Eerst, in telegramstijl, de inhoud van het onderzoeksrapport. Op basis van literatuur, uitkomsten van expertforums en interviews met deskundigen schreven Stad-Forum en ADI (Adviesraad voor Diversiteit en Integratie) het rapport Divers en Ongedeeld; waarom Amsterdam zich niet zomaar laat tweedelen. Hierin komen ze tot onder andere de volgende conclusies:
- Er zijn verschillen in Amsterdam - soms groot en ongewenst. Maar het valt niet met cijfers hard te maken dat substantiële groepen Amsterdammers of substantiële delen van de stad structureel afgescheiden zijn van de rest van de stad.
- We kunnen daarom niet spreken van een tweedeling. Niet op sociaal economisch vlak en ook niet op sociaal cultureel terrein.
- Dat neemt niet weg dat er risico’s en onwelkome trends zijn die de stad bedreigen. Andersom zijn er genoeg kansen en mogelijkheden die we als stad moet grijpen.
- Vermijd het gebruik van termen als tweedeling, segregatie, de ring en gedeelde stad. Deze termen hebben een politieke geladenheid. Gebruik ervan kan een averechts effect hebben.
- Maak van verschillen in dagelijks leven, sociaal culturele beleving, consumptiepatronen of interesses geen probleem.
- Zorg dat de economische dynamiek en sociale mobiliteit zo groot mogelijk zijn en blijven.
NRC-artikel
Frans Verhagen (ADI) en Marieke Berkers (Stad Forum) schreven deze week een toelichting op de belangrijkste conclusies uit Divers en Ongedeeld in een artikel in NRC Handelsblad. Hierin stellen ze onder andere: “Het simpele feit dát er verschillen zijn binnen een grote stad, hogere en lagere inkomens, dure en goedkope huizen, hogere en lagere Citotoetsen, wil nog niet zeggen dat zij in tweeën is gedeeld. (...) Zo verschillen de percentages lage inkomens in de stadsdelen minder van elkaar en van het stadsgemiddelde dan vaak wordt gedacht. In Zuid, dat voor welgesteld doorgaat, is het percentage lage inkomens zelfs hóger dan in het veronderstelde arme Nieuw-West.”
Ook nemen de auteurs stelling tegen het onderscheid dat vaak gemaakt wordt tussen ‘binnen de ring’, de A10, waar het leven in alle opzichten beter zou zijn dan het leven ‘buiten de ring’. Verhagen en Berker :” We stellen vast dat deze kunstmatige scheidslijn niet deugt. Niet alleen is hij feitelijk onzinnig omdat het altijd gaat over Nieuw-West en vaak over Zuidoost, ook de cijfers ondermijnen de geijkte clichés.”
Berkers en Verhagen vrezen dat het gebruik van woorden als tweedeling kan werken als een self-fulfilling prophecy: wanneer je ‘buiten de ring’ steeds maar als arm en kansloos blijft bestempelen, wordt de kans dat mensen er naar gaan handelen groter. “We zijn niet blind voor risico’s en trends die de samenhang van de stad bedreigen, maar het is niet nuttig en kan zelfs averechts werken om de stad te analyseren in termen van tweedeling. Het geeft elk voorstel en elk besluit een partijpolitiek kleurtje. Amsterdam is daar niet mee gebaat,” schrijven de auteurs.
Reactie PvdA
Die laatste opmerking lijkt een sneer te zijn naar vooral de linkse politieke partijen die vaak over tweedeling spreken. Zo is voor de hoofdstedelijke PvdA de ‘tweedeling’ een belangrijk campagnethema. De Amsterdamse PvdA-lijsttrekker Pieter Hilhorst schreef bijvoorbeeld onlangs in het NRC: “Welke statistieken je er ook bij haalt, de conclusie is keer op keer hetzelfde: Amsterdam is een prachtige stad met een lelijke tweedeling.”
En in het Parool (en op de website van de PvdA) reageerde Ahmed Baadoud, stadsdeelvoorzitter in Nieuw-West, als volgt op het rapport: “De conclusies uit het rapport zijn teleurstellend en zwak. Het oplossen van problemen begint met het erkennen en benoemen van een probleem. Laat het daar nou net aan ontbreken. Als je problemen ontkent worden ze groter en daarmee ontstaan nieuwe problemen. Dat is pas een averechts effect.”Volgens Baadoud zet de tweedeling in de stad zich juist in razend tempo voort. “Armoede, werkloosheid, etnische segregatie, kansarmheid en de daarmee gepaard gaande onveiligheid en gevoelens van onveiligheid concentreren zich meer en meer in grote delen van Nieuw-West maar ook in Noord en Zuidoost.
Ook het advies om van verschillen in het dagelijks leven, sociaal culturele beleving, consumptiepatronen of interesses geen probleem te maken, wordt door Baadoud met een sneer van tafel geveegd: ”Het is duidelijk dat dit rapport geschreven is voor mensen binnen de ring. Als je geen problemen ervaart, zal je er ook geen probleem van maken.”
Is er sprake van tweedeling in Amsterdam?
Daar draait de hele discussie uiteindelijk natuurlijk om: wie agendeert wat als politiek probleem en welke terminologie wordt daarbij gekozen. En daarmee keer ik ook terug naar de vraag: is er in Amsterdam nou sprake van tweedeling?
Om die vraag te beantwoorden, zou je eerst helder moeten hebben wat je onder tweedeling verstaat. In het rapport Divers en Ongedeeld wordt die definitie niet gegeven. De volgende passage omschrijft wat de auteurs onder tweedeling verstaan:“Net als het college stellen we vast dat deze term [tweedeling] vaak en steeds vaker wordt gebruikt en altijd om een impliciet ongewenste situatie in de stad te beschrijven. Bij onze analyse of hiervan sprake is, zijn we zo vrij om ook de termen ‘toenemende segregatie’, ‘binnen en buiten de ring’ en ‘gedeelde versus ongedeelde stad’, door u in de inleiding gebruikt, in ons advies mee te nemen.
Het zijn allemaal termen die gaan over hetzelfde onderwerp: de vraag of er in de stad tegenstellingen bestaan die haar samenhang kunnen bedreigen. We constateerden brede overeenstemming onder alle participanten aan ons onderzoek dat een letterlijke ‘tweedeling’, een scheiding tussen een deel van de stad en een ander deel van de stad, een onoverbrugbare of in elk geval onoverbrugde afstand, niet aan de orde is. Tweedeling zo gezien is een absoluut verschijnsel: het is het een of het is het ander. En zoals het wel eens over zwangerschap wordt gezegd: je bent het wel of je bent het niet, half zwanger bestaat niet.”
Erg helder vind ik de omschrijving niet, maar dat kan aan mij liggen. Ik vraag me ook af of er volgens deze definitie veel plekken in de wereld zijn waar volgens ADI en Stad-Forum wel sprake is van “letterlijke tweedeling”. Ter vergelijking een ander rapport: in 1996 bracht de WRR het rapport Tweedeling in Perspectief uit. In dit rapport werd ook geen definitie gegeven, maar werd wel met verschillende voorbeelden geschetst hoe het begrip tweedeling vanaf het begin van de jaren ‘80 is gebruikt.
Het gaat hierbij meestal om een tweedeling tussen rijk en arm, haves en have-nots, hoger opgeleiden en lager opgeleiden of om het wat mij betreft gedateerde en dubieuze onderscheid tussen ‘bovenlaag’ en ‘onderlaag’. Uit het WRR-rapport blijkt dat het begrip tweedeling meestal niet letterlijk wordt genomen, maar dat er wordt gesproken over woonwijken met concentraties van groepen met (grote) achterstand. Ik vraag me af of de ADI en Stad-Forum met zo’n omschrijving van tweedeling tot eenzelfde conclusie waren gekomen.
“Ongenuanceerd en onverstandig”
De opstellers van het rapport Divers en Ongedeeld vinden het gebruik van de term ‘tweedeling’ om twee redenen onjuist. Ze vinden de term “ongenuanceerd omdat het niet met cijfers kan worden onderbouwd” en “onverstandig omdat de politieke context van de term tweedeling en het politiek gebruik ervan averechts kan werken omdat het noodzakelijk beleid of penetrerende analyse een partijdig politiek kleurtje geeft.”
Over de vraag of het gebruik van de term ‘ongenuanceerd’ is, kun je redetwisten. Wanneer je stadsdeelgrenzen of de ring gelijk laat vallen met een grens tussen bijvoorbeeld kansrijken en kansarmen, dan simplificeer je de situatie inderdaad te veel. Toch zijn er verschillen tussen groepen in Amsterdam die wel degelijk geïnterpreteerd kunnen worden als vormen van (dreigende) tweedeling. Dan kan het bijvoorbeeld gaan om het zorgwekkende verschil tussen het percentage autochtone jongeren (8%) en niet-westerse jongeren (39%) dat werkloos is.
Het kan ook gaan over het verschil in participatie op tal van gebieden tussen hoger opgeleiden en lager opgeleiden. Dit verschil in opleidingsniveau wordt in de Burgermonitor 2013 van Onderzoek en Statistiek als een belangrijk bepalende factor geduid. En ja, je kunt ook kijken naar geografische spreiding van problemen. In de Staat van de Stad VII wordt onder andere geconcludeerd: “De cumulatie van achterstanden in wonen en welvaart heeft zich in de periode 2002-2012 steeds meer naar de randen van de stad verplaatst, met name in Nieuw-West, Zuidoost en Noord.”
Of je dergelijke verschillen in een stad ongewenst vindt en als ‘tweedeling’ wilt bestempelen is een politieke keuze. En daarmee komen we bij de tweede reden waarom ADI en Stad-Forum het gebruik van het begrip tweedeling afraden.
De opstellers van het rapport Divers en Ongedeeld vinden het gebruik van het woord tweedeling namelijk ‘onverstandig’ vanwege de politieke lading. Sterker, ze adviseren het Amsterdamse College termen als tweedeling, segregatie, de ring en gedeelde stad zo min mogelijk te gebruiken vanwege “de onvermijdelijk politieke geladenheid”.
Ik begrijp de angst van de auteurs voor een self-fulfilling prophecy en ben voor zorgvuldig taalgebruik, maar ik vind het op z’n zachtst gezegd vreemd, zo niet onmogelijk een politiek orgaan te adviseren geen woorden met een politieke lading te gebruiken.
Tot slot
Voor de discussie is het in ieder geval verfrissend dat ADI en en Stad-Forum stellen dat er geen sprake is van tweedeling is in Amsterdam; dat kan anderen uitdagen om nauwkeuriger aan te geven wanneer er voor hen wel sprake is van tweedeling, waarom ze dat problematisch vinden en wat ze er aan willen doen. Uiteindelijk is het vooral relevant wat de Amsterdammers er zelf van vinden. Dat kan misschien een heel klein beetje duidelijk worden op 19 maart wanneer zij de mogelijkheid hebben te stemmen op partijen die de tweedeling juist wel of juist niet als een probleem zien.
Oorspronkelijk geplaatst op Republiek Allochtonië.
Lees ook: de reacties van Rutger Groot-Wassink (lijsttrekker voor GroenLinks in Amsterdam) en van Fenna Ulichki en Nevin Özütok (lijsttrekkers van GroenLinks voor de ‘stadsdelen’ West en Oost) op de uitspraken van Baadoud en Marcouch.