Ik werp hieronder een paar rode balletjes op. Meer informatie is te vinden in het zojuist verschenen boek De tomaat en de bizarre wereld van vers voedsel. Daarin maak ik een onderzoeksjournalistieke reis met de tomaat, van haar geboorte tot haar dood. Eigenlijk gaat het om de verhalen van mensen die met tomaten, met verse groenten te maken hebben. GroenLinks-Europarlementariër Bas Eickhout is een van de vele Europeanen die aan het woord komen.

Op de plantage (‘farm‘) wordt bepaald niet duurzaam geproduceerd als het om gif en mensenrechten gaat

Voor de pluk in de Verenigde Staten worden massa’s illegale Mexicanen en andere rechtelozen en kansarmen gedoogd, die als seizoensarbeider hard nodig zijn. Zij worden bovendien, in veel hogere mate dan hun Europese lotgenoten, blootgesteld aan oncontroleerbare hoeveelheden pesticiden. Hoe minder beschermd de tomaat groeit, hoe minder beschermd de arbeider werkt. In Europa groeit met name de mediterrane ‘puree-tomaat’, die niet mooi en gaaf hoeft te zijn, in de buitenlucht. Op deze plantages heersen soms slavernij-achtige toestanden. In het kritische Vlaamse (online) magazine MO* Mondiaal Nieuws staat een voorpublicatie uit mijn boek over dit thema.

De CO2-uitstoot is juist bij grootschalige transporten over land en water – tomaten vliegen zelden – lager dan die van een verwarmde kas

Tomaten uit een onverwarmde foliekas in Spanje, te koop in Nederland, zijn in dit opzicht duurzamer dan tomaten uit een verwarmde glazen kas van om de hoek. Zo’n kas verslindt energie. Een openhartige teler met ruim 25 hectare rekende voor dat de verbruikte hoeveelheid gas gelijk is aan die van 20.000 huishoudens. Zijn warmtekrachtinstallatie geeft wel weer energie terug (in de vorm van stroom die aan het net wordt geleverd), maar lang niet de hele input.

Cartoon in tijdschrift De Helling. Uit de strip 'Our Daily Bread' van Anne Stalinski.

Zo’n hightech-kas biedt evenwel ook duurzame voordelen

Deze tomatenteelt is zo beschermd dat er veel minder ongedierte te bestrijden valt dan in een minder beschermde foliekas, laat staan bij tomaten op het veld. Gangbaar is de bestrijding met biologische middelen waar het kan, en chemische slechts daar waar het moet. Gunstig is hierbij het gebruik van geavanceerde, sterke rassen en de doorgaans grote knowhow van de hightech-teler. Kanttekening: de werking van diverse soorten chemische ‘gewasbescherming’ tegelijkertijd, en op elkaar, is nog steeds onvoldoende onderzocht.

Het spiegelbeeld: de kleinschalige lokale tomaat is een mooie droom

Kleine lokale telers in Europa zijn vaak veel slechter geïnformeerd over milieu- en gezondheidsrisico’s van pesticiden en andere bestrijdingsmiddelen dan grootschalige exporttelers. De eersten gebruiken in verhouding meestal veel kunstmest en spuiten liever teveel dan te weinig. Voor het maken van kunstmest heb je fossiele brandstof nodig, plus schaarse mineralen zoals fosfaat. Lokale droomtomaten in een mediterraan haventje bij zonsondergang? Je weet niet wat je binnenkrijgt, want gif proef je niet. Exporttomaten worden doorgaans ook beter gecontroleerd. Maar voor de biodiversiteit zijn al die soorten lokale tomaten natuurlijk prima.

En de lokale stadstomaat dan, uit urban gardening en perifere hobbytuinen?

Daarop wordt weinig of niet gespoten, want de initiatoren zijn doorgaans milieubewuste mensen. Zulke initiatieven leiden vaker tot interessante educatieve projecten dan tot verhandelbare tomaten. Mijn meest deprimerende ervaringen: tomaten op bio-aarde die in een Weense Gasse tussen de uitlaatgassen en vuilcontainers groeiden, en tomaten die op vervuilde grond en met nitraat belast grondwater groeiden aan de rand van Berlijn.

De lokale tomaat is sowieso een illusie

Je kunt in Noordwest-Europa maar beter een kas om de tomaten heenzetten, en die vullen met nieuwe, schone aarde (bio), of de tomaten telen op kokos of steenwol. Maar wat is er dan nog lokaal (of zelfs nationaal) aan zo’n tomaat? Niets, behalve de zon en het ongedierte. Als het een hightech-kas is voor de commerciële tomaat, komen de meeste bestanddelen sowieso uit Nederland, van technologie en hommels tot zaad.

Het zaad, het ras bepaalt wat voor tomaat het wordt, en niet de plek waar die kas staat. Dit principe geldt ook voor de biotomaat, die op aarde groeit. Die is niet gezonder of lekkerder dan de gangbare tomaat (al denkt menigeen van wel). Maar omdat die biotomaat een seizoenstomaat is, die niet wordt verwarmd, is het duurzaamheidsvoordeel groot. (Behalve dan als je haar met de auto gaat halen en als ze uit een land komt met waterschaarste en beroerde arbeidsrechten.)

Ter bezinning: Food Chain Madness

Jaarlijks doorkruisen een paar miljoen ton verse tomaten het Europese continent. Het meest absurde daaraan is dat deze stromen tomaten tamelijk inwisselbaar zijn. Ze reizen van zuid naar noord en van oost naar west, maar opvallend vaak ook andersom, van de kou naar de warmte. Aan elke schakel in de handelsketen wordt namelijk geld verdiend, in de eerste plaats door Nederland. Nederland is wereldexportkampioen Tomaat, in geld uitgedrukt. Dit drukt de traditionele tomatenteelt in andere landen weg. Maar... Nederland produceert slechts vijf procent van de Europese tomaten. Hoe dit alles kan? Ik heb erover verteld bij TEDx Vienna, in 2013:

Tomato? Tomahto? Food chain madness Afspelen op YouTube

Verder lezen

In De tomaat en de bizarre wereld van vers voedsel volgt journalist Annemieke Hendriks het leven van de tomaat van zaad tot supermarkt in Nederland, Duitsland, Roemenië, Spanje, Oostenrijk en andere landen. Ze stelt kritische vragen over zowel smaaktomaten als bulktomaten en over biologische en hightech-teelt. Ook ontrafelt ze hardnekkige misverstanden. Meer informatie over het boek bij uitgever Nieuw Amsterdam.