De gemene deler

Het huidige denken van GroenLinks is te vaak gebaseerd op fact-free politics en miskent grotendeels het belang van de vrije markt voor duurzaamheid. GroenLinks is een pluriforme partij met veel goedbedoelde ideeën. Helaas ontbreekt vaak een sterke onderbouwing en een concreet plan voor verbindende aanpak. Dat lijkt ook niet anders te kunnen gezien de interne discussie, strijd en onduidelijkheid over 'gezamenlijke' uitgangspunten en principes. Toch zijn er kansen voor verbinding.

Wie over de semantische, filosofische en ideologische schijnbare tegenstellingen binnen GroenLinks heenkijkt, ziet een aantal gemene delers. Veelal zijn deze echter verpakt in te generieke containerbegrippen. Volgens Dick Pels, voorzitter van het wetenschappelijk bureau van Groenlinks, steunt het verhaal van Groenlinks bijvoorbeeld op drie diepe overtuigingen: 'groen', 'links' en 'vrijzinnig'.

Louis de Mast, zelfverklaard politicus in opleiding, refereert aan gezamenlijke idealen voor een 'duurzaam', 'solidair' en 'vooruitstrevende' samenleving. Het sluit allemaal nog steeds prachtig aan bij het in 2008 door het GroenLinks congres aangenomen stuk 'GroenLinks, Partij van de Toekomst', waarin als uitgangspunten worden genoemd: 'groen', 'sociaal', 'open' en 'democratisch'. Ook voor de komende gemeenteraadsverkiezingen is door de Permanente Programma Commissie gekozen voor een programma gebaseerd op 'de' kernwaarden van GroenLinks: 'duurzaamheid', 'kansen eerlijk delen' en 'diversiteit/open samenleving'.

De gemene delers van bovenstaande waarden zijn milieu en maatschappij. Dit legt een belangrijke omissie in het gedachtengoed van GroenLinks bloot: voor een 'gezonde' economie lijkt nauwelijks aandacht. Sterker nog, de 'vrije markt', 'geld', 'kapitaal' en 'dikverdieners', lijken dankbare pispalen om sociale en groene misstanden aan op te hangen.

Dick Pels roept bijvoorbeeld op tot een "scherpere kritiek op het kapitalisme en de neoliberale cultuur" die synoniem zou zijn aan een "ik-cultuur en de harde rechtse meritocratie van 'eigen schuld, dikke bult". Ook moet economische groei eraan geloven.

Liesbeth van Tongeren doet de normatieve roep dat GroenLinks haar "emancipatiestreven van het individu" moet combineren met een "moraal van zelfbegrenzing en matiging". Volgens haar zou voor een groei-adept zelfs "alleen het financieel meetbare nuttig en productief zijn", verwijzende naar de algemene wetenschap dat het leven om meer draait dan geld en materiele welvaart alleen. Wederom komt daarbij schijnbare tegenstelling tussen economie versus maatschappij en milieu naar boven.

Spanning rond duurzaamheid

Natuurlijk bestaan er grote spanningen tussen beide en zit er kernen van waarheid in bovenstaande stellingen. Het stelselmatig ongefundeerd ageren tegen de status quo zonder de economische realiteit onder ogen te zien, biedt echter geen duurzame oplossing. Duurzaamheid is al sinds de World Summit in Johannesburg vertaald als het streven naar economische en sociale ontwikkeling in balans met milieubescherming. De oudere drie-eenheid 'People, Planet, Profit', werd daarbij vervangen voor 'People, Planet en Prosperity'. Economische welvaart is daarbij een even belangrijke pijler in ons leven als maatschappij en milieu.

GroenLinks lijkt echter geen heldere visie te hebben op een wenselijke 'tripple bottom line' strategie. Consuminderen en minder werken staan op gespannen voet met het innen van belastingen op omzetbelasting en accijnzen (rond EUR 60 miljard). Het in het algemeen verwerpen van 'kapitalistisch' winstdenken veronachtzaamt de ongeveer EUR 15 miljard aan geïnde vennootschapsbelasting en doet geen recht aan de noodzaak om onze concurrentiepositie en daarmee ook werkgelegenheid te behouden en versterken.

Voor de overheid komen de grootste inkomsten voort uit arbeid (rond EUR 140 miljard), bestaande uit inkomstenbelasting en premies volks- en werknemersverzekeringen. Deze inkomsten zijn hard nodig om uitgaven aan onder meer uitkeringen, zorg en onderwijs te betalen. Respectievelijk liggen deze uitgaven in 2013 volgens de begroting op EUR 73,4 voor Sociale Zaken en Arbeid, EUR 31,4 voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en EUR 78,7 miljard voor Zorg. Het laatste bedrag zal naar verwachting, mede door vergijzing, stijgen naar EUR 100 miljard in 2050.

Alle utopische wenselijke vergezichten ten spijt, de harde economische realiteit is dat Nederland kampt met jaarlijkse financiële tekorten die een nieuwe generatie met een steeds hogere staatsschuld opzadelt. We zijn dus gedwongen om de groei aan overheidsuitgaven te beperken, wat onherroepelijk ten koste gaat van sociale voorzieningen.

Een alternatief is om het tekort te financieren uit economische groei wat echter wordt ontraden vanwege het vermeende grotere beslag dat daarmee op het milieu wordt gelegd. Van Tongeren noemt het tegelijkertijd een mythe om te denken dat we ons, met een beetje hulp van de overheid, naar een echte groene economie toe kunnen ondernemen. Zie hier de impasse waar GroenLinks zich in bevindt zonder helder antwoord.

Omarm de vrije markt

Het antwoord ligt niet in een radicale hervorming van ons economisch systeem. Er is op korte termijn geen wondermiddel dat wereldwijd onze problemen gaat oplossen en tegelijkertijd de wereld verduurzamen. Wat wel binnen handbereik ligt is het omarmen van de 'vrije markt', hoe ongemakkelijk dat ook voelt voor veel GroenLinksers.

Binnen de 'vrije markt', die bijna 60% van ons bruto nationaal product vormt, bestaat namelijk wel degelijk een grote bereidheid om duurzamer te opereren en zelfs om sociaal te ondernemen. Ondanks dat de 'vrije markt' geen moraal zou hebben, bezit het merendeel van ondernemers net als andere mensen ook een hoge mate van compassie en altruïsme. Toekomstgericht samenwerken is immers noodzakelijk om iets te bereiken. De voorbeelden zijn te over.

In navolging van lichtend voorbeeld Ray Anderson van Interfaceflor heeft bijvoorbeeld de Nederlandse tapijtfabrikant Desso het 'cradle to cradle' denken omarmt (100% hergebruik van grondstoffen en volledig energieneutraal). Ondernemers zien duidelijk de voordelen en noodzaak van verduurzaming: enerzijds dwingen eisen van klanten hun ertoe, anderzijds leidt het tot grote besparingen op energiekosten en grondstoffen (mede door recycling), gelukkiger en trotse medewerkers.

Willemijn Verloop heeft ondertussen een start gemaakt met een initiatief om maatschappelijk ondernemen te stimuleren via Social Enterprise NL. Ook heeft Nederland de potentie om op clean tech gebied nieuwe innovatieve oplossingen te ontwikkelen die bijdragen aan duurzame groei.

Met duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen is geld te verdienen. Dat is geen verkeerde incentive vooral ook omdat de overheid daar baat bij heeft. Het aansporen van ondernemers en het scheppen van randvoorwaarden om dit mogelijk te maken zijn van het grootste belang.

Een van de belangrijkste instrumenten daarvoor is het ter beschikking stellen van (groei)kapitaal. Te midden van een crisis waarin banken de geldkraan dichtdraaien, een overheid die nog steeds grijze stroom subsidieert en slechts mondjesmaat duurzame initiatieven steunt maar wel EUR 100 miljard uittrekt voor steun aan banken en falende overheden, is duurzaamheid het kind van de rekening. Overigens draagt de door GroenLinks in het regeringsprogramma beoogde besparing op innovatie hieraan verder bij.

Herverdeling van welvaart

Succesvol duurzaam ondernemen schept banen maar leidt ook tot meer dikverdienende ondernemers. Het afstraffen van risico's nemen ten behoeve van nivellering roept een nieuwe vraag op, namelijk die van herverdeling van welvaart.

In navolging van Rawls, is het volgens Van den Brink (universitair docent politieke en sociale filosofie) inmiddels duidelijk dat verschillende rechtvaardigheidsopvattingen binnen een liberale (lees: vrije) samenleving niet noodzakelijkerwijs hoeven te leiden tot conflicten. Als de wil om te komen tot sociale coöperatie tussen redelijke burgers voorop staat, is het ontbreken van een sterke consensus over grondwaarden (zoals 'solidair', 'open', 'democratisch', 'vrijzinnig' en 'vooruitstrevend') onproblematisch.

Pluralisme en politiek conflict tussen redelijke burgers staat daarbij verbinding niet in de weg. Op dat vlak is voor GroenLinks als verbindende (linkende) partij bij uitstek een rol weggelegd door sociaal-liberaal (vrijzinnig) duurzame welvaart te bevorderen binnen duidelijke randvoorwaarden voor maatschappij en milieu.

Daar past bijvoorbeeld niet bij wat Liesbeth Voortman schrijft in haar blog over inkomensafhankelijke zorgpremie op 8 november: "Ik vind dan ook dat we van de echte dikverdieners meer mogen vragen". We leven namelijk in een van de meest, welvarende en tegelijkertijd sociale landen ter wereld.

Na de Scandinavische landen, kent Nederland een van de hoogste niveaus van inkomensnivellering en sociale bescherming ter wereld. Op dit vlak valt weinig winst te behalen. De huidige discussie over de voorgenomen verdere nivellering laat tevens zien dat de sociale cohesie ermee op het spel wordt gezet.

De grootste winst voor Groenlinks is te behalen door sterk onderbouwd werk te maken van de derde pijler van duurzaamheid: welvaart en economische groei die niet ten koste gaat van het milieu maar daar zelfs aan bijdraagt. Het is mogelijk, helemaal in een dienstenland als Nederland.

Door tegelijkertijd de grote groep niet-werkende mensen (meer dan 2,5 miljoen Nederlanders) te mobiliseren via banengroei, stijgen de belastinginkomsten en dalen uitkeringsuitgaven. Hiermee kunnen extra sociale en duurzame ambities gestimuleerd worden. Dat alles binnen de open, tolerante, solidaire, vooruitstrevende maatschappij die GroenLinks voorstaat.