Toen het ging om de vraag ‘je mag zijn wie je bent’, was de relatie tussen emancipatie en anti-discriminatie aan de ene kant en vraagstukken van oorlog en vrede en van verdelingsvraagstukken aan de andere kant nog te leggen. Zelfbeschikking was de sleutel naar bevrijding uit koloniale en postkoloniale onderdrukking, maar net zo goed de sleutel voor vrouwenbevrijding uit knellende privérelaties.

Inmiddels is de vraag, of beter gezegd de stelling, geëvolueerd naar: je mag zijn wie je wil zijn. Je hebt een keuze. Je mag dromen. Je mag je nagels lakken - of niet. Je mag in het midden laten of je man of vrouw, beide of geen van beide bent. Je hebt er moed voor nodig, dat wel, maar dan is er ruimte en vooruitgang.

Nooit eerder hoorde en las ik zoveel mensen zeggen dat ‘je moet durven dromen’. De één doet dat door met een raket naar de ruimte te gaan, de ander door aan de Olympische Spelen mee te doen, de derde door het huis van zijn dromen te bouwen ( al lijkt dat inmiddels de meest onrealistische droom). En de vierde droomt ervan zich niet in een hokje te laten plaatsen.

Het vraagstuk rondom mondiale zelfbeschikking heeft inmiddels het karakter gekregen van twijfel over het voortbestaan op zich van de wereld en de mensheid. De mensheid richt de wereld te gronde, het is vijf voor twaalf, klimaatmaatregelen komen te laat en te traag.

“ Durf weer anders te zijn om de wereld te redden, breng het optimisme terug op dat bord, wees onverschrokken ”

Ik kan dat individuele vooruitgangsoptimisme en het collectieve ondergangsdenken moeilijk met elkaar rijmen. Ik geloof niet dat dat mijn persoonlijk onvermogen is. Daar waar de grote vraagstukken taai en moeilijk oplosbaar zijn, ligt de vlucht naar het individuele welzijn voor de hand. Daar is immers nog een wereld te winnen.

Maar op dat andere bord, het bord van de toekomst van de aarde, van oorlog en vrede, is ook nog zo veel te winnen. ‘Vergeet dat niet!’ zou ik willen schreeuwen, terwijl ik naar het getob rondom de kabinetsformatie kijk.

Niets te verliezen en toch bang’, schreef de schrijver en columniste Renate Rubinstein ooit. Ze doelde toen op haar eigen gemoedstoestand, maar ik moet er vaak aan denken als ik links Nederland bekijk. Er is niets mis mee je te laten inspireren door die moedige jongens en meisjes, non-binaire individuen, die hoon, geweld en afwijzing trotseren. Die anders durven te zijn.

Durf weer anders te zijn om de wereld te redden, breng het optimisme terug op dat bord, wees onverschrokken. Dat kan de brug slaan tussen de toekomst van de wereld en de dromen van haar bewoners.