Het kabinet Rutte is gevallen, we hebben een ongeëvenaarde politieke periode achter de rug waarin er over veel schaduwen heen is gesprongen. Nu is het echter tijd om even pas op de plaats te maken voordat de verkiezingsstrijd in alle hevigheid zal losbarsten en de CPB-cijfers en peilingen over elkaar heen buitelen.

De komende verkiezingen kiezen we namelijk waar we de komende tijd met Nederland, en de wereld, heen willen. Door velen wordt dit versimpeld tot een vraag of we linksom of rechtsom de crisis uit willen, maar eigenlijk zouden we een veel fundamentelere keuze moeten maken: voor een waardevolle economie.

De huidige samenleving dreigt op steeds meer gebieden uit de bocht te vliegen. Er lijkt echter nog steeds geen goed alternatief voor het voetlicht te komen. Hellingproef, het Jong Wetenschappelijk Bureau van GroenLinks denkt na over het vormgeven van een nieuwe waardevolle economie. Hierin gaat het erom dat wat van waarde is weer op waarde wordt geschat.

Er blijven publicaties verschijnen over de steeds grotere problemen van de huidige samenleving, de grondstoffen van de aarde raken uitgeput, mensen voelen zich vervreemd van hun medemens (en de politiek). Mensen in de zorg en het onderwijs werken zich kapot terwijl er geen geld is voor extra personeel maar er wel bonussen uitgekeerd blijven worden. Grote bedrijven en banken worden alleen maar groter en verliezen hun binding met mensen en de reële economie.

Al vanaf de jaren zeventig werd hierop gewezen, maar na de val van het communisme leek het westerse marktkapitalisme met haar ongecontroleerde en vrije financiële markten het enige goede te zijn, tot het zelfs tot een ideologie werd. (1) 

Deze economie doet echter niet meer wat ze zou moeten doen: het op een goede manier verdelen van schaarse goederen door daaraan de juiste waarde toe te kennen; deze economie is van middel een doel geworden. Ik onderscheid drie terreinen waarop de problemen het grootst zijn: de ecologische maat, de menselijke maat en de financiële markten.

De ecologische maat

De ecologische maat wordt in de huidige samenleving compleet uit het oog verloren. Mensen blijven maar meer kopen en consumeren zonder een beeld te hebben van de grondstoffen die er in een product verwerkt worden. Dit komt onder andere doordat veel dingen op dit moment veel te goedkoop zijn; de kosten voor onder meer het milieu, verlies aan biodiversiteit en toekomstige generaties worden niet of nauwelijks meegenomen.

De werkelijke waarde wordt het uit het oog verloren; een voorbeeld hiervan is dat voor iedere kilo garnalen 26 kilo andere vis overboord wordt gegooid als 'bijvangst' en dus niet meegenomen in de prijs. (2) Ook grondstoffen die opraken, zoals olie zijn momenteel veel te goedkoop waardoor we in noodtempo de voorraden opmaken die over miljoenen jaren zijn opgebouwd. We moeten naar een systeem waarin beter wordt nagedacht hoe de werkelijke waarde van dingen op een goede manier kan worden meegenomen.

Door alleen te kijken naar economische waarde wordt ook de natuur lager gewaardeerd dan de echte waarde die zij heeft. Er wordt gewezen op het feit dat het geld oplevert om de natuur te bewaren, terwijl iedereen wel aanvoelt dat natuur ook een waarde heeft die niet in geld uit te drukken is. Mensen waarderen hun leefomgeving aantoonbaar beter als zij in de buurt van groen of natuur wonen. Er zijn wetenschappers bezig om een systeem te bedenken dat ervoor zorgt dat de waarde van natuur beter meegenomen kan worden.

De menselijke maat

De menselijke maat wordt op steeds meer terreinen niet meer gezien. Medewerkers zijn de mensen die het meeste baat hebben bij het voortbestaan van een bedrijf, maar hebben bij veel bedrijven weinig meer te zeggen.(3) Ze vervreemden van het bedrijf. Bedrijven worden groter en groter en de top ervan ziet alleen maar winsten van miljoenen of zelfs miljarden.

Maar ook bij de overheidsdiensten raakt de menselijke maat uit balans. Na het afschudden van de ideologische veren en het dominant worden van het marktkapitalisme is er bij (semi) publieke diensten een ontwikkeling gaande waarin bijvoorbeeld scholen of zorginstellingen steeds meer verantwoordelijkheden krijgen en minder middelen.

In al deze sectoren wordt geklaagd over personeelstekorten en toenemende werkdruk, maar geld voor meer handen is er niet. Te duur. Ook buiten deze sectoren ervaren veel mensen veel stress. Mensen moeten hollen vliegen rennen en hebben eigenlijk geen tijd meer om op te staan. En als ze dan even tijd voor zichzelf hebben om op te staan gebruiken ze die ruimte om een zelfhulpboek te lezen. En dat terwijl er genoeg mensen, met name jongeren, staan te dringen om aan het werk te gaan en niet aan het werk kunnen komen.

We zouden naar een meer ontspannen situatie toe moeten, waarin iedereen het werk kan doen waar hij of zij goed in is en zich goed bij voelt. Als iemand goed is in het verzorgen en genezen van dieren en bij de dierenambulance werkt moet dat ook gewaardeerd kunnen worden. Waarom verdient een handelaar in aandelen of een commissaris van een groot bedrijf meer dan iemand die in de zorg of het onderwijs werkt? De waardering van arbeid is niet meer proportioneel. Hoe zorgen we ervoor dat we in een situatie komen waarin iedereen kan doen waar zij\hij goed in is en er ook voor gewaardeerd wordt?

De economie en de financiële markten als middel

De economie zou voor het bereiken van deze herwaardering van de ecologische en menselijke maat een middel moeten zijn. Op dit moment faalt het financiële systeem echter op een heleboel fronten. Het laatste decennium zijn er door steeds groter gebrek aan regulering al drie crises geweest die steeds in omvang toenemen.

Dit komt deels door het verschijnen van steeds ondoorzichtiger wordende financiële producten en zelfs het gokken op het failliet gaan van hele landen. Ondertussen staan staten garant voor een systeem waar de mensen die bij een bank werken voor iedereen bepalen of ze wel of niet van genoeg waarde zijn om een ruilmiddel (geld) te krijgen. Waarom vinden we dit eigenlijk goed? Hoe zorgen we ervoor dat de economie weer doet wat ze moet doen? Namelijk de juiste waarde toekennen aan zaken die mensen gelukkig maken en waarbij tegelijk de aarde wordt ontzien door het juist waarderen van grondstoffen.

De waardevolle economie

De economie lijkt dus van middel tot doel geworden te zijn: de waarde van grondstoffen wordt niet meegenomen, niet alle arbeid krijgt de waardering die het verdient en de mensen die aan de top zitten te gokken en niet kijken op een miljoen of miljard meer of minder verdienen het meest. De alternatieven voor deze economie worden op steeds meer universiteiten en door steeds meer wetenschappers duidelijk gemaakt.

De huidige focus op de stijging van het BNP als ultiem beleidsdoel wordt bijvoorbeeld ter discussie gesteld. Dit is een onhoudbare maatstaf. Het zou beter zijn om bijvoorbeeld over te stappen op een Groen BNP, waarin ook de kosten voor de planeet en het geluk van mensen worden meegenomen. Zo kiezen we voor maatschappelijke in plaats van financiële groei!

We kunnen zuiniger omgaan met onze grondstoffen door over te stappen op een circulaire economie. Ook het verhogen van belasting op luxeconsumptie of op vervuilende energie als kolen kunnen bijdragen aan een betere beprijzing van grondstoffen. Om het makkelijker te maken weer aan het werk te gaan kun je de belastingen op arbeid verlagen. Hierdoor wordt het aantrekkelijker om arbeidskrachten in te huren en wordt ook arbeid die nu als 'onrendabel' gezien rendabel. Zo kunnen mensen op hun eigen niveau een steentje bijdragen en daar waardering voor krijgen.

De menselijke maat kan ook in de wijk teruggebracht worden door het stimuleren van gemeengoed. Laat bewoners zelf bijvoorbeeld het buurthuis onderhouden en zij zullen er meer binding mee hebben en er meer voldoening uit halen. Mensen die anders thuis zouden zitten kunnen zich nu ontplooien op een kleine schaal in de buurt. Hier hoeft geen geld aan te pas te komen, maar mensen waarderen het elkaar om wie ze zijn en wat ze kunnen.

Dit zijn slechts enkele voorbeelden van alternatieven die onderzocht worden om te komen tot de waardevolle economie. De projectgroep "Waardevolle economie" gaat de komende tijd meer in detail naar deze alternatieven kijken, maar de belangrijkste conclusie uit deze eerste verkenning is dat het in ieder geval mogelijk is als we maar verder durven kijken dan onze neus lang is.

Kies voor een waardevolle economie

In het wandelgangenakkoord goede eerste stappen gezet op weg naar de waardevolle economie, met bijvoorbeeld kolenbelasting, verlaging inkomstenbelasting en verhoging van de bankenbelasting, enz. Maar we moeten nog radicaler voor deze waardevolle economie kiezen. We moeten kiezen voor een economie die wél werkt; een waardevolle economie.

Waar waardering is voor waar mensen goed in zijn, waar de aarde wordt ontzien door het goed beprijzen van grondstoffen en waar de economie dient als middel om waarde toe te kennen aan wat werkelijk van waarde is. 

René Vonk schreef dit stuk in samenwerking met de projectgroep 'Waardevolle economie' van Hellingproef, het Jong Wetenschappelijk Bureau van GroenLinks.

Voetnoten 

1. Achterhuis, H., (2010) De utopie van de vrije markt
2. Safran Foer, J., (2011) Eating Animals
3. Chang, H., (2011) 23 things they don't tell you about Capitalism