Dat moet u even uitleggen.
“The Greens in Engeland waren het eerst niet met mijn analyse eens. Ze legden, net als sommige andere groene partijen, de nadruk op gedragsverandering. Ik geloof niet dat we daar moeten beginnen. We weten dat het gedrag van mensen heel snel kan veranderen als de noodzaak er maar is en gevoeld wordt. Belangrijker is dat we het systeem veranderen, de grondoorzaak van de crisis. Die ligt in ons financiële stelsel.”
Het probleem is dat we het geld aan de vrije markt hebben overgelaten, legt Pettifor uit. Commerciële banken en private investeringsfondsen bepalen de hoeveelheid geld in de wereld en beslissen aan wie het wordt uitgeleend. Ze zitten aan de knoppen van een systeem dat steeds grotere hoeveelheden geld uitleent aan de productie van goederen en diensten die de aarde uitputten, onze gezondheid bedreigen en het ecosysteem vernietigen. Er is geen democratische controle op dat systeem en nationale overheden hebben er geen greep op.“
Leidende overheid
Hoe moeten we het financiële systeem dan aanpassen, hoe krijgen we daar greep op?
“Daarvoor kunnen we leren van het verleden, van de New Deal die president Roosevelt in 1932 invoerde. Hij zei: vanaf nu zal Wall Street onze economie niet meer aansturen, de overheid neemt het over. Vanaf nu gaat de overheid over de rentestand, over de kapitaalstromen van en naar Amerika en over de ruimte voor overheidsuitgaven. Op die manier zorgde Roosevelt ervoor dat de overheid weer kon sturen op de richting en de hoeveelheid geld die geïnvesteerd werd. In plaats van de private rijkdom die vanaf Wall Street besliste waar het geld naartoe ging, zette Roosevelt een programma op dat voor werkgelegenheid zorgde en de toenmalige economische crisis op kon lossen.”
De tijd van de New Deal was anders dan de huidige. Hoe gaat een New Deal ons nu helpen?
“De overeenkomsten tussen die tijd en nu zijn juist overweldigend. Eind jaren twintig was er een financiële crisis vergelijkbaar met die in 2008. Private investeerders hadden hun geld in beleggingen zitten die ineens in waarde daalden. Daardoor stagneerde het systeem, brak er paniek uit en ontstond een financiële crisis. Waar het om gaat is dat, toen net als nu, kapitaal vrijwel ongereguleerd de wereld over gaat. Dat vergroot de ongelijkheid, maakt de rijken rijker en leidt tot werkloosheid en ontevredenheid en verzet bij de bevolking.
We zien opnieuw de opkomst van reactionaire krachten, autoritaire en soms zelfs fascistische groepen. Als je de vrije markt controle geeft over de samenleving, als de samenleving vermarkt wordt, dan komen mensen in opstand. We zagen dat in de jaren dertig en we zien het nu gebeuren. Mensen vinden geen goede baan, krijgen geen fatsoenlijk inkomen, ze kunnen hun kinderen niet meer naar een goede school sturen, de gezondheidszorg is niet goed. En het ecosysteem wordt vernietigd. De corona-pandemie onderstreept dat nog eens. Wat er dan gebeurt is dat de samenleving erom vraagt beschermd te worden. Mensen kijken naar de overheid, maar die zei keer op keer: nee, daar kunnen we niks aan doen, de markt beslist, daar moet je zijn.
Dan zoeken mensen dus bescherming bij een sterke leider. Die vinden ze bij mensen als Trump, Erdoğan, Modi, Orbán, leiders die een reactie zijn op de ongereguleerde globalisering. Zij zeggen: laten we een muur bouwen tegen migranten, laten we een muur bouwen tegen handel van buiten, een muur die een virus tegenhoudt. Het enige dat ze niet bouwen is een muur tegen het werkelijke probleem: het vrije verkeer van geld. Deze leiders zijn allemaal rijk, het is een klasse van miljardairs. Ze profiteren van het vrije gedereguleerde financiële systeem. Ze zeggen: we gaan voor de gewone burger zorgen, maar we veranderen het financiële systeem niet. Zo wordt het publiek voor de gek gehouden.”
Bescherming tegen de markt
In haar jongste boek The Case for the Green New Deal legt Pettifor uit wat overheden moeten doen om de bevolking te beschermen tegen de vrije markt van ongereguleerd kapitaal. Naar het voorbeeld van Roosevelts originele New Deal, en vooral in de voetsporen van de econoom John Maynard Keynes, pleit Pettifor voor overheidscontrole over het financiële systeem. De mate waarin kapitaal onbelast van het ene land naar het andere kan vloeien, moet drastisch ingeperkt worden. En overheden moeten de instrumenten in handen nemen om de investeringen in de eigen samenleving te sturen. Dat betekent zeggenschap over rentetarieven, de eigen munteenheid en fiscale politiek.
Pettifor: “Die zeggenschap is overgedragen aan private instellingen als banken, private equity-fondsen en andere asset management-fondsen. Zij sturen de markt, zij bepalen waar ze hun geld beleggen en uitlenen, zij zoeken de plekken waar de grootste winsten kunnen worden gemaakt. Het belang van de maatschappij, zoals goede gezondheidszorg, het tegengaan van ongelijkheid en het bestrijden van de klimaatschade, zijn daarbij geen overwegingen.”
Overheden eisen in de coronacrisis een grotere rol op. U zegt: de overheid moet de controle over de financiële wereld overnemen en aan het stuurwiel gaan zitten. Hoe moet de overheid dat concreet doen?
“Ik houd niet van het woord controle. Dat is mij te autoritair. Ik geloof in management van het systeem. Stel je Tim Cook voor, de CEO van Apple. Zou hij zeggen: ik laat de bedrijfsvoering van mijn onderneming over aan de markt, want die markt weet wel hoe ze mijn bedrijf moet managen? Natuurlijk doet hij dat niet, hij heeft een bedrijf, hij speelt er geen spelletjes mee.
Maar onze overheden doen dat wel. Onze overheden hebben een enorm en waardevol bezit, namelijk ons geldstelsel. Maar ze laten het managen over aan de vrije markt, aan iets dat we niet kunnen zien, aan de onzichtbare hand. Ik geloof dat we de economie moeten managen.
Hoe dat moet? Wel, daar hebben we allerlei middelen voor. De centrale bank moet bijvoorbeeld weer het belang van de samenleving gaan dienen, van de belastingbetalers, in plaats van het belang van een kleine groep rijke investeerders en speculanten. Tegen buitenlandse investeerders kunnen we zeggen: natuurlijk mag je gebruikmaken van onze munt, maar wel onder onze voorwaarden. Je wilt als Japanse investeerder de yen wisselen voor euro’s, dat mag, maar ga dan wel even langs bij de centrale bank. Die kan zeggen: je mag onze munteenheid gebruiken, maar je mag het niet meteen weer de grens overbrengen. En trouwens, betaal ook meteen even belastingen. Als belastingbetalers en als overheid hebben we macht en dat moeten we ons veel beter realiseren.”
Het monetaire beleid wordt in Europa gestuurd door de Europese Centrale Bank (ECB). Wat moet daar gebeuren?
“De ECB is de belichaming van het probleem. De bank is ontwikkeld om zich te onttrekken aan de democratische controle van overheden en burgers. Dat moeten we veranderen. De ECB zou gecontroleerd moeten worden door de nationale parlementen. Ze zou ook het financiële systeem, de rentestanden en de waarde van de munt, moeten inzetten in het belang van burgers en de overheid, in plaats van in commerciële belangen van het bedrijfsleven.
Als de overheid geld nodig heeft, moet de centrale bank dat verstrekken. Het tegenargument was altijd: geld groeit niet aan de bomen. Tot nu - want nu blijkt het er ineens wél te zijn, in tientallen miljarden. Het probleem is niet dat er een beperkte hoeveelheid geld beschikbaar is. Het probleem is dat we het scheppen van geld aan Wall Street en Frankfurt [de zetel van de ECB, RB] hebben overgelaten. En zij gebruiken dat mandaat niet voor een gezonde, eerlijke samenleving.”
Bewuste burgers
U wilt banken en investeerders aan banden leggen. Maar de internationale financiële wereld is machtig en invloedrijk. Ze overleefde de vorige crisis door de belastingbetaler te laten opdraaien voor de verliezen. Waarom zou het nu lukken om de machtsverhoudingen te kantelen?
“Het is waar, na de crisis van 2008 is er niet of onvoldoende hervormd. Het gevolg is dat het geglobaliseerde financiële systeem zijn positie heeft geconsolideerd. Ze weten dat de overheid hun rug dekt. Vóór de coronacrisis waren wereldwijd de schulden alweer op een hoger niveau dan ten tijde van de financiële crisis. Een nieuwe financiële crisis was al in de maak, nu komt daar de coronacrisis bij.”
En dus? Wat moeten we dan doen?
“Twee dingen zijn heel belangrijk: bewustwording bij de burger en politiek leiderschap. Om bij de burger te beginnen: het publiek begrijpt niet dat de private sector - investeerders en het bedrijfsleven - enorm afhankelijk zijn van de publieke sector, van gewone burgers, van ons belastinggeld. Privaat geld van investeerders zoekt de meest veilige manier om winst te maken. Daarvoor is een sterke munteenheid nodig, anders lopen ze het risico dat ze de waarde van hun geld verliezen. De waarde van een munt hangt af van de hoeveelheid belastingbetalers die achter die munteenheid zit. Die belastingbetalers zijn namelijk een betrouwbare inkomstenbron voor de overheid. Daarom is de dollar zo sterk. En de euro heeft hoeveel honderd miljoen belastingbetalers? Ook een zeer sterke munt. Landen met weinig inwoners of een niet werkend belastingstelsel hebben daarentegen een zwakke munt.
Grote private vermogensfondsen, zoals bijvoorbeeld Blackrock, handelen met ons geld. Ze lenen op de kapitaalmarkt geld uit aan onze overheden. Die leningen zijn de meest betrouwbare die er zijn. Ze worden altijd terugbetaald, met rente, omdat er miljoenen belastingbetalers zijn die er garant voor staan. Waarom stellen die belastingbetalers geen eisen aan hoe dat geld ingezet wordt? Hetzelfde geldt natuurlijk voor de overheidsinvesteringen die nu bedrijven overeind houden.”
Een overheid die de eigen munteenheid en de geldstromen gaat managen, directe monetaire financiering van de overheid door de centrale bank: voor veel mensen roept dat ook nu nog het schrikbeeld van de staatsgeleide economie op. Daar zijn de ervaringen niet zo goed mee geweest.
“We zien wat er gebeurt als de financiële sector wordt overgelaten aan de vrije markt. Dat bracht ons niet alleen een financiële maar ook een klimaatcrisis. De New Deal van Roosevelt bewijst dat het anders kan.
Ook vandaag heeft de aanpak van de corona pandemie en de uitvoering van de Green New Deal goede leiders nodig, die voorschrijven dat Frankfurt en Wall Street de samenleving moeten dienen in plaats van er de baas over te spelen. Leiderschap betekent ook: zeggen dat we onze activiteiten niet kunnen uitbreiden tot voorbij wat de aarde aankan. We moeten toe naar een circulaire economie. En we moeten zoveel mogelijk zelfvoorzienend zijn.”
Geld genoeg
De coronacrisis kost wereldwijd duizenden miljarden. De hoogte van investeringen die een Green New Deal vraagt, verschillen per programma, maar het gaat ook altijd om vele miljarden. Kunnen we dat nog wel betalen?
“Ja, dat is geen probleem. Ik zei het al: er is geld genoeg. Er is geen maximum aan het bedrag dat overheden kunnen lenen van banken. Het gaat erom hoe ze het terugbetalen.
De beste manier om dat te doen is door het creëren van werkgelegenheid. Investeringen van de overheid in de groene economie leiden tot nieuwe banen in de publieke en de private sector en winsten in de private sector. Dat levert belastinginkomsten op waarmee de leningen worden terugbetaald. Zolang de overheid het kapitaal maar actief in de vergroening van de economie steekt, en niet beperkt wordt in maatschappelijke investeringen, is de Green New Deal zeker betaalbaar. Ook na de coronacrisis.”
EU-regels
U kent ongetwijfeld het tegenargument: landen in de EU hebben al hoge schulden, nog meer schulden leiden tot een vertrouwenscrisis in de markt.
“De oorzaak van de hoge schulden van sommige Europese landen is de wereldwijde financiële crisis. Die zorgde voor massale werkloosheid, vooral in Zuid-Europa. Inkomens gingen verloren en de private sector investeerde niet meer - en zorgde dus niet voor nieuw inkomen. Als je als overheid die schulden wilt oplossen, moet je investeren, werkgelegenheid creëren. Als mensen weer werken, gaan ze belastingen betalen en daarmee lost de overheid de schulden weer af.
De private sector doet dat niet. Privaat geld is te voorzichtig, de markt is te onzeker. Daarom moeten overheden het doen. Maar als je als Europese overheid geld moet lenen om publieke diensten te financieren en tegelijkertijd moet bezuinigen van de EU zodat je niet verder kunt investeren en banen creëren, raakt het systeem uit balans. Dan bouw je hoge schulden op zonder inkomsten om ze terug te betalen. Dat is wat er in Europa is gebeurd onder de strenge EU-regels.
Het gevecht is nu weer gaande. Jullie eigen minister van Financiën is de belichaming van het onjuiste idee dat leningen gepaard moeten gaan met bezuinigingen. Nederland blokkeerde een goed plan voor eurobonds. Dat is een tragedie voor Europa. Juist nu is solidariteit nodig en Europees gedekte investeringen. Dat zorgt juist voor vertrouwen in de markt.”
Inkomsten voor de Green New Deal kunnen ook uit belasting op vervuiling komen, zoals een CO2-taks. Is dat een goed idee?
“Ik ben tegen de CO2-belasting als financieringsbron voor duurzame energie. Allereerst omdat het idee dat de overheid eerst geld moet ‘verdienen’ door belastingen te heffen voordat zij het uit kan geven, een leugen is. Belastingen zijn een gevolg van investeringen, niet andersom. Maar ik ben er ook tegen als er niet eerst voldoende alternatieven voorhanden zijn. Anders belasten bedrijven de kosten door aan burgers en komen ze bij de minst verdienende groepen terecht, We zagen bij de gilets jaunes in Frankrijk wat er dan gebeurt: mensen komen in opstand.
Klimaatbelastingen mogen pas worden opgelegd als de overheid voor goede compensatie voor burgers zorgt. Een goed voorbeeld daarvan is de manier waarop Ken Livingstone [burgemeester van Londen van 2000 tot 2008, RB] een spitsbelasting op autoverkeer in de stad invoerde. Op de dag dat de maatregel inging, zorgde hij voor driehonderd nieuwe bussen. Iedereen had een alternatief voor de auto, het openbaar vervoer reed op tijd, het protest tegen de maatregel bleef beperkt.
Een Green New Deal biedt alternatieven die beter zijn dan wat we nu hebben. Veel mensen zijn bang dat een Green New Deal banen kost. Het is de taak van de overheid om te laten zien dat we juist iedereen nodig hebben om de circulaire economie te realiseren. Er gaan inderdaad ‘bruine’ banen verloren, maar er komen nieuwe bij. De transportsystemen en de energiesystemen zullen veranderen, en dat zorgt voor veel nieuw werk. Alle grondstoffen die nu in producten zitten, het staal in machines, auto’s en treinen: we moeten het allemaal gaan ontmantelen en hergebruiken. Daarvoor hebben we iedereen nodig, van machinewerkers en ingenieurs tot staalwerkers. De overheid moet hier het initiatief nemen en zorgen dat mensen zich kunnen laten omscholen.”
Uw Green New Deal schetst een heel nieuwe samenleving, met ander werk, lokale productie, en een democratisch gesteunde overheid die grootschalig investeert in de groene samenleving. Het klinkt utopisch, terwijl alle aandacht nu uitgaat naar de bestrijding van een virus en het IPCC ons vertelt dat we nog tien jaar hebben om alles anders te doen. Bent u optimistisch?
“Ik probeer optimistisch te zijn. Als mensen verandering willen, dan kan er veel. Mijn hoop is dat de coronacrisis de trigger is. Ik ben opgegroeid in Zuid-Afrika, waar apartheid werd gezien als onveranderbaar. De blanken zouden de macht nooit opgeven, ze hadden alle touwtjes in handen en bovendien een legermacht achter zich. Tot het op een dag in elkaar stortte. Ik maakte dat mee. Ik maakte de val van de Muur mee. We zijn in staat tot ongelooflijke veranderingen.”