Lees Louis Paul Boon

Een klein boos meisje in een absurde en onvriendelijke wereld, zo zag ik Ondineke uit de Kapellekensbaan voor me. Ik zag haar lopen over de kasseien langs de muur in haar troosteloze arbeidersstadje, met haar vlechten springend op haar rug, al spugend en vloekend. Misschien is het dankzij haar en al die andere nogal brutaal uitgevallen meisjes uit de verhalen van Louis Paul Boon, dat ik jarenlang zijn boeken verslond. Dit jaar is het 100 jaar geleden dat de Vlaamse schrijver en beeldend kunstenaar Boon in de fabrieksstad Aalst als zoon van een huisschilder werd geboren.

En wie daar meer van wil zien, kan aanstaande zaterdag afreizen naar Aalst voor een heuse Boonparade met miss Ondine verkiezing. Veel Nederlanders zullen er wel niet te zien zijn, want over het werk van Boontje wordt hier weinig meer vernomen. Onterecht. Zijn teksten en kunstwerken barst van het leven, van de opstandigheid en het mededogen. In 1947 verscheen het boek Mijn kleine Oorlog dat eindigde met de zin: ‘schop de mensen tot ze een geweten krijgen’. Dat is ook in de wereld van vandaag, bevolkt door zich verrijkende bankiers, blunderende en ploeterende politici, burgers die zich troosten met te vroeg in het water vallende voetbalfeesten, nog altijd een zin die me uit het hart gegrepen is.

Toen de tweede editie in 1960 verscheen, had Boon twee hoofdstukken toegevoegd, die heel anders eindigden: met dikke letters staat er dan: Wat heeft het allemaal voor zin? Tussen dit hartstochtelijke idealisme en melancholieke pessimisme speelt het werk van Boon zich af, in een tijd dat er van het geloof in grote verhalen weinig over was. Hoewel Boon zelf het socialisme nog wel was toegedaan, liet zijn heldin Ondineke er niet veel van heel. Voor haar was het allemaal zotteklap en mooipraterij. En de rij bloedmooie jonge meisjes uit Boontjes ‘fenomenale feminatheek’ haalden er hun neus al helemaal voor op. 

Ik was even jong als die meisjes toen ik zo diep in de wereld van Boon dook dat ik zijn Vlaamse en volkse taalgebruik begon over te nemen. Zijn literaire stijl sloot aan bij mijn levensgevoel: fragmentarische, onoverzichtelijke composities, die met de klassieke afgeronde roman breken zoals de inhoud breekt met het grote verhaal.

Ik was geschokt door de schaamteloze erotiek en niet minder door het sociale onrecht waarover hij schreef. Maar Boons ongekuiste levensdrift en verontwaardiging raakten me diep. Hij gaf me toegang tot een wereld die ik als keurig gereformeerd middenklassenmeisje niet kende. In een tijd dat Europa door crisis wordt geteisterd, zou ik zeggen: lees Louis Paul Boon! Want hij biedt precies wat we vandaag nodig hebben: verlangen naar een betere wereld in combinatie met illusieloosheid over de wereld van vandaag.

Deze column werd op zondag 17 juni uitgesproken in De Andere Wereld, IKON radio om 16.55.