooral de scenario's voor opbouw na de oorlog niet bleken te kloppen'. En dat wapens in verkeerde handen kunnen vallen, ook daarvan zijn er voorbeelden te over, denk maar aan de recente situatie in Mali.

We voelen allen onbehagen, pijn en onmacht over de vreselijke burgeroorlog in Syrië, maar laat dat geen reden zijn voor ondoordachte en onverantwoorde stappen. Vooral de minderheden (Koerden, christenen, alevieten) vrezen het allerergste bij de val van de ook in hun ogen autocratische maar niettemin voor hen redelijk tolerante Assad.

Ons bevoogdend richten op het doen winnen van een der partijen is geen optie. We kunnen niet anders dan naast veel humanitaire hulp al onze hoop te vestigen op de door de VS en Rusland eind mei bijeengeroepen Conferentie om te proberen de conflictpartijen onderhandelend tot elkaar te brengen. 

Deze bijdrage is ook verschenen in de Volkskrant van 13 mei 2013.