Het project sluit aan op twee hoofdthema’s van Bureau de Helling, ‘(on)gelijkheid’ en ‘lokale kracht’, en is bedoeld om (lokale) GroenLinks-politici te ondersteunen in het nadenken over, het vormgeven van en het controleren van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) en de Jeugdwet.

De inleiding van het rapport van Tijs Sikma vindt u hieronder.

Doel van het project

Het doel van dit rapport is om u stof tot nadenken en discussie te bieden en u daarmee de nodige handvatten te bieden die u als (lokaal) GroenLinks politicus kunt gebruiken bij de uitvoering van de WMO en de Jeugdwet of bij het leveren van kritiek hierop.

Door u te laten zien welke verschillende perspectieven er bestaan bij de uitvoering van de WMO en de Jeugdwet hoop ik ten eerste dat u zich meer bewust wordt van uw eigen vooronderstellingen. Misschien bevestigt dit rapport slechts dat u kijk op de zaak heeft en verschaft het extra munitie om uw perspectief verder uit te dragen. Misschien komt u een perspectief tegen waar u nog nooit bij heeft stilgestaan en wordt uw blikveld verbreed.

Ten tweede wil ik tonen hoe verschillende perspectieven heel concreet tot een andere uitvoering van de WMO en de Jeugdwet leiden. Een verschil in uitvoering kan zowel tussen gemeenten als binnen een gemeente leiden tot een toename van ongelijkheid in de zorg. Door de verschillende afwegingen, keuzes en opvattingen hierover te beschrijven, hoop ik u ideeën te geven om ongelijkheid in de zorg bij uw gemeente te onderzoeken.                                

Tot slot hoop ik met dit rapport u meer inzicht te geven in de complexiteit van de problematiek in het sociale domein en de impliciete normen die erin worden toegepast en u bewust te maken van de noodzaak om hierover met betrokken partijen de dialoog aan te gaan; zowel in de gemeente als tussen gemeenten. Door de dialoog aan te gaan, voorkomt u dat de WMO en Jeugdwet binnen uw gemeente worden uitgevoerd met een beperkt perspectief en met de willekeur en het opportunisme die daar het gevolg van kunnen zijn.

Methode

Naast het bestuderen van artikelen en relevante literatuur heb ik gesproken met verschillende bestuurders, deskundigen en betrokkenen over de vraag of decentralisatie heeft geleid tot een toename aan ongelijkheid binnen de zorg. In eerste instantie leek het om allemaal verschillende problemen te gaan.

Ongelijkheid werd ten eerste namelijk op verschillende manieren benaderd. Soms ging het om het verschil in welzijn en gezondheid tussen mensen, soms over een situatie dat een bepaalde groep een betere toegang heeft tot zorg, of dat bepaalde mensen meer geld en tijd kwijt zijn aan zorg dan anderen. De problemen die werden genoemd waren daarnaast per gemeente anders. In elke gemeente is op een andere manier vorm gegeven aan de decentralisatie en heeft decentralisatie anders uitgepakt.

Tenslotte werd de ongelijkheid niet door iedereen als een probleem gezien. Om maatwerk te kunnen leveren, moet er bij de behandelingen van zorgvragen bijvoorbeeld sprake zijn van een zekere ongelijkheid. In dit project heb ik gekeken naar wat de kern is waar al deze problemen met betrekking tot ongelijkheid uit voortkomen. 

In plaats van verschillende problemen direct op te willen lossen, kun je ze soms beter eerst meer problematiseren. Als je dit doet, kom je er achter wat de gemeenschappelijke kern is van de verschillende problemen. Als je deze kern vervolgens onderzoekt, krijg je diepgaander inzicht in de problemen en kun je ze makkelijker oplossen.

Uitkomst

Mijn conclusie is 1) dat er over de WMO en de Jeugdwet tussen GroenLinksers onderling en bij belanghebbenden in het algemeen ten opzichte van deze wetten verschillende perspectieven bestaan, en 2) dat aan de hand van verschillende perspectieven de normen binnen de WMO en de Jeugdwet op een andere manier worden geïnterpreteerd en voor een andere uitvoering van de wetten zorgen; ten eerste vanwege de grote beleidsvrijheid van gemeenten bij de uitvoering van de wetten en ten tweede vanwege de open opzet van de keukentafelgesprekken.      

Een terugkerend thema in mijn gesprekken was daarnaast het feit dat het schort aan democratische tegenkracht bij de uitvoering van de WMO en de Jeugdwet. Wanneer deze wetten met een beperkt perspectief worden uitgevoerd, zijn er weinig democratische mechanismes die dat op tijd corrigeren.

Goede zorg is gebaseerd op wederzijdse aandacht, begrip en vertrouwen tussen de zorgverlener en de patiënt. De uitvoering van de WMO en de Jeugdwet berust eveneens op een kwetsbare samenwerking; burgers, de gemeente, verschillende zorgaanbieders, de centrale overheid, om de belangrijkste te noemen.

Net als bij zorg, is ook een goed verloop van decentralisatie afhankelijk van de mate waarin de betrokken partijen elkaar wederzijdse aandacht, begrip en vertrouwen verlenen. Deliberatieve democratie - besluitvorming waarbij informatievergaring, overleg en de uitwisseling van argumenten centraal staan - kan daarom  mogelijk helpen de diverse problemen bij de decentralisatie op te sporen en te verhelpen. Op deze manier voorkom je een beperkt perspectief en het opportunisme en de willekeur die hieruit voortkomen.                                           

Op 9 juni is deze oproep tot deliberatieve democratie in de praktijk gebracht tijdens een symposium dat ik over de decentralisatie van de zorg heb georganiseerd. Tijdens dit symposium werd ten eerste nogmaals zichtbaar dat er binnen GroenLinks inderdaad verschillende perspectieven op de decentralisatie bestaan, maar bleek ten tweede dat deze verschillen niet onoverbrugbaar zijn en ten derde dat een dialoog kan zorgen voor overeenstemming over nieuwe genuanceerde aanbevelingen.

Een beschrijving van de opzet van deze discussie en de aanbevelingen die eruit voortkwamen vindt u in de bijlage. De komende maanden zal ik bovendien over enkele van de initiatieven schrijven waarin deliberatie democratie wordt toegepast om de uitvoering van de WMO en de Jeugdwet te verbeteren.                       

De WMO en Jeugdwet staan voor een plotselinge, ingrijpende transformatie die bovendien gepaard ging met een grote bezuiniging. Hoog tijd om hier met alle betrokken partijen op te reflecteren.

Soms is het namelijk beter een probleem eerst te problematiseren, voordat je het meteen probeert op te lossen. Soms kun je beter eerst meer vragen stellen, voordat je antwoorden wil geven. Soms is het nodig om hulp te zoeken bij anderen om ‘zelfredzaam’ te worden. Altijd is het verstandig om je bewust te worden van je eigen onwetendheid.