GroenLinks-wethouders over eigen verantwoordelijkheid

Zelfredzaamheid

Alle drie hebben ze een lange staat van dienst als wethouder en zijn actief op de terreinen waar het debat over eigen verantwoordelijkheid bij uitstek speelt. Lenie Scholten was acht jaar wethouder in Nijmegen en doet sinds 2010 onder andere welzijn, armoedebeleid en jeugdbeleid in Eindhoven. Barth van Eeten was wethouder in Arnhem en Waalwijk en gaat nu in Lingewaard over sociale zaken en duurzaamheid.

Thijs de la Court is sinds 2005 wethouder in de gemeente Lochem, waar hij vanaf 2010 openbare werken, duurzaamheid en groen in zijn portefeuille heeft. Daarnaast is hij nauw betrokken bij LochemEnergie, een duurzaamheidsinitiatief opgezet door bewoners van de gemeente Lochem.

De term 'eigen verantwoordelijkheid' leidt direct tot discussie. Lenie Scholten: "Ik praat liever over zelfredzaamheid, eigen regie, onafhankelijkheid en weerbaarheid. Achter de manier waarop wij naar burgers kijken schuilt een bepaald mensbeeld. Iedere keer dat we het over 'eigen regie' hebben, spreken we over groepen mensen die zich organiseren. Dat betekent dat zij het eens moeten worden over de doelstellingen en over de manier waarop ze aan de slag gaan." Barth van Eeten is het eens: "Zelfredzaamheid is een mooi begrip. Mensen zijn, als je ze helpt en ze de mogelijkheden geeft, tot veel meer in staat dan wij denken."

Erica Meijers: "Gaat achter de term eigen verantwoordelijkheid, of zelfredzaamheid, wel of niet het beeld van het autonome individu schuil?"

Thijs de la Court: "Elk individu is tegelijk ook een sociaal wezen die het algemeen belang heel goed kent. Autonoom en collectief kunnen uitstekend samen gaan. Daardoor kan de samenleving enorm aan kracht winnen. De overheid, als instituut, heeft zich een stuk van dat algemeen belang toegeëigend en heeft daar allerlei regels en besluitvorming op los gelaten. Maar de overheid heeft ook een andere rol, namelijk het faciliteren van processen die het individu en het collectief helpen/ondersteunen om te investeren in het algemeen en collectief belang. De overheid is doorgeschoten in het overnemen van de rol voor het algemeen belang, en legt die te weinig in de samenleving zelf." Scholten: "Wij gaan er vanuit dat mensen iets kunnen en willen, dat ze zich verantwoordelijk voelen voor het geheel, en bereid zijn mee te werken en een bijdrage te leveren, dat ze kortom beseffen dat het om het collectief gaat."

Een andere rol

De wethouders zien dat burgers op verschillende manieren initiatief nemen. Barth van Eeten geeft een voorbeeld uit zijn eigen praktijk. "Al jarenlang stond het betegelen van achterom paden in een buurt op de planning, maar de kosten daarvan bedroegen ongeveer 200.000 euro en het beschikbare budget was 150.000 euro. Toen ik wethouder werd, kreeg ik de vraag om voor die 50.000 extra te zorgen. In plaats daarvan stelde ik, onder bepaalde voorwaarden, het budget aan de buurt beschikbaar: het geld dat overbleef mochten ze gezamenlijk besteden. De betegeling kostte de buurt 120.000 euro en de rest is door de buurt aan kunst, speeltoestellen en een buurtfeest besteed. De rol van de overheid verandert. Er moet meer gebruik gemaakt worden van kansen, mogelijkheden en krachten van mensen. In plaats van uit te gaan van 'onze methodiek', moet de overheid flexibiliteit op kunnen brengen."

Thijs de la Court vertelt over zijn ervaringen met het project LochemEnergie, een lokaal energiebedrijf dat eind 2010 door een groep inwoners en ZZP-ers van Lochem is opgezet. "In plaats van opdracht geven en regie voeren moet de overheid luisteren en een partner zijn." De la Court treedt op als bemiddelaar en verbindingsschakel tussen LochemEnergie en de gemeente en provincie. Ook worden burgers betrokken bij de aanleg en het onderhoud van wegen in de gemeente: "Burgers kunnen gezamenlijk de afweging maken hoe om te gaan met het beperkte budget. Want je moet keiharde keuzes maken met een budget dat slechts één derde van het onderhoud van de wegen kan financieren. Het gaat burgers direct aan en betrek ze dan ook bij de details van die besluitvorming, zet ze aan het stuur! Ik kan me voorstellen dat wegen worden beheerd door een bedrijf, in plaats van door de gemeente, zolang dat bedrijf lokaal gebonden is. Je draagt op die manier als gemeente macht over aan de burgers."

Achter de voordeur

Scholten noemt ook het voorbeeld van de investering van de overheid in jongerenwerkers op straat, in programma's voor voortijdige schoolverlaters en in bewegingsprogramma's. "De jongeren voor wie deze programma's bedoeld zijn, hebben ook een leven thuis. Van hun ouders mag ook wat gevraagd worden."

Meijers: "Maar mag de overheid zich bemoeien met bijvoorbeeld de opvoeding van kinderen of het eetpatroon van burgers?"

Scholten: "Ik vraag me af: waarom zou de gemeente investeren in een duur bewegingsprogramma voor jongeren, als zij vervolgens thuis iedere avond chips en cola krijgen? Op die manier is het dweilen met de kraan open. Mensen zouden moeten proberen een stuk onafhankelijker te zijn van bijvoorbeeld de zorg, daarmee krijgen zij de regie over hun eigen leven ook terug."

"De gemeente kan een budget beschikbaar stellen voor een bepaalde groep, zonder dat precies in te vullen", vervolgt Scholten. "Wij hadden als gemeente drie thema's benoemd: veiligheid, overlast van jongeren en eenzaamheid onder ouderen. Vervolgens besloten de bewoners zelf de eenzaamheid onder ouderen op te pakken, zodat ze meer geld aan de andere thema's konden besteden. En dat hebben ze gedaan. Ze hebben een ouderensoos opgericht, die draait dankzij vrijwilligers, en die zeven dagen in de week geopend is."

"Dat komt door het commitment dat je met elkaar gecreëerd hebt," reageert Van Eeten, die enthousiast raakt. "Maar daar zijn heel veel voorbeelden van! Er zijn buurten die buurthuizen overnemen en dat combineren met bijvoorbeeld werkplekken voor ZZP-ers. Ze organiseren biologische markten op vrijdagavond. Op die manier verdienen ze ook geld om de exploitatie te regelen. Ze bedenken totaal nieuwe concepten!"

Scholten: "Je maakt ze eigenaar van de vraagstelling, maar ook eigenaar van de oplossing."

Solidariteit

Barth van Eeten: "De overheid heeft een ondersteunende en compenserende rol. Mensen die niet, onvoldoende of slechts voor een deel hun verantwoordelijkheid kunnen nemen, moeten door de overheid ondersteund worden."

Erica Meijers: "Waar ligt nu precies die grens? Wanneer laat je mensen het zelf uitzoeken en wanneer ondersteun je ze? Als je daar niet duidelijk over bent wordt 'eigen verantwoordelijkheid' al snel een manier voor de overheid om risico's op burgers af te wentelen. Bijvoorbeeld: de overheid vindt dat migranten Nederlands moeten leren, maar verlangt vervolgens wel dat zij zelf hun inburgeringscursus betalen. Sta je daar achter?"

"Nee, natuurlijk niet", zegt Van Eeten stellig, "Eigen verantwoordelijkheid kan nooit los gezien worden van solidariteit. Als de Rijksoverheid bepaalt dat de bijzondere bijstand 110 procent van het bijstandsniveau bedragen mag, kun je besluiten daar niet aan mee te doen. In onze gemeente stond het bedrag op 120 procent, en dat is het gebleven. Op die manier zorg je ervoor dat jij, als overheid, er bent waar dat nodig is."

Gemeente als front office

Veranderingen in de relatie tussen burger en overheid worden gestimuleerd doordat steeds meer bevoegdheden naar de gemeente worden overgedragen. Barth van Eeten: "In 2015 is de gemeente de eerste overheid. Dat hebben we in 2005 afgesproken naar aanleiding van een rapport van de Commissie Jorritsma. Die stelde dat de burger met al zijn vragen bij de gemeente terecht moet kunnen. Vervolgens zoekt de gemeente naar verbindingen met de provincie, met waterschappen, met het Rijk en met Europa. De gemeente als de front office van de overheid." Thijs de la Court: "De gemeente, als verbindingsschakel tussen overheidslagen, kan de overal in Europa opkomende beweging van burgers extra kracht geven. GroenLinks is bij uitstek de partij die het maatschappelijk rendement van deze beweging inziet. Op die manier krijgen mensen meer regie in handen, zonder dat de samenleving koud en kil wordt. Daar ben ik op een bepaalde manier naïef optimistisch in."

Meijers: "Eigen verantwoordelijkheid wordt op veel verschillende manieren geïnterpreteerd. Hoe maak je duidelijk dat je het op een andere manier wilt doen? Hoe definieer je die GroenLinkse invulling van 'eigen verantwoordelijkheid'?" 

Lenie Scholten: "Dat is wel waar. De VVD fractie reageerde in het begin zo positief op mijn verhaal van eigen regie en zelfredzaamheid, dat ik me zorgen begon te maken. Wat mij betreft moet je het vooral positief invullen. Je trekt je als overheid niet terug, maar je kiest wel een andere rol. Het is prima als mensen het zelf kunnen, maar je houdt wel in de gaten of dat ook echt zo is. Je laat mensen dus niet vallen, je blijft in de buurt.

Barth van Eeten: "Het gaat om eigen regie, onafhankelijkheid, vrijheid, los van wetten en regels. Geef mensen zelf het roer in handen – maar wel met een overheid die er écht is, zodat mensen weten: als het nodig is, zijn wij er, daar kun je van op aan. Dat is volgens mij de andere invulling."

Onttutteling

Meijers: "Binnen de linkse traditie is altijd een strijd geweest tussen aan de ene kant de sociaaldemocratie als socialisme van bovenaf en aan de andere kant het anarchistisch socialisme. Hoort GroenLinks bij het anarchistisch socialisme?"

Van Eeten en De la Court: "Ja natuurlijk!" Van Eeten: "Als we niet in een anarchistisch-socialistische traditie zouden staan, zouden we geen positie hebben. Dan hadden we ons net zo goed op kunnen heffen en aan kunnen sluiten bij de PvdA." Drie van de vier partijen die opgingen in GroenLinks hebben zich afgesplitst van andere partijen omdat ze zich niet konden vinden in de dominante partijcultuur." Scholten: "Je zou de eigen regie beweging kunnen zien als een opstand tegen de betutteling." Van Eeten: "Onttutteling."

De la Court citeert een beleidsnota van de VVD-PvdA-CDA-GroenLinks coalitie in Lochem: "Economische recessie, demografische verandering en wezenlijke dilemma's ten aanzien van duurzaamheid dwingen ons tot innovatie en initiatief. Maar vooral omdat we zien dat onze samenleving vol van ondernemende creativiteit en innovatiekracht is, en de potentie heeft werkelijk antwoorden te vinden op de uitdagingen waarvoor we gesteld worden."

De la Court: "Dat laatste is volgens mijn collega's 'typisch GroenLinks'. Vanuit de PvdA, bij ons lokaal, wordt eerder het accent gelegd op een overheid die een centrale rol speelt in het vinden van antwoorden. De VVD vind het ondernemende en innovatieve leuk, maar met de 'werkelijke antwoorden', hebben ze minder. Het CDA zoekt de antwoorden meer in de instituties in het maatschappelijk middenveld. GroenLinks heeft een enorm vertrouwen in de kracht van onderop, en heeft een kritische kijk op de overheid."

De volledige versie van dit gesprek verscheen eerder het tijdschrift De Helling, jaargang 25, nr. 4.