De gemiddelde snelheid van de auto is al twintig jaar constant 45 km/uur. Hierdoor leggen we in het halfuur dat we per dag gemiddeld autorijden, niet steeds grotere afstanden af. Sinds 2005 heeft de gemiddelde Nederlander juist 3 procent minder kilometers per auto afgelegd. De gemiddelde snelheid van de auto in de spits ligt in de grote stadsgewesten rond de 25 tot 30 km/uur. Hierdoor komen de files snel weer terug na uitbreiding van stadssnelwegen. Verbreding van een stadssnelweg trekt veel verkeer aan dat nu door de stad sukkelt. Zoals de Telegraaf schreef: “We waren in het begin allemaal blij dat de snelwegen breder werden met het gebruik van de spitsstroken en nieuw asfalt, maar nu het wegennet is volgelopen, moeten we constateren dat we er niets mee zijn opgeschoten”.

Goed; plekken trekken nieuwe bedrijvigheid, nieuwe bewoners en nieuw verkeer aan. Hierdoor kan de auto in alle grote steden in de wereld niet goed doorrijden. Oftewel: in stedelijke gebieden geldt de wet van behoud van files. Niet het oplossen van files, maar verbetering van de bereikbaarheid zou het hoofddoel van het mobiliteitsbeleid moeten zijn. Bereikbaarheid verbetert door kortere afstanden – dus verstedelijking – en door hogere snelheid.

In de grote stadsgewesten is de bereikbaarheid het grootst. De korte afstanden in de steden wegen zwaarder dan de lage snelheid van de auto. Door de betere bereikbaarheid trekken de steden nieuwe bedrijven en inwoners aan. Het mobiliteitsgedrag in de grote stadsgewesten verschilt sterk van dat in de rest van Nederland. Stedelingen rijden 40 procent minder kilometers in de auto, reizen vijf keer zoveel met het OV en fietsen vaker. 

Door het verbeteren van de vervoersmogelijkheden binnen de steden, groeit de stad naar binnen in plaats van naar buiten. Stedelijke verdichting is goed voor de economie, zorgt voor goedkope bereikbaarheid en houdt het buitengebied aantrekkelijk. Voor een goede bereikbaarheid binnen de steden zijn naast de auto ook hoogwaardig openbaar vervoer en goede fietsvoorzieningen nodig. Deze gebruiken minder schaarse ruimte.

Schone technologie levert de grootste bijdrage aan het halen van de klimaatdoelen voor mobiliteit. De achterliggende decennia zijn er veel illusies gekoesterd over een sterke beïnvloeding van de groei van de automobiliteit. Alleen verstedelijking blijkt tot andere mobiliteitskeuzes te leiden. Samen met beleidsmaatregelen die afdwingen dat er alleen schone auto’s op de weg komen, kan de uitstoot van CO2 drastisch naar beneden. 

De manier waarop we denken over mobiliteit is ruim vijftig jaar geleden ontstaan, toen het autoverkeer sterk groeide en de industriële economie op het hoogtepunt was. Inmiddels is dit veranderd en zitten we in een nieuwe verstedelijkingsgolf. Deze veranderingen vragen ook om een nieuwe manier van denken over mobiliteit. Hoe we denken, bepaalt immers hoe we doen.