Bureau de Helling organiseert in samenwerking met de de Europawerkgroep, de Green European Foundation (GEF) en met steun van het Europese Parlement, de lezingenreeks 'dieper Europa in'. Kathalijne Buitenweg, tussen 1999 en 2009 Europarlementariër voor GroenLinks en nu bezig met een proefschrift over de werking van het Europees Parlement, trapte af. Zij nam de zaal mee door de instituties van Europa.

Liefde voor de rommel die Europa is

'Na de Tweede Wereldoorlog besloten de Europese regeringen hun economieën te vervlechten zodat er geen oorlog meer mogelijk was. Verschillende landen zouden hun soevereiniteit gaan delen op het vlak van kolen en staal. Dat is niet alleen maar oorlogsmachinerie, maar ook de basis van de economie.' De Europese Gemeenschap van Kolen en Staal (EGKS) kwam in 1952 tot stand. Daarop volgden nieuwe ideeën: 'een Europese Defensiegemeenschap en een Europese Politieke Gemeenschap.

De Europese Politieke Gemeenschap zou verantwoordelijkheid hebben voor het handhaven van mensenrechten in alle lidstaten. Zulke voorstellen worden nu ook weer besproken. Het Franse parlement stemde tegen de Europese Defensiegemeenschap. Daarmee waren ook alle andere federalistische plannen stukgelopen. Men koos sindsdien voor een meer praktische benadering. Men keek naar de interne markt en atoomenergie, dat leek toen een booming business.'

'Zo ontstonden er verschillende instellingen: de verschillende gemeenschappen, die voor kolen en staal (EGKS), atoomenergie (Euratom) en de interne markt (Europese Economische Gemeenschap) kregen hun eigen instellingen: een eigen commissie en een eigen Raad van Ministers. Er kwam wel één parlementair assemblee. Het was dus een rommeltje: de EU werd steentje voor steentje opgebouwd. Er was geen sprake van een grand design. Het was geen coherent geheel zoals in de Verenigde Staten. Dat was van bovenaf opgelegd: van de dertien lidstaten hebben maar negen de grondwet geratificeerd. Dat is ons bij de Grondwet niet gelukt.

Origineel waren er zes leden. De Europese Unie is sindsdien naar 28 lidstaten gegaan, nu ook Kroatië erbij is. De Europese Unie is permanent in transitie: er komen meer landen bij of meer bevoegdheden. Dat vereist ook een permanente aanpassing van de instellingen. Meerdere keren per jaar worden, bijvoorbeeld, de reglementen van het Europees Parlement herzien.'

'Een grote verandering was het Verdrag van Maastricht in 1992.' Er kwam toen een ordening in de chaos. 'De Europese Unie werd het dak boven een structuur met drie pilaren, als een soort Griekse tempel: de economische, kolen- en staal- en atoomenergiegemeenschap werden samengevoegd in de eerste pilaar. Deze had een supranationaal karakter. Hier hadden lidstaten geen vetorecht. Landen verloren niet hun soevereiniteit maar die deelden ze. Dit waren de terreinen waar het Europees Parlement het meest te zeggen had. Op buitenland- en veiligheidsterrein en op het gebied van justitie en politie kozen de lidstaten ervoor om samen te werken.' Dit had een intergouvernementeel karakter: 'het Europees Parlement gaf advies. Ieder land had vetorecht.'

'Hierop volgden de verdragen van Amsterdam (1997) en Nice (2001). De houding van GroenLinks veranderde langzaam. Bij Nice toetste GroenLinks de verdragen niet langer aan haar ideaalbeeld, maar keek ze of de verdragen een verbetering waren. Daarom stemde GroenLinks voor het verdrag van Nice. De onderhandelingen van het Verdrag van Nice waren een crime: Nederland wou per sé meer stemmen in de Raad van Ministers, terwijl hier niet zo vaak gestemd wordt. In ruil daarvoor leverde Nederland één zetel in het Europees Parlement in.' De Europese integratie kwam niet echt verder met het verdrag van Nice.

Het echec van de Grondwet

'Het volgende verdrag moest echt op een nieuwe manier tot stand komen. Men wou de procedure openbreken. De nieuwe onderhandelingen moesten over heel veel dingen gaan: hoe meer eieren in het mandje hoe meer er uitgeruild kon worden. Er kwam bovendien een grote verandering aan: de uitbreiding van de Europese Unie. Niet alleen regeringsleiders moesten bij elkaar zitten, ook nationale en Europese parlementariërs onderhandelden mee. Dit werd de Europese Conventie. Erg inspirerend was het werk niet: het was een en al geschuif met woorden. Toch werd het een grootsere tekst: een Europese Grondwet.'

'Het Europees Parlement kreeg op alle terreinen zeggenschap. Op de terreinen waarop lidstaten soevereiniteit deelden, kreeg de bevolking ook zeggenschap. De Europese Unie ontwikkelde zich richting meer Europa: er kwam een Minister van Buitenlandse Zaken en het werden Europese wetten in plaats van Europese richtlijnen. Ook kwam er in de Grondwet te staan dat Europese wetten boven nationale wetten gingen. Mensen waren erg overstuur daarover.'

'Die campagne heeft mij persoonlijk erg bezig gehouden. Onze boodschap kwam niet over. GroenLinks omarmde de Grondwet. Niet als ultieme stap, maar als een stap in de goede richting. Het is mijn persoonlijke overtuiging dat we in deze geglobaliseerde wereld heel veel problemen niet meer aan kunnen als individuele landen. Dat geldt voor milieuvervuiling, maar ook voor het geglobaliseerde bedrijfsleven. We moeten gezamenlijk afspraken maken om grenzen te stellen aan de macht van het bedrijfsleven. Dat kan je als land niet alleen. Zo'n bedrijf zegt: anders ga ik wel naar België.'

'Andere partijen gebruikten andere argumenten. De Partij voor de Dieren voerde campagne tegen de Grondwet. Ze zeiden: "een 'ja' tegen de grondwet is een 'ja' tegen stierenvechten. Want er staat ergens een tekst in de Europese Grondwet dat de Europese Unie culturele tradities niet teniet zal doen. De Partij van de Dieren stond hand in hand met de SP. Die zei "nee tegen de superstaat".' Wat de PvdD deed was demagogie. 'Ik ben ook tegen stierenvechten maar met een 'nee' tegen de Europese Unie maken we daar geen einde aan.'

Nederlandse en Franse kiezers wezen de Grondwet af. 'Er volgde een periode van reflectie. De Duitsers hadden gewacht tot na de Nederlandse verkiezingen. Toen gingen de regeringsleiders weer bij elkaar zitten. Er kwam een nieuw verdrag, het verdrag van Lissabon. Veel wijzigingen waren symbolisch: de minister van Buitenlandse Zaken werd een hoge vertegenwoordiger van Buitenlandse Zaken. De vlag, het volkslied en het motto werden ook uit het verdrag gehaald.

Het werden geen Europese wetten maar het bleven Europese richtlijnen. De passage dat het Europees recht boven het nationale recht ging, werd geschrapt. In plaats daarvan werd een verklaring aangenomen dat de jurisprudentie niet veranderd wordt. Volgens die jurisprudentie gingen Europese wetten boven nationale wetten, dat was maar goed ook. Anders kunnen landen bij elke nieuwe afspraak die in Brussel wordt gemaakt zeggen dat ze niet meedoen.'

'Eerst dacht ik over die wijzigingen "ja, boeiuh". Maar die symbolen die stonden voor iets groters, namelijk "de ziel van Europa". Als je die eruit haalt dan wil dat iets zeggen: je kiest dan alleen voor een praktisch verband om op allerlei deelterreinen dingen te regelen.'

'Wat is er nu belangrijk in het verdrag van Lissabon? Bijna alle terreinen vallen nu onder de eerste, supranationale pijler. In deze pijler hebben de Raad van Ministers en het Europees Parlement evenveel te zeggen.'

'Welke macht Europa heeft, dat hangt af van het onderwerp. Op het gebied van onderwijs is haar rol alleen maar aanvullend. Op milieugebied mag de Europese Unie al veel meer. En over handelsbeleid heeft zij exclusief de competentie. Op sociaal beleid heeft de Europese Unie weinig te zeggen maar over werkomstandigheden al meer. Het begrip arbeidsmilieu is daarom enorm opgerekt. Medezeggenschap is een onderdeel van een gezond arbeidsmilieu.

Of neem de overdracht van passagiersgegevens: is het privacy of buitenlandbeleid? Het Europees Parlement stelde dat de Europese luchtvaartmaatschappijen zich moeten houden aan de Europese privacynormen. Daar heeft het Europees Parlement wel zeggenschap over. Volgens de Raad van Ministers ging het over een afspraak met de Verenigde Staten: buitenlandbeleid. Daar heeft het Europees Parlement geen zeggenschap over. Om bepaalde zaken te regelen, worden die competenties steeds meer opgerekt. Zo is er een permanente strijd over de competenties.'

De macht van het Europees Parlement

'Op verschillende momenten heeft het Europees Parlement haar tanden laten zien. Eerst kiezen de parlementariërs de president van de Europese Commissie en die zoekt de commissarissen bij elkaar. Het Europees Parlement kan de commissie slechts in haar geheel afwijzen of aannemen. Het is nog nooit voorgekomen dat het Europees Parlement een commissie afwijst. In 2004 kwam het wel dichtbij. Toen stelde José Manuel Barroso de Europese Commissie samen. Guy Verhofstadt en Tony Blair wilden ook wel voorzitter van de Europese Commissie worden, maar ze werden dat niet.

De regeringsleiders hadden Barroso gekozen, omdat hij uit Portugal kwam en geen ambitie leek te hebben. Hij vroeg aan de regeringsleiders om de namen van de degenen toe te sturen die zich kandidaat stelden als commissaris. In Nederland hoopte de toenmalige minister van landbouw, Cees Veerman, in de Europese Commissie diezelfde portefeuille te krijgen. Barroso beloofde Nederland een betere portefeuille als het een vrouw zou voordragen als kandidaat. Veerman werd ingeruild voor Kroes.'

'De Italianen stuurden de Christendemocraat Rocco Buttiglione. Ik mocht de eerste vraag stellen namens het Europees Parlement. Van zijn standpunten moest ik niets weten: vrouwen moesten achter het aanrecht, homo's waren vies en voos. Niemand dacht dat het Europees Parlement haar macht zou gebruiken.' Immers om de benoeming van Buttiglione tegen te houden moesten zij de hele commissie afwijzen.

'Nederland was op dat moment voorzitter van de Europese Unie. Balkenende was er niet, omdat hij een ernstige infectie aan zijn voet had. Beatrix was tegelijkertijd op bezoek in het Europees Parlement. De staatssecretaris van Europese Zaken, Atzo Nicolaï, begeleidde haar door het parlement. Daarom was er geen vertegenwoordiger van de Europese Raad in het Parlement aanwezig. Dat leidde tot irritatie, het leek immers alsof de Europese Raad geen vertrouwen had in de voorgestelde commissie. Als het Europees Parlement institutioneel gepikeerd is, en als er een punt is, dan kan er wat gebeuren. Barroso trok zijn commissie terug.'

Vertegenwoordigers van landen of partijen?

'Europees Parlementariërs worden per land gekozen: Nederland heeft 26 Europees Parlementariërs, Malta zes en Duitsland 96. Dat betekent dat een Maltees veel minder mensen vertegenwoordigd dan een Duitser. Het is waardevol dat er van ieder land genoeg Europees Parlementariërs in het parlement zitten. Neem een wet over slootranden. Stel, een Bulgaar maakt daar een rapport over en hij zegt: "anderhalve meter van de slootrand mag je geen bestrijdingsmiddelen sproeien". In Nederland ben je de helft van de landbouwgrond kwijt als je zo ver weg moet blijven van de slootrand. De problemen zijn hier heel anders dan in Bulgarije. Het Europees Parlement heeft in die zin een vertegenwoordigend karakter.'

Europarlementariërs beroepen zich niet alleen maar op het nationaal belang: dat is afhankelijk van hun politieke kleur. 'Neem het gif dat gebruikt wordt bij de productie van tulpen. De VVD ziet dat als gunstig voor de Nederlandse tulpenindustrie. Een GroenLinkser zou zeggen dat je dat wel moet aanpakken, want dat gif is ongezond voor tulpenkwekers. Allebei vertegenwoordigen ze een interpretatie van het nationaal belang.'

'Het Europees Parlement is daarom ingedeeld naar politieke fracties. Ik zat niet bij het CDA of de VVD, maar met de Duitse Groenen. Dat is altijd zo geweest. Wim van der Camp, van het CDA, heeft één keer het Oranjeberaad bij elkaar geroepen: alle Nederlandse Europarlementariërs. Het ging over het meenemen van de fiets in de Thalys. Daar heb ik nooit meer wat van gehoord.'

'De meeste partijen zitten bij hun ideologische geestverwanten, vaak is dat voorspelbaar, zo zit de PvdA bij de Europese Socialisten. Maar voor de ChristenUnie en de SGP is dat lastiger, want er zijn geen andere orthodox-gereformeerde fracties in het Europees Parlement. De ChristenUnie wilde bij de Europese Conservatieven en Hervormers. Daarin zaten de Britse conservatieven met andere conservatieve partijen uit Oost-Europa.

De SGP werd echter, vanwege hun vrouwenstandpunt, geweerd. In Nederland was het in die tijd heel bijzonder om de SGP te willen aanpakken. Het Clara Wichmann Instituut heeft er voor gezorgd dat de SGP vrouwelijke leden moet accepteren. Daarom zijn ze nu wel acceptabel voor de Conservatieven.'

'De PVV zit bij de niet-ingeschrevenen. Maar ze willen nu een fractie gaan vormen, omdat dat aantrekkelijk is. Je kan makkelijker optreden vanwege gezamenlijk budget, moties en spreektijd.' Lid zijn van een fractie heeft ook andere voordelen: 'je volgt je fractie in het Europees Parlement. Je hebt niet de tijd en de kans om alle rapporten te lezen.

Bovendien onderhandelen Europees Parlementariërs namens hun fractie. Er is geen sprake van een zware fractiediscipline, maar wel van veel cohesie. Bij de Groenen is dat 95 procent. Je krijgt een stemmingslijst met plussen en minnen. Die hoef je dan alleen maar te volgen tijdens de stemmingen. Dat kan wel uren duren, want het Europees Parlement is een wetgevingsmachine.' 

Dit artikel is naar het Engels vertaald door de Green European Foundation / This article has been translated into English by the Green European Foundation