Het paardenvleesschandaal zou wel eens net zo'n desastreuze impact kunnen hebben op het Europese voedelsysteem als de 'subprime' hypotheken op de financiele markten. Het roept voor de zoveelste keer twijfel op over het vermogen van de voedselindustrie om gezonde, lekkere en duurzame voeding te leveren. Het falen van een systeem dat ooit was gebaseerd op de belofte van een Europese 'voedselsoevereiniteit' legt ironisch genoeg een gevoel van hulpeloosheid bloot, bij consumenten die geen kant op kunnen, bij wanhopige boeren, bij cynische CEO's en machteloze politici.

Op aarde laten landen

Er moet iets veranderen, niet alleen wat voedselveiligheid betreft, maar in de gehele Europese landbouw- en voedselproductie. Het goede nieuws is dat er een toenemende publieke interesse is in voedsel. Niet alleen omdat we het nodig hebben om te leven, maar waarschijnlijk ook omdat het ons in contact brengt met onze natuurlijke omgeving. Elk landbouw- en voedselbeleid dat hieraan voorbijgaat, is gedoemd om te mislukken. In andere woorden, het is tijd om onze voedselketen, die we ooit hoopten te bevrijden van de grillen van de natuur, weer op aarde te doen landen.

Ons voedselsysteem gaat over meer dan landbouw en de agro-industrie. Het gaat over de mensen werkzaam in deze industrie, over het product en over de consumenten en de gevolgen van hun handelen op de gezondheid en het milieu. Maar ook de culturele en sociale aspecten die samenhangen met voedsel en die verschillen van land tot land moeten worden meegenomen, omdat ze mede bepalen hoe ons voedselsysteem eruitziet. Naast ecologisch en economisch is voedselpolitiek cultureel en sociaal. Daarom kunnen de Groenen, de voorhoede in de strijd tegen de agro-industrie en haar effecten op mensen en het milieu, hun oplossingen niet beperken tot een enkele dimensie. Net als bij de economische en ecologische crisis is er een systeemaanpak nodig.

Het klopt dat landbouw verantwoordelijk is voor 30 procent van alle uitstoot van broeikasgassen in de wereld. Maar het zou fout en weinig effectief zijn om de noodzaak tot verandering in ons voedselsysteem alleen te koppelen aan dit enorme ecologische probleem. Aan de andere kant, en we maken ons als consumenten allemaal zorgen over de kwaliteit van ons voedsel, zouden de Groenen ook een grote fout maken om een beperkte op consumenten gerichte benadering te kiezen en te focussen op goedkoper, lekkerder en gezonder voedsel. Het beschermen van het milieu en onze gezondheid moet worden gecombineerd met het streven naar meer geluk en sociale rechtvaardigheid.

Boeren staan centraal

Buiten kijf staat dat een revolutie in ons voedselsysteem niet mogelijk is zonder de betrokkenheid van boeren. We moeten alle middelen inzetten om consumenten opnieuw te verbinden met producenten en met de natuurlijke en sociale omgeving waarin ons voedsel wordt geproduceerd. Met een focus op lokale productie willen de Groenen aandacht vragen voor voedselkwaliteit en het beperken van transport; het heen-en-weer gesleep met voedsel. Bovendien zijn de Groenen voorstanders van het bij elkaar brengen van producenten en consumenten om gedeelde verantwoordelijkheden te ontwikkelen ten aanzien van het milieu en om toe te werken naar gedeelde economische belangen, zelfs als dat niet altijd automatisch samengaat.

De verspreiding van voedselcoöperaties door Europa gaat veel verder dan progressief consumentisme. Het is potentieel een van de beste manieren om landbouw en boeren weer terug te brengen in onze samenleving en onze steden, families en gezamenlijke inspanningen letterlijk weer te 'gronden' in de aarde. We kunnen ons voedselsysteem niet veranderen zonder nieuwe allianties tussen consumenten en producenten. En dat precies is het doel van de beweging van voedselcoöperaties in Europa.

Een noodzakelijke hereniging

Voedsel is wat de antropologen een 'sociaal feit' noemen, dat wil zeggen dat het ons sociale leven mede vormgeeft. Je kunt het zien als de ontmoetingsplek tussen cultuur en natuur, de externe natuur, waaronder niet-menselijke wezens, en onze eigen interne menselijke natuur, onze relatie met ons lichaam en met andere mensen. Naast het doorslaand succes van TV-programma's over koken en de toenemende aandacht voor de kwaliteit en oorsprong van producten, is er wellicht sprake van meer dan een hedonistische zoektocht.

Wat veel Europeanen willen is weer contact te maken met de natuur en met wat de 19e-eeuwse Franse gastronoom Brillat-Savarin 'samen-leven' ('conviviality') noemde, wat waarschijnlijk gewoon een van de meest verfijnde vormen van gezelligheid ('socialibility') en altruïsme is. De tijd nemen om te koken voor familie, vrienden en collega's zal ons waarschijnlijk meer helpen om 'onze welvaart te herdefiniëren' dan ingewikkelde maatregelen gericht op duurzaamheid.

Het ontwikkelen van beter voedselonderwijs zou een van de beste manieren kunnen zijn om een dramatische paradox te bestrijden: terwijl de financiële crisis en stringente overheidsbezuinigingen miljoenen Europeanen naar de voedselbanken jagen, nemen de publieke uitgaven aan door obesitas en suikerziekte veroorzaakte aandoeningen enorm toe. Elk onderzoek naar deze kwestie laat een link zien tussen opleidingsniveau, inkomen en potentieel ongezond eetgedrag. We moeten deze ontwikkeling op mondiaal en Europees niveau bestrijden. Dat is een kwestie van sociale rechtvaardigheid en moet niet worden terug gebracht tot alleen de economische dimensie.

Olivier de Schutter, de speciale rapporteur voor de VN over het recht op voedsel, heeft laten zien dat het in deze eeuw nog mogelijk moet zijn om de wereldbevolking te voeden op een ecologisch verantwoorde wijze. We moeten een einde maken aan een systeem waarin zo'n 30 tot 50 procent van ons voedsel wordt verspild. Dan zou het misschien mogelijk zijn om de lokroep van de agro-industrie te weerstaan, die ons wil doen geloven dat alleen met hun junkfood 10 miljard mensen kunnen worden gevoed.

Er zijn groene alternatieven voor de huidige falende gemeenschappelijke Europese landbouwbeleid, zoals de plannen van bijvoorbeeld de Heinrich Böll Foundation of de Groenen in het Europees Parlement laten zien. Het implementeren daarvan is niet alleen een institutionele zaak, maar ook een lange termijn cultureel proces. Het zal geen 'grote sprong voorwaarts' zijn naar duurzame landbouw. In plaats daarvan zullen we miljoenen kleine stapjes in de goede richting zien. De Groene revolutie begint met ons voedsel. 

Lees hier het nummer van de Green European Journal over voedsel en landbouw. Bovenstaande tekst is een vertaling door Katinka Eikelenboom van het redactioneel in dit nummer van de Green European Journal.