Een poging tot een antwoord op het radicale neoliberalisme

Samen met het werk van Ayn Rand wordt Hayek veelvuldig aangehaald door Amerikaanse neoliberalen als Ron Paul en Glenn Beck. Ook bij de Tea Party zijn zij populair. Enkele jaren geleden waaide de cultus ook over naar het oude continent, waar ze werd opgezogen van Frits Bolkestein tot Anders Behring Breivik, van Martin Bosma tot de Teldersstichting, de liberale denktank gelieerd aan de VVD. Inmiddels hangen niet alleen dergelijke ‘opinieleiders’ Hayeks denkbeelden aan. Radicaal libertarisme is populair bij grote delen van de bevolking. Vooral Ayn Rands Atlas Shrugged heeft – ook in Nederland – bij vele heel of half politiek geëngageerden een cultstatus.

Ikzelf kwam voor het eerst met dit radicale libertarisme in aanraking op een verjaardagsfeestje in Utrecht, waar er onverwacht op opgewonden toon over politiek werd gepraat. En dan niet over het kapsel van toenmalig premier Balkenende, maar over Ayn Rands maatschappelijke visie. Onder het genot van de crisis werd ongebreidelde vrije markt niet voorgesteld als het probleem maar als de oplossing.

Zoals Wilders en de adepten van Rand dat momenteel doen, gooit ook Hayek socialisme en fascisme op één hoop. Deze politieke stromingen vertegenwoordigen volgens hem een ‘entire abandonment of the individualist tradition which has created Westerns civilization’. Het probleem is het streven naar sociaaleconomische gelijkheid en gemeenschapszin. Nationaliseringen en centrale planning zijn nodig om deze te bewerkstelligen, zo stelt Hayek, maar zelfs als het de post of ziekenhuizen betreft, zetten we daarmee onvermijdelijk stappen op een road to serfdom; richting een nationaalpopulistische dan wel socialistische dictatuur. Om die af te wenden stelt Hayek een zo afwezig mogelijke overheid voor. 

Rationele vrijheid als illusie...

Van het kunstmatig in leven houden van een gecorrumpeerde banksector of bedrijven als Nedcar, kan inderdaad weinig heil worden verwacht. Al was het maar omdat er de facto geen nationale economieën meer bestaan. Dus daarin heeft Hayek zeker gelijk – laat deze bedrijven maar ten onder gaan in de vrije markt. Het bijna deerniswekkende, cruciale probleem met Hayek en zijn navolgers zit ‘m niet in de weerstand tegen staatssteun voor onrendabele ondernemingen. Het zit 'm in het idee dat de vrijheid gegarandeerd wordt of zelfs identitiek wordt verklaard met een rationeel, zelfregulerend vrijemarktsysteem.

Daar gaat het mis, want in de dagelijkse praktijk is zowel de vrijheid als de markt allesbehalve rationeel. Alleen het ideaalbeeld van de heilzame markt is rationeel. Hiervoor kan onder meer verwezen worden naar John Gray die deze ‘utopie van de mondiale laissez-faire’ genadeloos ontmaskert, in False dawn en Straw dogs. ‘Vrijemarkteconomie is het product van kunstmatigheid, ontwerp en politieke dwang. Laisser faire moet centraal geregeld worden; gereguleerde markten zijn er gewoon.’ Net als het socialistische paradijs is het vrijemarktparadijs nooit realiteit maar een utopische projectie. Het blindelings doorvoeren van een projectie heeft altijd zeer kwalijke gevolgen. 

In het artikel van Haegens wordt Hans Achterhuis aangehaald, die dit thema in zijn boek De utopie van de vrije markt behandelt. ‘In de jaren zestig en zeventig had ik studenten die naar Albanië gingen’, vertelt Achterhuis. ‘Ze kwamen terug met juichende verhalen. Eenzelfde absolute geloof, zie je ook bij de aanhangers van neoliberalisme. Kijk naar de memoires van Alan Greenspan. Hij zag dat er iets misging in de economie. Maar hij weigerde in te grijpen. De markt zou het wel oplossen.’ In plaats van socialisme en fascisme lijkt het zinvoller socialisme en neoliberalisme op één hoop te gooien.

Enver Hoxha (1908-1985), genietend van de vestiging van de ideale samenleving in AlbaniëNet als de fans van Hoxha propageren de fans van Hayek het paradijs, maar verwordt de burger in hun utopieën tot een radar in een mechanische machinerie. Niet dat we in een dictatuur leven, maar vergelijkbaar is dat onze maatschappij op rationalistische wijze construeerbaar wordt geacht, en daardoor juist bekneld raakt.

De eerste voorbeelden daarvan uit het alledaagse leven schijnen aanvankelijk de vooruitgang zelve – maar tonen bij nadere inspectie het angstwekkende prometheïsche monster.

De ongebonden Prometheus verbeeld in 'The Curse of Frankenstein' uit 1957.Zo is er de illusoire gedachte dat den burger verenigbaar is met het logisch zo uitstekend uitgedachte OV-chipsysteem. Hij hoeft geen kaartje meer te kopen! Leve de bewegingsvrijheid! Niettemin blijft hij vergeten zijn kaart op te laden of uit te checken. Hij laat het invullen en opsturen van het declaratieformulier voor de vier euro, die hem vanwege een fout in het computersysteem wel toekomt, gemakshalve achterwege.

Zo laat dezelfde burger ook zijn ongewenste abonnementen doorlopen, en zoekt niet elk jaar uit welke zorgaanbieder voor hem de meest voordelige is. Kortom, ‘efficiënte’ marktwerking werkt niet altijd; het rationele compartiment van de mens is met de hulp van Hayeks utopie in hoge mate overschat en overbelast geraakt. De werkelijk beleefde, gevoelde vrijheid is ondertussen ver te zoeken.

...met grote maatschappelijke problemen tot gevolg...

De dagelijkse frustraties van den burger zijn nog relatief onschuldig, maar niettemin een goede indicator voor de huidige maatschappelijke problemen. Want het blinde geloof in de rationaliteit van de markt leidt niet alleen tot dagelijkse frustraties bij den burger. Zij leidt ook tot de ontkenning van de wezenlijke aard van sommige economische sectoren. Zorg, onderwijs en infrastructuur behoren vanuit hun eerste oorsprong toe aan de gemeenschap en niet aan de marktplaats.

De gevolgen van de ontkenning daarvan – in de vorm van de bedrijfsmatige aanpak en de privatiseringen van de afgelopen dertig jaar – zijn desastreus, ook voor de economie zelf, die niet correct wordt begrepen. Universiteiten verworden tot bedrijven waar het ideaal van onafhankelijke kennisgaring geen leidende rol meer speelt in de besluitvorming en organisatiestructuur. Niemand schijnt te begrijpen dat deze gang van zaken niet vruchtbaar is, maar juist schadelijk voor een goed functionerende economie, waarin kennis zo van zo belang is.

Sinds de invoering van marktprikkels in de zorg voelen veel mensen, met mogelijk serieuze klachten, zich bezwaard een arts te raadplegen. Ziekenhuizen en zorgverzekeraars letten in de eerste plaats op de winstmarge en dan pas op de patiënt. Wederom is dat schadelijk voor de economie, die gezonde werknemers nodig heeft. En waar is hier de beleefde, gevoelde vrijheid gebleven?

Naast de ziekenhuizen en universiteiten zijn er onder de motto’s van ‘efficiency’, winstdoelstelling en marktwerking tal van problemen met tal van enorme, vaak gefuseerde instellingen, bedrijven en banken ontstaan – van InHolland tot Dexia, van de ROC's tot de NS. Onder de vrijemarktdoctrine is men zich in al deze instellingen gaan bezig houden met misleiding, wanbeleid en frauduleuze praktijken in plaats van met de oorspronkelijke taakstelling. Een gevoel van vrijheid hebben deze praktijken niet tot gevolg gehad. Of althans, niet voor anderen dan voor de fraudeurs in het management.

...in Europa

Dat de ware crisis een crisis van het dominante politieke idee is, is met name in Europa evident. Het is de leiders van EU onder de maar doorwaaiende neoliberale wind tot nog toe onmogelijk geweest een passend antwoord te formuleren op de problemen. Zoals iedereen weet is het primaat van kredietbeoordelaars over de politiek passief geaccepteerd. Rücksichtslos zijn almaar meer privatiseringen en austerity measures doorgevoerd.

Tot de machtsovername van Mario Monti in Rome was er bij de regeringsleiders geen enkele aandacht voor het sociale aspect van de crisis, die vooral Zuid-Europa parten speelt. Ook Hayek geeft in The Road to Serfdom nergens enige oplossing voor de ‘sociale kwestie’. Evenmin doen zijn navolgers dat. Wat te doen met de verliezers binnen een systeem van ‘rationele’ marktwerking? Doordat er geen antwoord geformuleerd kan worden op die vraag, toont de koppeling van vrijheid aan de vrijemarktutopie ook op Europees vlak zijn faillissement.

Het verenigd Europa is vanaf zijn ontstaan gepind geweest op het idee dat vrijheid en vrede in de ‘common market’ zijn gelegen. In dit misverstand toont zich de ware aard, de diepte, maar vooral ook de dreiging van de huidige crisis in Europa en het historische belang van een verandering van die benadering. Gemeenschapszin als op zichzelf staande waarde – bijvoorbeeld in de vorm van Eurobonds, kwijtschelding van de schulden of gemeenschappelijk sociaal beleid – wordt momenteel nog steeds afgewezen als antwoord op de crisis in de EU.

Daarmee wordt, net als bij de invoering van de OV-chipklacht, een essentieel onderdeel van de menselijke natuur ontkend. Zo lang het neoliberale gedachtegoed Brussel blijft beheersen, vermenigvuldigt het wantrouwen jegens de vrijheid en de democratie zich op de flanken, waar de sociale leemte wordt opgevuld. Zo toont Hayeks radicale laissez-faire zich in zijn ware gedaante; ze is zelf een road to serfdom